De vakantieperikelen van Marjanne en Albert, deel 22
Ma. 25-06-2007
Texel –Den Helder.
Tegen de tijd dat ik uit mijn kooi kom, is de ochtend al half voorbij.
Marjanne is op haar fietsje naar Den Burg om boodschappen te doen.
En ik? Ik bestrijd een knaap van een ongecastreerde kater met zwarte koffie en een kouwe douche.
Na een stevig anti kater ontbijt, van koffie, gebakken eieren met bacon en een groot glas tomatensap met peper en zout, begin ik weer een beetje bij de mensheid te horen.
Het is lekker warm zo in het zonnetje en om nog beter over de wereldproblemen te kunnen nadenken sluit ik mijn ogen.
Ruw wordt ik uit mijn concentratie gerukt door de stemmen van mijn zwagers.
‘Moet je dat luie zwijn daar nou zien zitten pitten, aan de andere kant van het eiland kan je hem al horen snurken.’
‘Ja, hij zou een voorbeeld moeten nemen aan ons, wij waren er om zeven uur al uit.’
‘Ja zeker om te pissen en dan snel je nest weer in.’zeg ik.
Ik doe mijn ogen wat verder open en nu pas zie ik dat mijn schoonzusjes ook op de steiger staan.
‘Hallo schoonheden, komen jullie gezellig aan boord en laat die lelijke kerels maar in de haven springen, het liefst met het reserveanker of een ander zwaar voorwerp om hun nek.’
Zwager Henk houdt een gebaksdoos omhoog en zegt:’Oké, als we niet welkom zijn gaan we weer.’
‘Nou vooruit, voor déze keer wil ik het door de vingers zien, geef die doos maar hier, voor dat je hem uit je kromme klauwen laat kletteren.’
Na deze hartelijke begroeting zet ik koffiewater op en loer stiekem in de gebaksdoos, hm, niet slecht.
Nog voor de koffie is doorgelopen, komt Marjanne ook al aanzetten en is het circus compleet.
Na een paar uur vertrekt de visite en maken wij de boot zeeklaar.
Het plan is, om achter in de middag via het Marsdiep naar zee te gaan en vanavond laat in IJmuiden aan te komen.
Helaas, de weergoden denken daar anders over.
“The Netherlands coastguard” begint even met getallen te gooien waar je niet blij van wordt, W 5-6 later krimpend naar SW 8-9.
‘Wat doen we? Blijven liggen en hopen dat het alleen maar een zomerstormpje is? Of naar Den Helder gaan en morgen beslissen of we buitenom of binnendoor gaan?’
We kiezen voor den Helder.
Even later, om 16:20 uur, draait de motor en is het “voor en achter”.
Buiten de haven merken we dat de wind al is toegenomen tot 6 bft.
Aanvankelijk, onder het oppertje van Texel, met het grootzeil tot de helft gereefd en de Genua vol bij, lopen we lekker.
Maar hoe verder we uit de kust komen hoe hobbeliger het wordt en op het Marsdiep staat een ongemakkelijk hoog knobbelzeetje.
Door ook de Genua een stuk in te rollen komen we wat makkelijker in het zeetje te liggen en neemt de snelheid zelfs wat toe.
Voor de haven roep ik VC Den Helder op, meld mijn positie en geef als bestemming de Marine Jachthaven.
Binnen de pieren roep ik de jachthaven op en krijg het nummer van de box waar we mogen liggen.
Even later, om18:05 uur, liggen we vast.
We gaan havengeld betalen en staan even te kijken bij de Marine Jachtclub waar ze druk bezig zijn om, i.v.m. de naderende storm, op het dakterras alle zonneschermen, vlaggen en feestverlichting weg te halen.
‘Zeg Marjanne, we gaan niet koken, we gaan hier in de jachtclub eten.’
‘Wat, híér bij de marine? Ben je van je geloof gevallen?’
‘Nee, dat niet maar er is één ding bij de marine dat wél deugt, hun “happie blauw” en daar heb ik wel trek in.’
Ze kijkt me vragend aan, ‘Happie blauw?’
‘Dat is nasigoreng volgens marine recept, nogal pittig maar wel erg lekker.’
We gaan weer aanboord om kleren aan te trekken die wat minder zeewaardige zijn maar wel lekker zitten.
Even later klauteren we de smalle trap op naar het restaurant zoeken een tafeltje dat uitkijkt op de haven en bestellen wat te drinken, Marjanne rode wijn en ik een grote pils.
Ik zeg:’Welk jacht vindt jij het mooiste?’
‘Die daar, achter in de hoek.’
Ik zeg:‘Je hebt een goeie smaak, die vind ik ook de mooiste.’ en tevreden kijken we naar ons scheepje.
We bestellen eten, Marjanne iets met gebraden kip, ik een “happie blauw” en groente soep vooraf.
De nasigoreng wordt geserveerd met een compleet garnituur van ondermeer zuur, gebakken eitje enz. en als klap op de vuurpijl een schoteltje met lombokjes.
Marjanne kijkt naar die kleine vuurrode, onschuldig uitziende pepertjes en wil er een in haar mond steken.
Op het nippertje kan ik haar hand tegenhouden en zeg:’Snij dat dingetje eens door, raak de binnen kant even aan en proef dan je vinger.’
Ze doet het, trekt een grimas en neemt vlug een slok van mijn bier.
De nasi is lekker en door af en toe een minuscuul hapje van een lombokje te nemen wordt de smaak nog beter, wel moet er het nodige bier aan te pas komen om de zaak te blussen.
Terwijl we wachten op het dessert (IJs met vruchten en slagroom), raak ik in gesprek met een marineman.
Om niet te laten blijken wat ik als koopvaardij man van de Marine vind, begin ik maar over de “Urania”, het opleidingszeilschip voor toekomstige officieren, dat nu bezig is met een rondje Noord Atlantic.
Wanneer we weer aanboord gaan zegt Marjanne:’Je hebt je netjes ingehouden, dat wel maar ik zat er bij met kromme tenen, want je had al een beste slok op en dan wil je wel eens een tikkeltje minder tactisch zijn.’
‘Wie ik???’ Hoe kom je daar nu bij?
Vakantieperikelen van Marjanne en Albert, deel 22
- Geschreven door Albert 45
- Hits: 11123