Gijper schreef :
Dan is het zeil een touwtje. En een touwtje kan alleen trekken in de richting waarin het ergens vastzit.
Wel een duur touwtje, maar het principe lijkt me juist.
Hoog aan de wind is dat ook goed te zien: het voorste stuk grootzeil zal af en toe wat killen, de leuvers rammelen in de mastgleuf, geen kracht te zien, niet naar voren, niet opzij....
Aan de wind (daar heb je het over) is de kracht naar voren ook niet zo groot. De meeste kracht werkt dan opzij en levert helling. Die component is zomaar 10 maal zo groot als de voorstuwende.
Ik heb er voor mijn boot (72 m2 zeil aan de wind) even wat aan gerekend (middelbareschoolnatuurkunde uit 1965
), en dan kom je om op 6 kts bootsnelheid te komen (stukje onder de rompsnelheid) op een voorwaartse kracht van 2000N of zo. Kan een beetje mis zitten, maar we hebben het niet over duizenden kilogrammen.
De kracht nodig om de boot helemaal op zijn kant te krijgen is een flink stuk groter.
Bij 90 graden helling wil de kiel (2 meter arm, 2500 kg) de boot met 50.000Nm weer rechtop zetten. De vormstabiliteit zal dat zomaar verdubbelen naar 10.000Nm.
Het moment op enige hoogte (zeg 6 meter, onder halve zeilhoogte) om de boot plat te houden is dan ook 10.000 Nm, maar wel met een 3 maal zo lange arm, 6 meter ipv 2 meter.
De Newtons zijn daarboven, halve zeilhoogte, dus ca 33.000.
Zomaar 15 keer meer dan nodig is om de boot vooruit te krijgen.
Ofwel, voor je VB, denk niet in te grote krachten naar voren. Het zal om enige 100-en N gaan. Dat kunnen die paar bevestigingspunten wel aan.....
edit:
heb eea ook nog even benaderd via de kracht die de motor moet leveren om in een bepaalde tijd (10 seconden) de boot te versnellen naar de genoemde 6 kts.
Motor op half vermogen, schroef 50% rendement, en dan in 10 seconden 7000 kg versnellen naar 6 kts. Dat kan de boot, weet ik uit ervaring.
Het vermogen dat daarvoor nodig is komt heel aardig in de buurt van wat de zeilen voorwaarts leveren bij die bootsnelheid. Kortom, de orde van grootte klopt wel
ongeveer