Onderwerp: 24 uurs race (update)

-

hmmm, krijg een deja-vu.. welktopic ?

Mijn excuus, ik zie dat ik 2x het zelfde bericht heb gepost. Dit is natuurlijk niet de bedoeling. Ik kan hem alleen niet verwijderen.

Natuurlijk eigenwijs als ik ben heb ik ook even op de knmi site gekeken en inderdaad ben ik met stomheid geslagen over de cijfertje. .

Waarschijnlijk hebben wij dan een optimistische windmeter. Daar zal ik in het vervolg rekening mee houden.

ps. Het trimmen moeten we nog leren.

Hebben jullie die stats ook van gisteren? Was 't toen veel minder dan zaterdag overdag? Gisteren voer ik aan de wind namelijk nog met genua 1, was in de buitjes wel op het randje maar tussen de buitjes door pakte je er dikke winst mee..

FMJ schrijft:
www.knmi.nl/klimatologie/dagge...files3/dezemaand.txt

Gister zondag zijn we van Stavoren naar Kampen gevaren. Of eigenlijk Roggebothaven. Onze windmeter gaf toen tussen de 18~25 knopen aan. Dat was heerlijk zeilen. Maar volgens mij, voor de wind is onze windmeter ook een beetje in de war.
Ik vertrouw dat ding niet meer.

Dit zijn de cijfertjes van 24-10-2010

Wellicht een ander topic waard maar ik kom nog even terug op die rompvorm. Die hele waterlijn fanfare komt grotendeels uit handicap systemen, dat is bekend. Het oog wil ook wat dus estetisch wordt er ook op ontworpen. Alleen een boot maximaal laten presteren door hem op zijn kant te leggen ken ik echter niet. Klinkt overdreven maar het gangboord consistent door het water laten gaan is wat mij betreft geen design feature.

De statische waterlijn in rust wordt bij een waterverplaatsende romp automatisch al verlengd door de kuil waarin die romp zich gaat bevinden op volle snelheid tussen de boeg en de hekgolf. Gooi je er ook nog 30+ graden helling tegenaan neemt de waterlijn aan 1 zijde zelfs af. Stel je kan de aanhechting van de kiel zien aan 1 zijde onder helling, dan snap je wat ik bedoel.

Bij een helling tot een graad of 10-15 kan ik me nog iets voorstellen maar dan nog. Werking van roer en kiel nemen in de basis af onder grote hellingshoeken, Centre of effort verschuift enorm wat loefgierigheid in de hand werkt, etc etc.

Kijk eens naar meetbrieven, daar zie je bij een toenemende helling ook de waterlijn lengte afnemen als de helling fors wordt. Kan wat mij betreft nooit de bedoeling zijn. Staat het niet op de meetbrieven dan zie ik het in ieder geval terug in mijn ORC software.

Ik mocht onlangs mijn eigen vaardigheid laten zien in zo'n sloop je gewrichten Yngling maar wat ik daar met klem heb geleerd is dat helling exit is. Zo vlak mogelijk varen dat ding, ondanks zijn overhangen. Opzienbarend wat voor een verschil dat maakt.

Ik hoor graag het achterliggende mechanisme waaruit verklaard kan worden dat een helling waar hier over gesproken wordt voordelig uitpakt ten opzichte van rechtop varen.

Gr Michel

Beauty schrijft:
ik kan een paar redenen voor een beetje helling bedenken:
- 'geen' wind, beetje hellen laat de bolling in de je zeil door het doekgewicht de goeie kant (lij) uitgaan
- bijna geen wind: dan is nat oppervlak de grootste factor in de weerstand. Bij sommige rompvormen (kinkspant) verklein je het nat oppervlak met een beetje helling.
- lijgierig bij rechtop (ook bijna geen wind). Dan kan ietsje helling de roerweerstand verminderen.
- helling naar loef om loefgierigheid (en dus stuurweerstand) op te heffen: Opti, Laser voor de wind.

Maar inderdaad, helling is 95% van de tijd not-done.
groet
t

commeraal schrijft:
Meet dat ding schijnbare wind? Of berekent ie ware wind? En als ie ware wind berekent krijgt ie dan je bootsnelheid wel goed door? Als ie alleen de schijnbare wind meet dan klopt het dat je aan de wind meer op de klok hebt dan voor de wind. Vergelijk het met tegen de wind in fietsen en voor de wind uit fietsen met dezelfde windsnelheid.


