De vakantieperikelen van Marjanne en Albert, deel 23


Dinsdag 26 – 06 - 2007

Den helder – ……



Met een slaperige kop sta ik hier in alle vroegte naar het weerbericht te luisteren.
Hier word ik niet blij van, de cijfers vliegen om je oren of het bingo is.
Voor het district waar wij nu zitten is de verwachting W 8-9 en als ik het buiten zo hoor gieren, staat er nu al een beste poep wind.
Buitenom naar IJmuiden wordt niets en ook via het wad en IJsselmeer is het me een tikkie te ruig, dat wordt kanaaltje varen.
Weet je wat ik doe? Ik ga nog een uurtje achter Kaap Kont liggen!

We hebben lekker uitgeslapen en op ons gemak ontbeten, de afwas is gedaan en het is al bijna negen uur, dus tijd om te vertrekken.
De windmeter geeft 8 bft. aan
De motor draait en we zijn bezig met opkorten.
De “buurman” heeft in de gaten dat we weggaan en komt ook aan dek ‘zal ik de trosjes even losgooien?’
‘Nee dank u, alles staat met een dubbele bocht, we redden het wel.’
Buurman knikt en pakt een pikhaak.
Vriendelijk zeg ik:’Dat zal niet nodig zijn buurman en ik heb ook liever geen ijzeren punt tegen mijn schip.’
Tegen Marjanne mompel ik:’Als ie ook maar durft te wíjzen met dat ding, douw ik hem in zijn eh, waar de zon nooit schijnt.’
Marjanne blijft voorop, ik ga naar achter en kijk nog even naar het windvaantje, de harde wind komt bijna dwars aan BB in.
We moeten achteruit de box uit maar omdat we buiten de box net iets meer dan een scheepslengte ruimte hebben en aan BB een dwarssteiger de weg versperd kan het nog knap lastig worden.
Vanwege de wind kan ik het niet langzaam en voorzichtig doen, om niet te verwaaien moet het met veel motorgeweld.
Ik activeer de buiten bediening van de boegschroef, knik naar Marjanne haal snel het laatste trosje binnen, grijp de helmstok en trap de motor bediening op halve kracht achteruit.
Op het zelfde moment roept Marjanne:’Voor alles los!’
We schieten achteruit, nog voor we de box uit zijn moet ik de motor in zijn vrij schoppen om niet door te schieten naar de bootjes aan de overkant.
Meteen drukt de wind ons SB uit.
Laat de kont maar gaan die loopt al vrij maar de neus moet ik wel tegen houden.
Met een paar korte roffels van de boegschroef komen we zonder iets te raken de box uit, alleen liggen we nu met de kont in de vaarrichting.
Met een gezicht alsof ik het altijd zo doe, trap ik de motor op achteruit en met de helmstok midscheeps maken we, sturend met de boegschroef, een U bocht rond de kop van de steiger, vallen daar netjes slaags en varen de jachthaven uit.

Marjanne komt naar achter en zegt:’Dat heb je keurig gedaan, ik ben trots op je en heb je het gezicht van die buurman gezien? Hij wist niet wat hij zag!’
Ik zeg:’Ach ja, je bent zeeman of niet.’
Dat een mens, zoals daarnet, soms meer afhankelijk is van geluk dan kunde zeg ik er maar niet bij, ik wil me nog even koesteren in haar bewondering.

Buiten de jachthaven gaan we SB uit, richting Noordhollandschkanaal en zien al meteen dit gebakkie liggen.


We komen vlot door de Adm. Moerman brug en ook mijn collega van de Koopvaardersschutsluis werkt mee aan een vlotte doorvaart.
Dan begint een lange saaie tocht naar het zuiden.
Aanvankelijk zetten we nog een flink stuk fok waarmee we lopen als een tiet.
Later komen er meer luwe plekken waar we meer langs drijven dan zeilen en gaan daarom op de motor verder.
Alkmaar wordt vlot genomen en tegen half vier, na een rit van meer dan vijftig km., meren we af aan een eilandje in het Alkmaardermeer .
Even later zitten we gezellig, met wijn en droge worst, te kijken naar de surfers en enkele zeilbootjes die met een bloedgang het meer tot karnemelk varen.


WO. 27 - 06 - ,07

We staan niet zo vroeg op en ontbijten ook nog op ons gemak, zodat we pas tegen een uur of elf losgooien en vertrekken.
Het is helder weer, de wind is nu SW 6-7 en er staan aardige golven die schitteren in het zonlicht met op de achtergrond een echt Hollands landschap van boerderijen en een molen die, aangedreven door de harde wind, krachtig zijn wieken laat draaien.
Hoewel we graag naar het buitenland gaan, is Nederland best een mooi landje waar we altijd graag weer terug komen.
We komen via de Tapsloot op de Zaan terecht, hier is altijd wel wat te zien.
Bij Zaandijk staan de wereldberoemde molens van het openluchtmuseum “De Zaanse Schans”.


Via de Wilhelmina sluizen komen we op de Voorzaan, we draaien even de voormalige houthaven in om een kijkje te nemen bij wat ‘oudroest’.


Kijk, de “Scheelenkuhle” de oude stoomsleper waarop vriend Ton stoker, restaurateur duizendpoot en machinist is.
Zo’n oud schip heeft iets waar ik een goed gevoel van krijg. Prachtig toch?


Voor we afdraaien, ik kan het niet laten, neem ik nog een foto.


We komen bij het Noordzeekanaal en gaan BB uit richting het IJ.
Bij Shipdock Amsterdam, de voormalige NDSM, ligt een Spliethof bootje in het stenen dok, de “Eemsgracht” als het goed zie.



Bij de reparatie pier ligt een zware lading boot van Biglift, de naam kan ik net niet lezen, het is iets met Happy en nog iets.
Zou het soms Happy Hooker zijn?
Ik pak de kijker erbij, ik had het bijna goed, het is de “Happy River”.



We worden opgelopen door de “West Europa”, een binnenschip dat graag een caoster van het type “raised qouarterdecker” had willen zijn.




We varen langs de “Century”, een drijvend ginpaleis, zijn wij even blij dat we een eigen bootje hebben en niet afhankelijk zijn van dit soort ongein om een zeereisje te maken.


Imposant om te zien, dat wel.






Vooruit zien we de Oranje sluizen, voor de tweede keer deze reis.
Het was een machtig mooie vakantie, zoals je alleen maar met een bootje kan hebben.
We hebben veel gezien en veel beleefd, mooie en ook, zoals toen in de mist, heel spannende momenten.
Verveeld hebben we ons in ieder geval niet.
En hoewel we het fijn vinden om weer thuis te komen, kijken we nu al uit naar volgend jaar.
We hebben nog een halve week, voor we op huis aan koersen gaan we nog een dag of wat het IJsselmeer onveilig maken.
Dat wordt vanavond Durgerdam en de rest van de week? In ieder geval nog Hoorn.


Met een tikje weemoed, sluit ik het logboek alvast af.


Albert