Hans V schreef :
Zeehaen schreef :
Ik gebruik solo-varend vrijwel altijd deze techniek die het voordeel van een middenbolder combineert met een achterlandvast. In de sluis, zowel als een box invarend (mits daar achterpalen staan) geeft dit een perfecte controle over de boot, ook aan hoger wal. Solo varend houd ik daarbij de motor in zijn werk zodat ik op mijn gemak naar voren kan lopen om daar eventueel ook nog een landvast aan te brengen. (In de praktijk doe ik dat echter vrijwel nooit). Koppelvaren noemde men dit vroeger.
[OT] Als je na het koppelvarend aanleggen in de sluis - wij doen niet anders - geen voortros of op z'n minst een spring van de middenbolder uitbrengt moet je de schroef in z'n werk houden om niet alsnog te verlijeren (hogerwal) of van de sluiswand te dobberen zodra anderen langszij komen. Voor boten achter je maak je het aanleggen door je schroefwater lastiger. Je ontkomt in wat drukkere sluizen - zeker aan hogerwal - daarom niet aan een extra lijn (ook singlehanded). Dus de vraag hoe en wanneer je die het makkelijkst vast krijgt blijft actueel.
Zeehaen schreef :
Het plaatje komt uit het onvolprezen boekje 'Zeilen zonder zorgen, een boekje over solo en shorthanded technieken)
Prima boekje inderdaad, met een typisch Britse inleiding van schrijver Duncan Wells.[/OT]
die motor duwt de boot naar voren, in de spring. als je de achter landvast naar dezelfde bolder brengt, dan trek je daar de boot mee naar voren, in de spring. kan de motor uit, fijn inderdaad voor de boot achter je.
en lekker dichtbij als je solo vaart, alles bij elkaar.