Met veel plezier lees ik hier alle belevingsverhalen. Ineens realiseerde ik mij dat ik ook nog een kort verslag op m'n computer had staan van de Pinkstertrip 2012 naar Pin Mill. Was bedoeld voor Zilt, maar daar was de deadline al verstreken. Zonde om er niks mee te doen, dus daarom verveel ik jullie er maar mee
Komt ie:
Apres ski op z'n yachties
Ook ik werd getriggerd door die oproep in de Zilt nieuwsbrief om solo varend, op 26 mei een biertje te drinken in de Butt & Oyster in Pin Mill. Daar vaar ik dan, de dag ervoor, om 1300 uur bij Ijmuiden door de kleine sluis om een pinksterweekend zout te proeven. Ik rol de genua een stuk uit en koers naar buiten. Ik wacht met het grootzeil tot een flinke vrachtvaarder gepasseerd is. Met een stevige wind op de kont en geen extra “hands on deck” kies ik er voor dit buiten het havenhoofd te doen. Als alle schoten gesteld zijn kan de stuurautomaat er af en de windvaan er op. Als alles gaat zoals voorspeld dan is de hele overtocht naar Pin Mill zo goed als plat voor het lapje.
Tijd om even te genieten van een bak koffie en de Hollandse kust die langzaam vervaagt. Ondanks het nachtelijke vertrek uit Hoorn en slechts een uur of twee slaap voor de Schellingwouderbrug is er van slaap geen spoor te bekennen. Na een tweede bak hou ik het stilzitten voor gezien. Er zit nog teveel onrust in m’n lijf na een jachtige week werken. De omstandigheden zijn prachtig om nog een paar uur achter spinaker te hangen. Ik haal deze uit de voorste kooi en klik de zak vast aan de railingdraad op het voordek. Ik haal de schoten door de blokken, hijs de spinakerboom, grijp naar de spinakerval en zie dat die kikker kaal is! Wat een deceptie, helemaal vergeten dat ik de spinakerval er van de winter af had gehaald. Waarom ik geen voorlooplijntje achtergelaten heb is me echter een raadsel. Daar gaat m'n extra knoop richting Engeland.
Als het bij dit schoonheidsfoutje blijft dan kan ik er wel om lachen. Met een glimlach ga ik maar wat andere nuttige dingen doen. De kaart intekenen, de boten om me heen bestuderen, wat warms eten en naar het weerbericht luisteren. Bij dat beloofde lopende windje op de kont is een beaufort opgeteld. Dat zullen er vannacht dus zes worden. Zo halverwege de avond zijn de omstandigheden nog prima. De Equator surft lekker met de golven mee.
Zodra het donker is trekt de wind aan en bouwt de zee zich op. De windvaan legt het af en toe af tegen de achteropkomende golven. Ik kan niet echt een patroon ontdekken in de golven. Ik verleg de koers een klein beetje westelijker zodat er wat meer druk op de neus komt. De windvaan is er blij mee.
Op de marifoon hoor ik een boorplatform een ander schip aanroepen om meer afstand te houden. Ik check de kaart nog maar eens wat er zoal op mijn pad ligt. Ik zie niet echt problemen voor de nacht. Tijd om met een gerust hart de nieuwe kookwekker te testen. Het is een bijzonder frisse nacht. Om even te slapen trek ik alleen m'n jas uit en kruip onder een ‘Poncho Liner’ die ik ooit in dienst met een Amerikaanse militair geruild heb tegen een oranje sportshirt. Die Liner heb ik al 22 jaar op iedere reis die ik maak, te land, ter zee of in de lucht, bij me. Ook nu sta ik er weer versteld van hoe functioneel dat ding is. Dun, maar toch warm, maar belangrijker nog winddicht. De wind blaast namelijk vol de kajuit in. Het is heerlijk slapen al die vijftien minuten.
Aan dek check ik de horizon en de koers. All well, tijd voor een volgend kwartiertje. Na dit kwartier zie ik een enkel licht recht vooruit. Ik drink wat, eet een snack en wacht af wat komen gaat. Uiteindelijk blijkt het een ander zeiljacht te zijn. De koersen kruisen flauw zodat hij voor langs zal gaan. Om een 'fly by' te doen zou ik net moeten gijpen, dat is me toch wat teveel moeite. De koers blijft ongewijzigd. Ik kan helaas niet zien onder welke vlag het zeiljacht vaart.
