Zee-piraat - deel 2
Zondag
Weinig gedaan. Op tijd wakker, even de weersverwachting voor morgen nog bekeken (die is weinig veranderd) maar verder nog blijven liggen. De zon laat zich zien vandaag. Nog een stukje opschuiven naar Stellendam of blijven liggen? Dat laatste. Geen zin om een paar uur in die zon te zitten en tergend traag vooruit te komen. Sowieso, eerst dat onderwaterschip nog ‘kuisen’ zoals mijn Vlaamse collega’s zouden zeggen. De bimini opgezet. Dat is een heel fijn ding gebleken. Dat geeft lekker schaduw, echt een luxe op deze dagen. De klok haast zich voort vandaag. Ontbijt word brunch, en een paar worden heel veel bootjes om ons heen. Vakantie, ieder die de koelte opzoekt? Het valt in ieder geval erg op.
De windrichting wijzigt een paar maal vandaag. Erg fijn voor de ‘kuis’; zo word van diverse hoeken het onderwaterschip belicht. Perry blij. Tussen door even rusten, plannetje voor morgen in detail verder uitgewerkt,
goulashsoepje gemaakt, afwasje gedaan, de klok sprint. Wat een lui leventje. Ben dat niet zo gewend, maar ben ook erg moe.
De maag roept: “Nog wat!”. De bijboot word in stelling gebracht. Lees: duikbril, waterdicht zakje, pinpas, contantgeld en bril worden verzamelt, zakje getest, goed bevonden en spulletjes erin. Bijboot Perry kan te water. Het is best nog een eindje zwemmen. Whooo, rustig aan. Het beetje wind dat er is blaast het zakje rapper weg dan de ‘bijboot’ voort gaat. Enniehoe, we komen aan land en de ‘bijboot’ blijkt amfibisch. Laten we gezond eten. Vegetarisch. Friet met een groente kroket en een heerlijk gekoelde drank. Dat past goed bij deze dag.
Hoe later het word hoe minder bootjes. Omdat de wind in de nacht al aantrekt en om morgen ochtend een bult werk te besparen gaan we anker op en aan een ton hangen. Veel verder niet gedacht. Dat kon beter naar zal blijken.
Maandag
Ergens rond 4 of half 5 wakker. Het ligt erg onrustig. Hobbel, hobbel, hobbel, ruk, PATS. Wie verzint het ook om aan lager wal te gaan liggen met een licht bootje. Een poos blijf ik liggen. Word er niet beter op. Grrrr. Nou ja, het is wat het is.
Staan we iets eerder op en vertrekken om 7:30. Op naar de Goereese sluis. Ja, nu loopt ze met een gekuisd huidje een echt stuk lekkerder. Heerlijk. De sluis nadert rap. Voor de kom de fok weggedraaid, in de kom het grootzeil laten vallen. Even vastgeknoopt om te wachten. Het duurt niet heel lang eer de deur open gaat. Dat zit best mee. We liggen met 7 zeilbootjes en een motorbootje in de sluis. Deze jongen achterin. Niemand van ZF. Wat kom je die jongens toch weinig tegen. De deur gaat open. Hee, maar wacht even, we kunnen onder de brug door. Zeker weten, even dubbel checken. Ja! Maar, lichten op rood. Zijn die alleen voor de brug of ook voor de sluis? Toch maar even gewacht, zoveel haast is er niet, en ook geen risico dat er plots ook voor mij iemand los maakt. En dan is het zo ver. Hop, hop, hop, de zeiltjes gaan weer op.
Eindelijk na vele jaren kom ik weer eens hier. Ik was er slechts eenmaal eerder. Op een of andere manier kwam het er nooit meer van. Leuk om te zien deze omgeving. O, en de Maasvlakte. Ook goed aanwezig. De armada uit de sluis slingert door de achtbaan die Slijkgat heet. Zo nu en dan voor de wind. Melkmeisje boom ik met de hand even uit. Ik voel de kracht, dat scheelt echt een stuk. Tussen SG5 en SG5A varen we de geul uit. Alle anderen gaan … Noordwaarts? He, heb ik niet goed opgelet? Dan hebben ze toch stroming tegen? Nah, wellicht gaan ze verder Noord en hebben meerdere tijen, of hebben geen zin om te wachten. Geen idee.
