Pagina 7 laat zien wat voor belastingen er op een zeil met een flinke uitbouw komen
superyra.org/wp-content/upload...Loads-article-v2.pdf
Voor mijn eigen zeilen heb ik zwaarder doek gebruikt op de plekken waar de belastingen hoger zijn, en lichter doek waar er vrijwel geen spanning op het materiaal komt. Dit brengt echter ook nadelen met zich mee. Ieder doek rekt, bij belasting X zal de lichtere doeksoort meer rek vertonen dan een zwaardere doeksoort. Als je dus twee verschillende doekgewichten aan elkaar gaat maken, dan kun je een raar en ongewenst effect krijgen door variaties in rek.
Een ander belangrijk punt is dat de druk niet noodzakelijkerwijs de belasting op het doek bepaald. Het gaat om de resulterende krachten die door die druk voorkomen. Je krijgt enorme spanningsconcentraties in de top en schoothoek. Als je 30 graden helling aan de wind vaart, dan trek je met een bepaalde schootkracht aan het zeil. Nu neemt de wind toe en ga je reven, de resultante is dat je nog steeds even veel helling maakt, maar met minder zeil. De druk per oppervlakte eenheid is groter, maar de resulterende kracht op de schoothoek blijft vrijwel gelijk, je hoeft immers nauwelijks harder aan de schoot te trekken.
Doek in een grootzeil (custom membramen zoals tape-drive, D4, 3DL etc. daargelaten) word bepaald op maximale krachten. Je kunt dus zeggen dat 80% van het grootzeil zeer zwaar overbemeten is als het op sterkte aankomt, dit allemaal om spannings concentraties te kunnen verwerken. Om dit proces enigszins te verminderen worden er hoekversterkingen toegepast, hoe groter de hoek versterking, hoe minder zwaar het basismembraam uitgevoerd kan worden.
Hier onder een foto van mijn grootzeil. Mijn streven was om een grootzeil te maken welke zo licht mogelijk in gewicht is, maar toch sterk genoeg om er 75.000 mijl mee op open water te kunnen zeilen. Een grootzeil gebouwd volgens en conventionele methoude zou ongeveer 90kg wegen, met dit grootzeil heb ik het vor elkaar gekregen om daar 14 kg af te halen, en een zeil over te houden dat vormvaster is dan volgens de conventionele methode. Mijn belangrijkste reden om gewicht te besparen was de hoevelheid energie die het kost om zeilen te zetten, reven en opdoeken. Dat zijn de momenten waar je namelijk het gewicht letterlijk moet optillen.
Op de reven kun je goed zien hoe ik dat gedaan heb, je ziet stroken doek als waaiers uit de hoekpunten komen. Deze stroken zijn wel 4,5 meter lang op sommige plekken. Ik heb ook een sectie van mijn grootzeil langs het voorlijk en onderlijk slechts half doekgewicht van het achterste deel gemaakt, en een strook medium-doekgewicht om een zachtere overgang te maken van een rekkend doek naar een niet rekkend doek. Dit heeft weer als nadeel dat de leuvers relatief te hard aan het voorlijk trekken, dus dat je behoorlijk grote versterkingen aan het voorlijk moet naaien om het doek rond de leuvers heel te houden.
Het is een enorm karwei om deze versterkingen erop te zetten en dus veel te duur om dat aan arbeidsloon te betalen. Ik heb indertijd mijn uren bij gehouden, en dit grootzeil zou bijna 2 keer zoveel gekost hebben als een 'normaal' dyneema grootzeil.
Dit is het grootzeil zonder zeillatten, ik heb even geen betere foto waar je de constructie kunt zien
Je kunt hier ook zien dat de twee voorste banensecties en de 3 onderste net iets doorzichtiger zijn.
In het kort samengevat, het is mogelijk om lokaal een grootzeil lichter te maken op de plekken waar minder belasting optreed, maar in de praktijk is dat erg kostbaar en word het vaak dus niet gedaan. Je kunt dus rustig stellen dat een grotozeil over het algemeen 20% zwaarder is dan wat nodig is. Nogmaals, we hebben het hier over zeilen die gemaakt zijn van doek 'van de rol' en niet over custom-laminaten.