Vakantie perikelen van Marjanne en Albert, deel 9
South Wold
South Wold is een van mijn favoriete haventjes, hier heeft de tijd stil gestaan.
We liggen hier eerste klas, recht tegenover de kroeg.
Na een middag tukkie, tot een uur of acht, zijn we daar een glaasje gaan drinken.
Aan dat ale kan ik nog steeds niet wennen maar ik moet zeggen dat ze hier een aardig pilsje tappen, hoewel, als je er genoeg van bunkert ga je daar ook aardig van achteruit fietsen.
Ik zal niet zeggen dat ik gisteravond bezopen was, maar ik vond het wel prettig dat mijn kooi geen dertig meter weg was.
Vandaag gaan we naar het stadje, dat ligt, zo’n twee á drie kilometer van de rivier, aan zee.
We kunnen via een landweggetje gaan, of via een voetpad dat door het natuurgebied gaat en eigenlijk het tracé was van een oud stoomtreintje, dat al heel lang geleden is verdwenen.
Marjanne wil natuurlijk weer dat we lopend gaan, terwijl ik vindt dat de fietsjes hoognodig weer eens getest moeten worden.
Ik win, ik mag van Marjanne zeggen dat we gaan lopen.
Het voetpaadje is prachtig eerst gaan het door het moeras waar we, ondermeer, een nogal uit de kluitengewassen wit sijsie tegenkomen.
En nu effe geen geouweneel van betweters die beweren dat dit geen sijsje is, want échte ornithologen, waartoe ik me zelf dus ook reken, weten dat er maar twee soorten vogels bestaan, namelijk sijsies en drijfsijssies.
Dit exemplaar heeft geen zwemvliezen, dus is het een ..… juist ja!
Voor ons uit gaat het pad de heuvel op, ik word al moe als ik er naar kijk, maar Marjanne zegt:’Loop toch eens door, ik moet steeds op je wachten.’
We slaan af van het spoorbaantje en lopen steil tegen de heuvel op.
Het is hier dicht begroeid met struiken, bomen en een bordje waarop staat dat je goed moet uitkijken als je de open plekken hier oversteekt.
En waarvoor moet ik dan uitkijken?
Laagvliegende golfballen!
‘Hé Marjanne, hoe noem je een studentje met een golf club? Dat is een golfballetje.’
“We are not amused”
Het paadje loopt diagonaal over een stuk van het golfterrein.
Dat is weer “Typical English” en heeft te maken met het recht van overpad via eeuwen oude voetpaden, de zo genaamde “public footpath’s” die zelfs dwars door akkers en over privé terreinen lopen en door fanatieke wandelaars verdedigt en, soms met doorknippen van hangsloten, opengehouden worden.
Wij hebben geen betonschaar nodig, er is geen hek te bekennen en wanneer we voorzichtig om de laatste struik heen kijken wenken een paar spelers ons door en wachten netjes tot we aan de overkant in de struiken verdwijnen.
We komen in het stadje, dat nog steeds niet verziekt is met schreeuwerig vermaak zoals Scarborough, Great Yarmouth en nog veel meer van die kustplaatsen.
Het lijkt op het eerste gezicht zelfs een tikkie saai hier maar dat valt wel mee.
De oude pandjes zijn hier niet verworden tot souvenirshops en speelhallen maar bevatten nog gezellige ouderwetse winkeltjes, waar je allervriendelijkst geholpen wordt en je niet zonder een babbeltje te maken de deur uitkomt.
Neem nu het postkantoortje, waar je behalve postzegels ook snoep, batterijen en andere rommeltjes kan kopen en geholpen wordt door twee oude dametjes, die zo uit een boek van Agatha Christy zijn weggelopen.
Als het winkelbelletje gaat, kijk ik achter me om te zien of Miss Marple soms binnenkomt.
We nemen natuurlijk ook een kijkje op het mooie oude kerkhof en lopen even de oeroude kerk binnen.
We halen wat geld uit de muur, de geldautomaat vinden we in een smal, donker, doodlopend steegje naast de bank.
