Onderwerp: Fok of genua

Ik heb reeds verschillende filmpjes bekeken op youtube en wat me opviel voor hetzelfde type boot was, dat ene zeiler met fok vaart en de andere met genua. Is er verschil in het zeilen van een boot tussen deze twee optuigingen?

ja

LittleWings schreef :
Nou, eigenlijk niet zoveel, als het goed is.
Voorzeilen wisselen doe je afhankelijke van de windkracht en -richting, benevens de te varen koers. Het streven is steeds de boot zo optimaal mogelijk te laten presteren, zonder al te grote variaties in helling of benodingde roeruitslag.
Aan de wind, bijvoorbeeld, kan een grotere genua boven een bepaalde windkracht teveel helling opleveren en in combinatie daarmee een grote roeruitslag (die nodig is om ongewenst oploeven te verkomen).
In het algemeen is dat een teken dat er zeil moet worden geminderd. Dat kan door een kleiner voorzeil (fok of kleinere genua) aan te slaan en/of het grootzeil van een reef te voorzien. Zeker bij aan-de-windse koersen kan het voorkomen dat je met een flinke wind harder gaat met een fok dan met een genua. Die fok is dan bij voorkeur een High Aspect (HA) fok, tamelijk vlak gesneden en dus afgestemd op aan-de-winds werk bij tenminste 4 of 5 bft.

lodewijk stegman schreef :
Maar als je reeft, blijft toch je genua of fok evengroot. Komt er dan geen on-balans in je boot?

Ik heb op m'n huidige boot niet eens een genua en die gaat er ook niet komen. Minder handig bij kruisen, ingerold is heel de vorm eruit en voor mij te onhandig.

En ik ga graag eens zeilen met pittige wind en dan liever met vol groot en fok.

DavidS schreef :
Misschien moet je gewoon een keer een boekje over zeilen en zeiltechniek kopen. Er valt namelijk heel veel over te zeggen, maar veel is ook afhankelijk van de boot in kwestie. Er is geen vaste wet van Meden en Perzen.

Overdadige loefgierigheid (= grote benodigde uitslag van de helmstok) wordt het sterkst beïnvloed door het zeil achter het zeilpunt (weet je al wat dat is?). Daarom is reven van het grootzeil vaak het eerste wat gebeurt, als de wind toeneemt. Het overblijvende deel van het grootzeil wordt daarmee ook wat vlakker
Een grote genua is echter een licht-weer zeil, dat meestal vrij bol gesneden zal zijn. Hoe sterker de wind wordt, hoe meer er behoefte zal zijn aan een vlakker voorzeil, dat van de weeromstuit ook kleiner (vooral smaller; meer HA) zal zijn. Dat zal dus in veel gevallen de volgende stap zijn als de wind blijft toenemen. Bij nog meer wind volgt dan een tweede reef enz.
Zeil mindere doe je dus meestal in stappen; eerste achter de mast, dan voor de mast, dan weer achter de mast.

Maar ook dit is onweerlegbare waarheid. Veel moderne jachten zeil even goed op alleen een voorzeil en komen daarmee nog keurig door wind als er overstag moet worden gegaan, bijvoorbeeld.

Uitgaand van een redelijk ontworpen boot is HELLING dè reden voor loefgierigheid.

Het zeilpunt, waar de aandrijvende kracht aangrijpt, ligt in de buurt van 1/3 maasthoogte en iets aan lij.

Het lateraal punt, waar de (weerstands) krachten onder water aangrijpen ligt iets achter dit zeilpunt.

Zolang de boot rechtop vaart zal er geen noemenswaardige loefgierigheid aanwezig zijn. Vóór winds varend.

Niet vóórwinds varend zal de boot helling krijgen, het zeilpunt komt verder naar lij, terwijl het lateraal punt verder naar loef gaat.
Dit geeft een loevend moment aan de boot.
Wordt gecorrigeerd met roeruitslag.
Goed ontworpen schepen zijn op die manier over een groot bereik zels zelfsturend op die manier.
Helmstok iets te loevert vast laat de boot afvallen, gevolg méér helling omdat de wind dwarser inkomt.
Dit geeft een evenwicht situatie waardoor de boot steeds dezelfde koers ten opzichte van de SCHIJNBARE wind vaart.

Hoe meer wind, des te meer roeruitslag nodig.
Zeil minderen leidt tot een meer rechtop varende boot,dus minder loefgierig.
Of dat zeil minderen nu achter, of voor de mast plaats vindt maakt niet zo veel uit zolang de wind niet al sterk is.
Al zal het ene schip iets anders hierop reageren dan het ander.

Een spinaker die een flinke vlaag op pikt maakt je boot ook heftig loefgierig!

Een smal hoog zeil met gelijke oppervlakte als een breed laag zeil geeft veel meer voortstuwing en minder helling

Kies zeilen altijd zo vlak mogelijk, er bolling in maken voor ruime koersen is veel makkelijker dan teveel bolling eruit halen wanneer je een keer van lager wal moet wegkruisen.

lodewijk stegman schreef :
Ik wissel mijn voorzeilen zonder mijn grootzeil te reven: ik vaar genua 1 light, dan genua 1 heavy (zelfde oppervlak) om vervolgens naar de ha-fok te wisselen. Bij hele harde wind twijfel ik nog weleens (afhankelijk van de golven en wel of geen hikers) tussen 2 settings: vol grootzeil en werkfok of 1 rif en de ha-fok. Die eerste setting doet het sowieso goed en gebruik ik veel.

Ik kan me nog een stukje herinneren van ca. 18 jaar geleden waarin opperhoofd Jochem Visser zelfs op een X99 zeilde met vol grootzeil en een stormfok.

Lekker hoor DavidS. Je boottype geheim maken en dan vragen wat voor jouw type het beste zeilt?

Een Westerly Longbow 32??
gokje op basis van eerdere posts..
maar het helpt idd wanneer dat er bij wordt vermeld...

ik heb nog geen boot, eerst theoretische kennis opdoen, dan praktijk en dan een boot kopen.

Niet gaan lopen voor ik gaan kan

Maar ik moet toegevn dat ik veel naar Westerly's kijk met een begerig oog