Als ik mijn bemanning vraag waar we naar toe moeten krijg ik meestal als antwoord: maakt niet uit als het maar zout is. Het IJsselmeer heeft zijn IJsselmeermuggen, maar bij ons zijn het de Volkerakvliegjes. En die zijn minstens zo irritant en met net zoveel!
Dus wat doet de schipper dan? Beetje uitkienen met de sluis (daluren - volgens mij wordt de Krammer nu 24 uur bediend, profiteer van de ruime openingstijden), beetje rekening houden met tij en gaan met schuit. Eenmaal op zout water is er bijna geen insect meer te bekennen. En dan komt de keuze: gaan we Grevelingen op voor wat kampvuurverhalen? St Annaland om garnalenbitterballen te eten (aanrader!)? Of toch een stukje verderop voor anker bij Neeltje Jans? Oh ja de Zeelandbrug! Weet iemand waar we op het tij zitten? De wind zit net verkeerd, opkruisen over de Keeten, gaan we voor dat vrachtschip langs of erachter? Eenmaal op de hoek van het Mastgat en de Oosterschelde is het altijd weer een verrassing wat de wind gaat doen: wegvallen, in kracht verdubbelen, en qua richting ongeveer omdraaien.
Voor navigatoren is dit gebied smullen. Qua zeilen daarmee ook zeer uitdagend.
Ongeveer hetzelfde verhaal kan ik houden over het IJsselmeer, waar ik ook wel wat mijltjes heb liggen. Ik sluit niet uit dat we daar ook nog eens heen gaan (jouzers achterna?), maar voorlopig vind ik de Delta een schitterend gebied om te varen. Kom het gerust eens ervaren, zou ik zeggen... niet allemaal tegelijk graag, dat past niet in de sluis