Lagendijk schrijft:
"Toevallig" weet ik hier ook nog wel wat vanaf. De deltawerken zijn destijds aangelegd na 1953. Na de ramp was heel NL ervan overtuigd dat een dergelijke overstroming nooit meer mocht gebeuren. Het deltaplan werd uitgevoerd, waarbij veiligheid voorop stond en de dammen ontegenzeggelijk veel economisch voordeel meebrachten voor Zeeland (en NL). De Oesterdam en Philipsdam zijn niet alleen maar voor een Schelde-Rijn verbinding aangelegd, maar waren absoluut noodzakelijk om de bekkens te verkleinen zodat de stroomsnelheden afnamen waardoor later de andere dammen gebouwd konden worden.
Dat laatste kan praktische gesproken nauwelijks kloppen, want de Oosterscheldekering werd in oktober 1986 in gebruik genomen, terwijl Krammer en Volkerak pas in 1987 werden afgesloten.
Wel zie je regelmatig een andere reden opdoemen als reden voor de aanleg van de Philipsdam en de Oesterdam. Door de verkleining van het getijdegebied kon de verkleining van de getijdeomvang als gevolg van de Oosterscheldekering zo klein mogelijk worden gehouden.
Het economische voordeel van een getijvrije Rijn-Schelde verbinding wordt nergens genoemd in de officieele stukken.
Toch moet er sprake zijn geweest van een afweging. Nergens lees je wat de getijomvang zou zijn geweest als Volkerak en Krammer deel waren gebleven van het getijdegebied. 2.00 m, 1.50 m?
Het wad kent zelfs op dit moment nog steeds een kleinere gemiddelde getijomvang dan het Oosterschelde bekken. Bij Den Helder is de getijomvang rond de 1.50 m en bij de Eemsmond pakweg 3.00 m. Toch is ook daar sprake van grote natuurwaarden.
Wat de 'zandhonger' van de geulen in de Oosterschelde betreft: ik ben in het bezit van de 1805 editie 1985 en als ik die vergelijk met de editie 2009 dan ben ik van mening dat het vooralsnog wel losloopt met die zandhonger. In 24 jaar zijn de diepe stroomgeulen zoals de Hammen maar weinig minder diep geworden. Op sommige plaatsen zelfs dieper. Wel is het zo dat de Roggenplaat gemiddeld lager is geworden (pakweg 0,4 - 0,5 m). Aan de oostkant van de Oosterscheldebrug zijn de verschillen tussen 1985 en 2009 kleiner. De Vondelingenplaat bijvoorbeeld is nu gemiddeld nauwelijks lager dan in 1985. Ook hier zijn de stroomgeulen nauwelijks in diepte veranderd.
Dat er over 50 jaar geen droogvallende platen meer zullen zijn in de Oosterschelde kan ik dus nauwelijks geloven.
Ik ben het met je eens dat er nieuwe inzichten zijn ontstaan en dat er ongetwijfeld nog veel verbeterd zal worden in de Delta in de komende jaren, maar ik blijf het jammer vinden dat allerlei inzichten niet eerder zijn doorgebroken.
--
stegman