Zo'n situatie zou in Amsterdam tot een oploop leiden.
Een oploop van overvallers wel te verstaan, die netjes op hun beurt wachten om je van je centen te ontdoen.
Voor we de rugzak vol gaan laden bij de mini supermarkt, lopen we even naar het vuurtorentje op de wandelboulevard om over zee uit te kijken, het is leuk maar varen óp zee is nog veel leuker.
Kijk, daar is de Sailors Reading-room, ooit opgezet door een welgestelde nogal vrome dame, met het doel, Jan de zeeman uit de kroeg te houden en hem wat stichtelijke lectuur te laten lezen.
Vandaag de dag, is het voorste gedeelte open voor publiek en achterin is het een krasse knarrenclub voor oud zeelieden.
Ik zal wat foto’s maken.
Jammer dat deze foto achter glas zit, het gaat om schipbreukelingen van een Nederlands zeilschip, de “Voorwaartz”
Dan, wanneer ik mijn camera verder zwaai, zie ik een bordje "Verboden te fotograferen".
Netjes als ik nu eenmaal ben, stop ik de camera in mijn zak, alleen vergeet ik om de gemaakte foto's te verwijderen.
We gaan, via een wijn/whiskyproeflokaal, naar de plaatselijke "Grootgrutter" en laden de rugzak vol.
Zo'n zwaar afgeladen rugzak, heeft als voordeel boven een gewone tas dat je hem niet met zijn tweetjes kunt dragen, dus degene met de sterkste benen krijgt hem op de rug.
'Alsjeblieft Marjanne, hij is voor jou.'
Tja, je bent geëmancipeerd of je bent het niet.
Trouwens een stuurman, met een béétje oog voor promotie kansen, laat de kapitein toch niet sjouwen?
Het is warm, de rugzak is zwaar en het is nog een rot eind lopen naar de haven.
Ik vraag, quasi bezorgt:'Gaat het nog schat? Anders mag je best even een paar minuten rusten, tot je weer verder kan.'
Met de blik die ze me toewerpt kan je een oorlogsschip naar de kelder jagen, maar opgeven doet ze niet.
Ze weet verrekte goed dat ik, bij de eerste klacht die ze uit, zal zeggen:'Ík wilde fietsen maar jij moest ons zo nodig laten lopen.'
Ze loopt een tikkie rood aan en ik zie zelfs zweetdruppeltjes glimmen.
We zij nu halverwege, het lesje heeft nu lang genoeg geduurd en ik zeg:'Oké stop maar, nu is het mijn beurt.'
Weer krijg ik een dodelijke blik maar ze zwijgt en blijft stug doorlopen.
Dat is echt Marjanne, wat ze in haar kop heeft, heeft ze niet in haar eh, juist ja.
Door de rugzak vast te pakken breng ik haar tot staan, ik trek de banden van haar schouders en neem de last op mijn brede rug.
Voor de vorm stribbelt ze nog wat tegen maar in haar ogen zie ik de opluchting nu ze hem kwijt is.
Over hoe ik het laatste stuk, afgepeigerd, naar de boot strompel, wil ik het nu niet hebben.
We eten wat broodjes met lekkere dingen die Marjanne bij een delicatessenwinkeltje heeft gehaald.
Dan haal ik het buitenboord motortje van de hekpreekstoel en hang dat achter de rubberboot.
Met onze twee PK Honda viertakt op vollekracht, varen we de rivier op.
Mensen wat een snelheid, je zou er bang van worden.
We komen terecht in een getijden moeras, met veel kronkelende geulen en prieltjes, waar het water met een behoorlijk gangetje doorheen stroomt
Ik moet goed opletten want het stikt hier van de ondieptes en versmallingen.
Het is hier prachtig!
Verdomme, ik heb er helemaal niet meer aan gedacht om foto's te nemen,
dat wordt iets voor een volgende keer, als we ooit weer terugkomen in South Wold.
Vakantieperikelen van Marjanne en Albert, deel 9
- Geschreven door Albert 45
- Hits: 34817