Halverwege het recente draadje
Nieuw setje laminaat maar wat nu te kiezen kiest TS voor een gebruikt grootzeil wat op maat is gesneden voor een boot/mast met andere buiging als TS' mast. Dan ontstaat er enige discussie, maar achteraf blijkt dat het zeil er prima bij staat, ondanks dat de luffcurve voor een andere mast gesneden is.
Aangezien ik binnenkort zelf een nieuw grootzeil en genua I ga aanschaffen/moet laten inmeten voor het nieuwe tuig wat op mijn boot komt, lijkt het me nuttig hier iets meer van te weten.
Voor een genua lijkt me de keuze die een zeilmaker dient te maken betreft luffcurve relatief eenvoudig: voorstag is een min of meer gespannen boog, waarbij de buiging per definitie elliptisch is - plaats diepste stuk ligt altijd halverwege de voorstaglengte. Diepte varieert met voorstag- en schootspanning. Klopt dat of is dit te eenvoudig bedacht?
Voor het grootzeil lijkt me dit veel ingewikkelder. Mijn mast wordt 7/8 met een behoorlijk stuk boven het voorstag. Mastenmaker heeft het originele ontwerp van een First 310S mast gebruikt, modificaties bij mij zijn het (wegneembare) binnen-voorstag, dyneema bakstagen en een backstayflipper. Verjonging masttop is net zoals bij de First 310S mast: van de ongestaage 1.30 m is de bovenste 1.10 m verjongd.
Dit is een behoorlijk trimbaar tuig, aangezien de mastkromming goed te beïnvloeden zal zijn middels het achterstag. Buiten de bakstagen zijn alvast ankerplaatjes voor checkstays (net onder de zalingparen) aangebracht. Ik lees hier en daar dat (behalve op hard-core wedstrijdboten met heel dunne masten) deze checkstays eigenlijk alleen gebruikt worden om pompen tegen te gaan - niet om de kromming te beïnvloeden.
Aangezien de vorm van de kromming bij aantrekken achterstag bij elke mast anders is, zullen hier geen standaard vuistregels zoals bij een voorzeil gebruik kunnen worden, lijkt mij. Mijn mast zal bv heel anders buigen dan wanneer het een 9/10 tuigage zou zijn en ook de lengte en mate van verjonging en spanning op de wanten zal van invloed zijn op hoe de mast buigt.
Hoe wordt dit gemeten in de praktijk? En wat doet een goede zeilmaker hier precies mee?