Het volgende kwartiertje slaap volgt. Daarna nog steeds weinig spannends aan de horizon. Het verbaast me eigenlijk hoe leeg het is. Nog maar eens een kwartiertje, en nog een.... Als ik daarna m'n hoofd de kajuit uit steek zie ik dwars uit, op minder dan een mijl een behoorlijk schip met een tegengestelde koers langsvaren. In vijftien minuten tijd was die dus van net achter de horizon tot langszij gevaren. Dat solo slapen moet geen Russisch Roulette worden. In een klap is mij de noodzaak van AIS duidelijk geworden. Die schuift met stip omhoog naar de eerste plaats op m'n scheepsverlanglijstje. Voor straf gaat de kookwekker op maximaal 10 minuten.
Na het ontbijt is het tijd om het oliegoed uit te trekken. Hoe koud het die nacht ook was, de temperatuur neemt gestaag toe in de zon. Nog binnen het uur zit ik zelfs in de blote bast. De nachtelijke kou is als sneeuw voor de zon uit mijn lijf verdwenen. En dan is daar het moment waar het om te doen is, land in zicht. Tijd om te gaan rekenen of ik op tijd ben voor die Zilte pint in Pin Mill. Met nog één keer stroom tegen zal ik om een uur of één bij Felixstowe zijn. Dat ziet er dus goed uit. De missie is haalbaar. Het is nog even manouveren tussen de ondieptes daar, maar dan komen de kranen van de overslag in beeld.
Zodra het zout botst met het zoet bevind ik me tussen onnoemelijk veel uitvarende zeiljachtjes. Het is een mooi pinksterweekend en daar maken de Engelsen dan ook dankbaar gebruik van. Binnen de betonning lijkt het recht van de sterkste te gelden. Ik vraag mij ineens af hoe dat in Engeland eigenlijk geregeld is op zoet water? Varen ze daar links of rechts? Het is voor mij de eerste keer dat ik een Engelse rivier op vaar en ik heb echt geen flauw idee. Ik kan het ook niet aan de Engelse boten zien. Als een armada varen ze naast elkaar de rivier af. Dat had ik natuurlijk voor vertrek even moeten nalezen in de Reeds. Ik hou maar gewoon stuurboord aan, het is tenslotte nog getijdewater en dat hoort tocht bij de zee?
Zo varend op de River Orwell geniet ik van de variatie aan bootjes die aan een mooringboei liggen. Ik maak een plan om zo dadelijk de Equator ook aan zo’n boei te knopen. Ik maak een lange lijn klaar die aan de voorste bolder vast zit en buitenlangs naar de kuip loopt. Ik zie aan bakboord de contouren van de Butt & Oyster en zoek een eenzame boei uit die recht voor de pub ligt. Ik vaar tegen de stroom in langs de boei en vaar de stroom dood zodra de boei ter hoogte van de kuip is. Ik haal de lijn door het oog en zet de motor vrij. Ik loop rustig met de boei mee naar voren terwijl de boot terugdeinst. Daar lig ik dan na 26 uur, recht voor de pub, precies zoals ik het van plan was.
Ik heb nog ruim twee uur om aan wal te geraken. Nog even 20 minuten de ogen dicht, dan nog een lekker eitje bakken om vervolgens de rubberboot op te blazen. Zodra die vol is kieper ik hem overboord. Ik pak de peddels en trek voor de zekerheid toch maar even de jollenbroek aan. Zo met die wind en stroom is het toch wel een natte bedoeling dat peddelen. De wind en stroom versterken elkaar en het lukt me niet eens om een foto van voren te maken. Zodra ik stop met peddelen om de camera te pakken ben ik alweer achter de boot beland. Ik traverseer maar beter richting pub.
Het is nog niet helemaal hoog water als ik vlak bij de Butt & Oyster uitstap. Ik til mijn bootje het water uit en loop er de laatste meters mee naar de pub. Daar knoop ik hem vast aan het terras. Dit voelt als apres ski, maar dan op z'n yachties. Laat dat Zilt biertje maar komen.