Ik lag in de passantenhaven van Delta Marina in Kortgene. Een jacht kwam daar met zeer zwakke wind onder zeil binnen. Ik stond het gebeuren met belangstelling en bewondering te bekijken. De jonge man stuurde naar een plaats ruim achter mijn bootje, sprong op de steiger en legde een achterlandvast rond een kikker op de steiger om de laatste snelheid uit de boot te halen. Prima manoeuvre, bewondering. De jonge man en een vrouw trokken dan de boot langs de steiger tot ze net achter me lagen.
Kom ik de volgende dag terug van het werk, liggen ze er nog steeds. Ongewild kon ik veel van hun conversatie meemaken, leerde zo dat ze mekaar net kenden, het was de eerste keer dat het meisje ging varen. Ze kreeg les van de jonge kerel, en nog later draaide de wind zwakjes van de steiger af en werd de boot klaargemaakt voor afvaren. Alweer onder zeil, ik ging toch maar in de kuip staan want mijn bootje heeft houten davits met een dwarsbalk (een beetje als bij een kinderwagen) waarop een kogellager rail voor het schoten van het yawl zeil. Die dwarsbalk is reeds dikwijls aangevaren, ik was klaar voor aktie.
De jonge man gooide het achterlandvast los en de boot draaide in de wind, met de boeg naar de steiger, letterlijk 2 meter van mijn davits. Het was de bedoeling nu de rolfok open te trekken, voorlandvast losgooien, iets achteruit vallen en dan over stuurboord wegvaren.
Het ging vanzelfsprekend mis. De wind trok aan, het jacht ging behoorlijk hard vooruit, bonkte met de boeg tegen de steiger en ergens wikkelde zich het hard klapperende fokkeval rond. De jonge kerel liet de helmstok voor wat hij was, liep naar voor, kreeg een paar meppen van het klapperval, en probeerde bij het voorlandvast te komen dat nog steeds vast zat aan de steiger.
De wind trok nog meer aan en de boot bonkte met de boeg op de steiger, de jonge man worstelde met het vastzittende fokkeval en ik hoorde hem roepen “ Anja, kom eens naar helemaal vóór”, ze moest hem helpen. Ik die ondertussen de boeg van de steiger afhield hoorde haar toen zwakjes van binnen in de boot terugroepen “maar ik zit al helemaal voor”.
Tja. Ze zijn even later zonder schade uit het passantenhaventje gezeild.