@Capo: ook grote boten - ja ook die van jou - rol je plat voor de wind naar loef voor minder roerdruk.. Een goede spi regelt dat zelf voor je vanaf een knoop of 18 ware wind, kwestie van ver uitbomen met de boom niet te laag en dan je spischoot vieren tot de schouder helemaal naast je voorstag staat. En ja dat gaat echt harder zolang je als je afkruist niet gaat planeren.

Voer je je 32'er trouwens ook rechtop? Dan snap ik nu waarom we die dingen met de 28'er nogal eens inhaalden aan de wind, ze varen allemaal lekker op een oor. Hebben ze zeker op een 28 geleerd, want Spirit 28's gaan - sorry Michel - echt het beste met forse helling en veel zeil erop. Winners (950 en 1010), First 31.7's en vele andere grotere 'snelle' schepen moeten het dan tegen zo'n oud barrel afleggen. Zij varen dan met HA-fok en soms al een rif, de Spirit met genua 1 (4-5 bft) of 2 (5-6 bft). Waarbij ook die Spirit dan natuurlijk harder gaat door de 5 man aan loef, hangen moet je wel altijd doen dat ben ik met je eens. Maar met heel veel power en toch gelijke snelheid en hoogte maak je onder die omstandigheden dan echt winst.

Bij de J-22 ligt dat dan weer HEEL anders, die is ook loeistabiel met een flinke bak helling doordat ie naar boven toe lekker breed wordt - ideaal voor als je veel wind hebt met toerzeilen - maar als je 'm nagenoeg rechtop houdt ligt alleen de vlakke, smalle bodem in het water en niet die brede buik, dat scheelt immens.

FMJ schrijft:
tuurlijk, plat voor de wind naar loef, maar met afkruisen (voor de beste VMG) kom je niet plat voor het laken.....

De 32 vaart (aan de wind) ook het beste met wat helling.
Kan ook haast niet anders, is net als de 28 erg smal op de waterlijn. En de helling geeft een forse verlenging van de waterlijnlengte, gezien de overhangen voor en achter bij beide schepen.
Je ziet overigens in de hele reesk ontwerpen van Koos de Ridder (SO28, Pion, SP32, SP36, FF-en etc) een hele mooie ontwikkeling van ronde 'ballen' als de 28 en 32 naar plattere vlakken (al een beetje bij de 36, helemaal bij de FF).
De 36 hangt er echt een beetje tussen, niet meer dat ronde IOR model, maar ook nog lang niet die platte planeervlakken van de FF.

groet
t

Ja maar zodra je rompsnelheid loopt - en dat is vrij snel met die lel van een spi van jou - hoef je niet meer af te kruisen, planeren doet ie toch niet - te zwaar en nog niet zo vlak- dus gassen over de 'rhumbline' met helling naar loef.

Je ziet inderdaad geleidelijke ontwikkeling in Koos z'n rompvormen, kan je ook mooi aan de spiegels zien. Bij de SP32 en FS35 en 26 zie je dat de 'zijkanten' al een beetje schuin staan ipv verticaal en al nagenoeg recht zijn. Bij de SP36 zijn 't echt 2 schuine rechte lijnen met 2 cirkeldelen eronder en komt er middenonder ook een rechte lijn tussen, de FS22 had dat ook al en was daarmee eigenlijk z'n tijd vooruit, waarschijnlijk ivm binnenruimte bij die lengte. Bij de FF's en FS33 is die rechte lijn onder dan weer een stuk breder.

Bij helling varen heb ikhet ook over enkele graden hoor! Echt niet met het gangboord door het water sleurende...

Groeten,
Globe_Trotti

Ik ben dan niet echt de zeilexpert hier, maar als er een windje bft 4 staat en een boot ligt niet onder een helling van +-15-20 graden gaat ie niet hard.
Dan heb je gewoon te weinig zeil op.
Dit is wat ik zie op het water in een wedstrijd.. behalve dan natuurlijk bij voor- en ruime wind.

Bovenstaand verhaal gaat volgens mij bij elke waterverplaatser op.

@hruiten, topic is een jaar oud? Wel interessant leesvoer overigens.

hmm.. Ben ik weer bezig met oude koeien uit een sloot te trekken? . Dacht dat het om de 24 uurs van dit jaar ging.

Had zo kunnen zijn, ze gingen dit jaar wel erg schuin ... en hard

Interessant om terug te lezen hoor

Rompvormen blijft een boeiende materie die nog altijd in beweging is.

Van graag hellende doch nog relatief comfortabele S-spanten waar toch nog best snelle (scherpe) rakkers tussen zitten, via de brede ietwat wiebelige IOR kuilengravers, tot platte paaltjespikkers met tien vierkante meter spiegel, en alles daar tussenin.