Zeiltocht van 15-07-2017 tot 19-07-2017
Naar Southwold, Oostkust van Engeland.
Bemanning: Camille Captain
Marcel Eerste
Pim Planner
Paul Kok
De steven naar het Oosten ! Dat is de bedoeling op deze veelbelovende donderdagavond.
Maar voordat het zover is moet er nog veel water door de Maas stromen. De “Ingeling” helemaal gepoetst en onderwater aangroeivrij.
Diesel, punctuele zeekaarten, analoog en digitaal.
Stromingen, getijden, het weer.
Vrije dagen plannen en inpakken
Oke, alle vertrouwen in de Captain, we noemen hem weleens “ Captain Sparrow”. Die was ook niet zo opgeruimd en gebruikte kaarten uit het jaar 1880. Dan zijn de kaarten van onze Jack toch echt wel veel recenter !
Vertrek richting Scharendijke, de thuishaven van de Beneteau 31,7 gaat per Skoda. Daar gaat me toch veel in ! 4 stevige mannen met bagage, grote pannen en een meterslange joon. Voor een gevoel van veiligheid. Overal.
Aangekomen even hard werken om alles een plekje te geven, lekker groenten eten, de haven uit, gelijk de zeilen gereefd gehesen en met een flinke poeier wind richting de “Sluis van Bruinisse”. Geen reactie van Rijkswaterstaat? Nog 3 keer de vraag vriendelijk herhaald, dan eindelijk tegengeluid: deze sluis heet anders. Stemmetje van de Staat reageert een beetje geïrriteerd. Maar sindsdien verzinnen wij bij elk kunstwerk van hem een betere, voor de hand liggende naam.
De volgende uitdaging. Stuurboordwal houden maar toch moeten laveren waar dat niet mag. Knijpen, een beetje schipperen, de AIS uitgeschakeld, richting de Oosterschelde. Concentratie, werken. Dat blijft zo tot aan de Zeelandbrug. Nu mogen we weer het hele water benutten maar het blijft hard werken. Harde tegenwind en golven. Bijna de langste dag maar de sterren verschijnen onverbiddelijk. Geen probleem voor deze bemanning. Genieten van de felle lichtprikjes in het water van de algen, worden ze graag beroerd? Sterren boven, lichtjes in het water, waarom doet de natuur toch altijd zo zijn best om zo mooi mogelijk te zijn? Die vaag blijft zich vaak herhalen.
De Roompotsluis of de Oosterscheldekeringsluis. Om 2 uur komen we aan, om 6 uur moeten we schutten. Hebben we 6 uur lang hard aan de touwtjes moeten trekken dus een biertje is we wel verdiend. Een beetje jammer is het wel dat 3 uur slapen niet veel is. Deze sluis heeft een stremming. Als we na 8 uur aankomen gaat de feest niet door.
De zee op. De wind giert van zee tegen de dijken , er zijn nog geen golven, maar die laten zich raden. De halve bemanning bereid zich hierop voor met de inname van pillen, de andere helft weet niet eens hoe je het Z-woord uitspreekt.
Vol goede moed om de dijkjes heen de snelkookpan in, maximaal gereefde zeilen, tegen de wind in. Deze boot is daar zeer goed op ontworpen en heeft er zin in, de bemanning krijgt te maken met Koning Zeeziekte, een lid hangt ineens kotsend over het lage gangboord, hij krijgt de puts, maar dat verzacht niet.
Plan B? Dat gaan we bedenken. Maar eerst zoeken we een route die toch leuk is, legaal te bevaren en de patiënt verlichting brengt.
Heerlijk halve wind zeilend, surfen van de golven, genieten. Ineens word de motor gestart, enorm schrikken omdat deze volgas gaat loeien. Blijkt onze zeezieke met zijn schoen op de startknop te drukken. Opgelost, maar de Captain is nu wel wakker, heel erg wakker.
De Westerschelde op. Naar Antwerpen is ook leuk maar de Captain wijst deze optie af. Zegt iets teleurgesteld “je mag daar nergens meer zeilen” doelend op het stuurboordwal-decreet van de Staat.
Op de spi zeilend richting Hansweert, over de Oosterschelde weer naar de Roompot. In het zicht van meer kust en minder golven verdwijnt het katterige gevoel in de buik.
We eten macaroni tijdens de doortocht over het “Kanaal door Zuid-Beverland” of het Wester-Oosterscheldekanaal. Een beetje onzeker geworden zoeken we naar de officiële benaming van de sluis en bruggen. Het is 18:00 uur.
5 uur later liggen we vast bij de Sluisnaarzee, ook nu een welverdiend biertje en we kunnen redelijk lang slapen.
Weer de zee op, het is nu allemaal veel beter te behappen voor de bemanning, plan B is richting Vlieland. We koersen Noordwaarts . Maar volgens de weersverwachting krijgen we terug heel weinig wind tegen. Bovendien is het 130 Mijl varen. Engeland is 80 mijl. Te weinig tijd voor de Wadden. We draaien 180 graden voor plan C: Blankenberge, 35 mijl. Ook heel erg leuk. Een zacht windje, afvlakkende zee, met volle zeilen, hervonden moed en nieuwe energie, op weg. Op de eerste ronding, gisteren, zag de Captain een geultje tussen de zandplaten, toen met bulderende branding. Nu lieflijk. Met 3 meter water onder de kiel midden op zee.
