Onderwerp: Spinnaker trim en verzuchting

Zaterdag met licht wind met de spinnaker gevaren. AWA tussen 180 en 90. Het viel ons op dat de spinnaker onder smaller is dan boven. Niet in een mooie boog, maar alsof de lijken vanaf de boom omhoog eerst wat samen komen om dan weer uit te waaien tot aan een maximale breedte op 1/2 of 2/3 van de hoogte. We hebben d3 de spiboom hoger gezet, maar dat leek weinig uit te maken.
Ook kwam het onderlijk soms (strak) tegen de voorstag als we het invallen van het lieflijk corrigeerde. Dit was wel weg toen we de spiboomhouder hoger zetten.
Iemand een idee wat we anders moeten doen?
We hebben de lijschoot naar het achterschip lopen, en de boom op 90 of tov de wind.

De spinnaker is voor de boot gemaakt. Wat een verschrikkelijke kleurencombinatie heeft dat ding. Pure horizonvervuiling.

Naar mijn bescheide mening staat je boom verkeerd, deze hoort alleen op de loefzijde aangeslagen te zijn. U lijkt hij op de lijzijde vast te zitten.

@Hurley Ruud,
De spiboomhouder staat naar loef op de foto, hoewel de wind binnen 180 is op de foto. De Schoothoek zit alleen aan de lijschoot vast. De Loefschoot loopt door de boom. De Halshoek zit anders dan via de schoot niet vast aan de boom. Ik zou ook niet weten hoe ik de boom haaks op de wind kan houden als ze naar lij zou staan.


Ander vraagje ook nog. Doen jullie de bek(?) Van de spiboom naar boven of naar beneden?

De bek boven of onder maakt niet uit. De vorm van de radiaal gesneden spi is normaal. Grotere of kleinere schouders betekenen dat je spi geschikt is voor ruime koersen of reachen.

In principe probeer je je spinnaker zo recht mogelijk achter je mast te positioneren (tenzij je in rustig weer plat voor het lapje vaart). Je barberhauler aan loef aan en aan lij los. Als de spi tegen je voorstag getrokken wordt heb je de spiboom te ver naar loef getrokken. Voor de koers die je vaart mag je spiboom wel iets omhoog staan.

Dat de spi eerst smaller lijkt te worden is prima. De "schouder" vd spi roteert naar loef en dat is nou net de bedoeling . Ik vaar de bek altijd naar boven zodat de schoot er meteen uitspringt als je de bek lostrekt. In de basis is het zo dat als de spi bovenin invalt je de boom omhoog doet en viceversa.

Ik zie niet veel verkeerds hoor, of eigenlijk helemaal niks

Wat je een keer zou kunnen doen is op land de spinnaker met 3 man van lijk tot lijk strak trekken. Dan zul je zien dat het geen plat vlak is, maar er een flinke kuil overblijft. Dat is de bolling die door de zeilmaker in de spi is gesneden. Tijdens het zeilen met de spi trek je de lijken natuurlijk niet strak, maar waaiert dat uit. En zo waaiert de horizontale bolling ook uit (lees: de spinnaker wordt, horizontaal gezien, iets vlakker).

Aswin schreef : ruilen?

de rode hoek zit SB, de blauwe (ipv groen) aan BB, dus hij zit binnenstebuiten

Baasklusje schreef :
vandaar dat we achteruit gingen.

Het zal geen verschil maken, de zeilnummers zitten ook aan 2 kanten (meestal is dat niet zo).
Alleen het Hagoort-merk is nu alleen voor jullie zichtbaar, niet voor andere boten. Dat ziet een zeilmaker liever anders.

Hij staat er op de foto best netjes bij hoor. Met heel licht weer is lastig, het gewicht van het doek werkt tegen....

Op het plaatje in het bericht van Hurley Ruud laat de tekenaar de schoten aan de binnenkant van de stagen lopen. Dat is pas erg.

foxman schreef :
Bij de knik in de schoten staat een streepje naar "barberhauler"... die staan hooguit flink strak door.

een spi is geen spi

2 spi's van mijn pluis
de voorlijken liggen op elkaar
de groene heeft enorme schouders, alleen voor lagere koersen

Ik kan uit de foto niets afleiden wat niet zou kloppen maar toch een paar algemene tips (die je misschien al weet).

De opening van de bek van de boom kun je het beste boven houden. Het gijpen is anders lastiger omdat je de boom anders tijdens het gijpen omhoog moet duwen waarbij de schoten ook omhoog geduwd worden door de opwaartse kracht van de spi.

Met de hoogte van de boom kun je wat variëren. In het algemeen heb je de boom bij meer wind wat lager staan. Bij ruimere koersen om het slingeren bij het rollen van de boot op de golven te verminderen. Bij koersen meer richting halve wind om wat hoger te kunnen varen en druk te verminderen.

Bij minder wind zet je de boom in het algemeen wat hoger en probeer je de spi wat boller te varen. Hiermee kun je extra snelheid winnen.

Als positie van de boom (naar loef of lij) kun je aanhouden dat de boom ca. 90 graden op de windrichting dient te staan.

Kortom, best een leuk zeil met veel trim mogelijkheden