Stel je hebt een boot waar je alleen tot windkracht 3, hooguit voordewind bij windkracht 4 mee zeilt. Voor het gemak (??) kies je een rolgroot zeil. Om toch nog een beetje vooruit te komen moet je wel een 140% genua met veel bolling kopen. Tot zo ver gaat het zeilen lekker.
Het gaat nu waaien, te veel zeil, bootje wordt loefgierig en sleurt met de gangboorden door het water. Nu rollen we de genua wat in. De bolling van het nu ontstane zeil is véél te groot en zit ver achteraan. We hebben geen controle meer over het voorlijk en dit vertoont veel plooien. De schoothoek trekt rare vouwen in het zeil. De genuakar kan niet verder naar voren, en waait boven helemaal open. De versterkte hoeken zitten ongebruikt opgerolt, er komen onwijs veel krachten op andere, niet versterkte plaatsen.
De boot loeft als een bok, helt als een ezel, zeilt als een dwijl