Je hebt twee zijstagen. Eentje loopt via de zaling, de andere naar de mast net onder de zaling. Eerstgenoemde draai je flink strak, veel strakker dan je denkt dat moet. Dan staat de mast te krom. Vervolgens draai je laatstgenoemde aan tot je de juiste prebend hebt. Eerstgenoemde komt dan nog wat strakker. Evt checken of dat niet té strak is. Nu ga je zeilen. Tijdens het zeilen wil je dat als je flinke helling hebt maar nog net niet hoeft te depoweren (achterstag nog los), het topwant (eerstgenoemde) aan lij niet hangt te bungelen. Hoeft niet meer strak te staan, maar ook niet helemaal los te hangen. Verder wil je dat als je langs de mast omhoog kijkt de mast zijdelings in een vloeiende boog wegbuigt, dus geen slingers maakt. Gebeurt een van beiden toch dan ga je dat corrigeren.
Met vol doorgezette achterstag voorkom je op de meeste boten die getuigd zijn zoals de jouwe niet dat het want aan lij loskomt. Door extra buiging van de mast ontstaat daar extra ruimte in. Maar ook dan moet het binnen de perken blijven.
De boel vanaf 0 volgends de procedure in het boekje van Selden - Hints and Advice - trimmen is een goede manier. Vooral als je verder geen ervaring hebt met hoe het moet kan je het zo prachtig opbouwen. Word je er heel handig in en krijg je veel inzicht kan je altijd nog af gaan wijken van hun richtlijnen, maar voorlopig is dat aanhouden een goede tip!