lodewijk stegman schreef :
Het zeildragend vermogen doet er niet toe als het gaat om het berekenen van de kenterhoek. Met andere woorden: de hoek waarbij de boot doordraait en niet meer terugkomt. Als de boot 90 graden platligt is alle druk in de zeilen verdwenen. Dat is echter bij de meeste zeegaande jachten nog een heel stuk onder de kenterhoek.
Maar dat wil niet zeggen dat het zeildragende vermogen er niet toe doet! Uiteindelijk is de AVS (Angle of Vanishing Stability of Kenterhoek) ook maar een nummertje wat in het gehele plaatje maar van zeer beperkte betekenis is. Bij zeiljachten is de balans belangrijk, niet alleen voor zeildruk en gewicht, maar ook voor energie absorbtie. Een golf is een bepaalde hoeveelheid energie die op een boot losgelaten kan worden. Energie of arbeid kan worden utgedrukt als kracht maal weg. De stabiliteitsgrafieken zoals jij geplaatst hebt van bijvoorbeeld Grimalkin en de Contessa zijn de zogenaamde richtende arm grafieken. Als je de staande as van de grafiek vermengvuldigd met het gewicht van de boot krijg je de curve van het richtendemoment. Doordat Grimalkin en de Contessa verschillende gewichten hebben, zul je zien dat de grafieken behoorlijk anders worden.
Het richtendemoment is de kracht die nodig is om de boot te doen hellen, en de hellingshoek is de afgelegde weg. Het oppervlakte onder de curve, zowel negatief als positief, drukken de hoeveelheid energie uit die nodig is om de boot te doen kenteren, of juist weer terug komen.
Een golf heeft een bepaalde hoeveelheid energie in zich, en het oppervlak van de zijkant van de boot absorbeerd die energie en zal dat vertalen als een kracht die op de boot uitgeoefend word. Die kracht kan weer uitgesplitst worden in een kracht die zijwaarts weg duwd, maar ook eentje die helling veroorzaakt. Als je nu een boot hebt met veel lateraal oppervlak, dan is er veel weerstand tegen zijwaarts weggeduwd worden, dat resulteerd in een grotere hellende kracht. Als je nu heel weinig lateraal oppervlak hebt, dan word de boot heel makkelijk zijwaarts weggeduwd en word er veel meer energie van de golf geabsorbeerd.
De Contessa met zijn lange kiel en groot lateraal oppervlak mag dan een grotere kenterhoek hebben, maar zal hoogst waarschijnlijk door een kleinere golf plat gegooid kunnen worden dan de Grimalkin. De Contessa komt makkelijker overeind als deze eenmaal plat licht, maar de Contessa zal ook vaker plat gegooid worden.
Daarmee zeg ik niet dat de Grimalkin een geschikte boot voor op zee is, maar de stelling dat richtend moment (zeildragend vermogen) er niet toe doet is natuurlijk niet waar. Hoe groter het richtende moment in het eerste deel van de curve is, hoe groter het oppervlak onder de curve, hoe meer energie er nodig is om de boot om te gooien. Die energie delen over het traagheidsmoment van je lateraal oppervlak geeft een waarde die aan zal geven hoe makelijk een boot plat gegooid zal kunnen worden.
Ik vermoed dat menig vinkiel jacht beter 'presteerd' in vergelijking met een langkieler.
Lang verhaal kort, de kenterhoek is leuk en aardig, en helpt natuurlijk een beetje mee, maar het is zeer zeker niet bepalend voor de einduitslag als het op stabiliteit aankomt. Een cruve interpreteren is heel wat ingewikkelder als alleen maar kijken naar de positie en hoogte van de top(pen) of waar positief omslaat naar negatieve stabiliteit. vruijboord heeft een invloed op AVS, maar zorg er ook voor dat er meer energie geabsorbeerd meot worden door de boot. Als je dan ook nog eens een groot kiel oppervlak hebt, dan ga je inderdaad ook een veel grotere AVS nodig hebben.