Blankenberge nadert, met een zacht windje gaan we op de 2 gebogen skateksels af. Voor de wind zeilen we langzaam keurig stuurboordwal. We lopen met een klap tegen de grond, starten de motor om achteruit slaan. Een lid verliest een stukje vlees aan het achterstag, ik ram bij het vechten met het grootzeil, dat voor de wind niet omlaag wil, met mijn elleboog tegen een medelid. We klappen nog 2 keer hard tegen de grond. Liggen er stenen in de vaargeul ?
Losgekomen van deze onheilsplek gaan we de zee weer op, de Captain is streng “ik ga daar niet meer naar binnen” we wachten 2 uur op zee op hoger water. Maar we besteden deze tijd goed met, geheel tegen ons principe, een biertje tegen de schrik en gaan zwemmen achter de dobberende boot. De wind is bijna op. De oranje zeilpakken maken plaats voor de korte broeken, en die gaan niet meer uit.
De havenmeesteres brengt uitsluitsel over de aanvaring met de grond. Het zijn geen stenen, maar hard zand, na iedere storm ligt dat daar en moet deze keer nog weggehaald worden. Misschien zou er een waarschuwing moeten komen ? Lijkt wel wat Belgisch. Overigens ontdekken we bij het wegvaren 2 geleide-bakens op de wal die het vaargeultje aangeven. Maar die zijn niet opvallend en er ontbreken pootjes van de Xen. Er staat verlichting op, goed geregeld bij duisternis.
We mengen ons tussen de landrotten, wat zijn dat er veel! Eten een ijsje, zoeken een appartementje uit bij de makelaar en zijn lang aan het kuieren. Gezellig.
Bij het avondbiertje zakt de boot dieper en dieper langs de dijk omlaag totdat de kiel stevig in de drek zit. Water kabbelt van de waterkering aan de voet van de dijk. Kunnen we eindelijk onopvallend vrij urineren. Slapen als beren in de winter.
Weer op weg naar de Roompot. Bijna geen wind en tegen. Eigenlijk begrijpt de schrijver van dit stukje het niet, we zouden westenwind krijgen, niet bezeilbaar vanuit de Wadden.
Richting Zeebrugge op de halwinder zeilend kunnen we niet om de havenpieren heen. We zijn al aardig op weg als we tegenstroom krijgen. Laveren met een zacht windje tegen de getijdenstroming in schieten we een groot deel van de dag geen meter op maar zeilen heerlijk. Voor het oversteken van de shipping-line moet zelfs de motor aan.
Tegen zonsondergang liggen we op een mooi plekje aan een drijvende, helaas tijdelijke, aanmeerplaats op zee, tussen de dijken bij de Roompotsluis. Vlak naast een zeer enthousiast wiekende windmolen.
Tijdens onze voor/tegen windenergie discussie horen we een hard “plok” geluid en de molen gaat als een gek tegen de wind in remmen met een luid geraas. Zo, even geen duurzame energie, hij gaat zijn computers resetten en werkt daar in stilte aan. Na een uur gaat de molen weer zuchtend aan de slag en geeft het na korte tijd weer op met evenveel geplok en geraas. Hebben wij weer, gaat dit de hele nacht zo door ?
Naar de thuishaven vertrekken we lekker vroeg om nog een deel van de getijdenstroom op de Oosterschelde mee te pikken. Ook nu weer tegenwind. Tot aan de Zeelandbrug. Voor een onderdoorgang staat nu te veel water, de Captain roept de “Zierikzeebrug” op. Nee hoor grapje, we hebben deze man nu wel genoeg met zijn eerste vergissing geplaagd.
Ook op de Zijpe en mastgat hebben we wind tegen. Hoe kan het ? Zeilen had best gekund, maar we durven niet van de stuurboordwal af te wijken. Het ijzeren zeil wordt aangeslingerd. De stuurman van dienst zit nu per 5 minuten uitgebreid te geeuwen. Hij kan met gemak een etmaal aan het roer zitten onder zeil, nu moet hij vechten tegen de slaap door het saaie motorgeronk. Een stil gevecht tegen verveling.
Bij de Grevelingensluis aangekomen denken we even door te varen. Mooi niet, dubbel rood. De brugklep zit vast door de hoge temperatuur, het is hier inmiddels een graatje of 30. Mediterrane omstandigheden. Daar heeft Rijkswaterstaat geen rekening mee gehouden met het ontwerpen van de brugklep, door uitzetting van het metaal past hij niet meer. Moet gekoeld worden met extra speciaal van ver aangevoerd water. En dat op een maandag.
We liggen een paar uur te wachten en er komen steeds meer bootjes bij. Dat geeft een vrolijke toestand als de sluis weer vrijgegeven word en iedereen tegelijk met de eerste schutting mee wil. Ons lukt dat niet, zo vriendelijk zijn wij dat een paar eikels met motorboten de laatste vrije gaatjes voor onze neus afsluiten.
Helaas, het avondeten thuis redden we toch niet meer.
Als cadeautje van moeder natuur krijgen we een strak windje voor het laatste stuk, wel weer tegen. We kunnen er weer volop van genieten. Bakje koffie erbij, koffie waait er gewoon uit!
Deze zeiltocht naar de Oostkust van Engeland is compleet anders verlopen. “Zeilen is toch de meest ongemakkelijke manier om ergens aan te komen waar je niet heen wilde”. Maar het was een prachtige tocht. Steeds tegenwind. Zeer hoge temperatuur, veel gezwommen.
Volgend jaar weer proberen.
21-07-2017
Paul Dorsman