Lekker alleen dus. Heerlijk; zon, uitzicht, geluid van romp door het water. Diverse keren een zwart koppie die komt kijken; bruinvissen die poolshoogte nemen. Je word er zen van. En die kustlijn. Zoveel mooier dan de Belgische. Kortom: genieten.
De keuze: door het Krabbengat of verder van de kust af? Eenvoudiger en veiliger (geen gekloot met diepgang) is de tweede. Bovendien heeft die laatste minder last van de thermiek aan de kust (wat met westen wind een zeebries zou heten). Het is wel 4nm langer. O ja, en wellicht is bij die laatste wat sterkere stroming (mee). Enzovoort. Dus de route genomen strak langs afgebakend gebied: verder van de kust af maar nog een stuk oostelijk van de rij westkardinalen. Langs die laatste rij tekent zich overigens een lijn af met zeilbootjes.
Heel in de verte zie ik een paal. Of is het een mast? Ligt precies om mijn te varen koers. Mooi mikpunt als het vast is. Iets minder mooi als het niet vast is. Het staat niet op de kaart, dus dan zal het toch een zeilboot zijn. Het blijkt uiteindelijk een paal te zijn. Staat niet op de kaart. Dat had toch echt wel gemogen. Al helemaal omdat het zo’n mooi oriëntatiepunt is.
Deze zeiler gaat verder. Een heel stuk verder. Op een gegeven moment zie ik in de verte een zeilboot, met een gennaker op. Komt ongeveer mijn kant op. Zal naar mijn inschatting heel royaal achter langs gaan. Zo af en toe kijk ik onder de zeilen door: Okay het word iets minder royaal, maar het blijft nog steeds veel meer dan prima. Echter, plots zie ik een andere koers en komen we dicht bij elkaar uit. Tja, waarom dat nou? Heeft hij mij gezien? Ja! Ik houd koers en snelheid. Hij wil wellicht iets zeggen. Ik kijk nog eens. Wrijf mijn ogen uit. Ik, ik, ik zie De Zwaan! Iemand van ZF: euforie. Eindelijk. En niet zo maar een lid. Iemand die prachtige projecten op zijn schip uitvoert en op ZF deelt. Een galmend engelen gezang begint aan te zwellen. Een zielsbroeder: Haal de champagne en glazen! Ik kan mijn tranen amper bedwingen. We gaan elkaar hier als lang verloren broeders op de Noordzee om de hals vallen, knallende kurken. De aureooltjes zijn inmiddels ook al uit de kast gehaald. O snel, een kiekje voor “Ik heb je gezien”. Zal ie leuk vinden. Maar, ehh, hoe heet hij ook alweer. Ik kan even niet op de naam komen. Een brok in de keel. Ik lig inmiddels zo goed als stil, De Zwaan komt langzaam langszij. Kijkt, en zegt iets met “over bakboord”. Wa? Besef. Auw. De engelen van daarnet worden een trombone die langzaam ‘leeg loopt’. Totaal verbouwereerd zeg ik: “Ja”. Berusting aan de andere zijde. We drijven langzaam uit elkaar, mijn droom die als een oerknal uit elkaar spat. “Broek op de enkels”. Maar nog erger. In plaats van broederschap is er ergernis. Over zo iemand die maar net de voorzijde van de boot weet te vinden, de boot groter is dan de kennis van de vaarregels en dure zeillaarzen heeft waar alles aan gelapt word. Je kent het wel. Dat zijn altijd die anonieme anderen. Op ZF word er met minachting en bloedhekel over geschreven. Alleen, alleen, nu, nu… ben ik het. Vertwijfelt bedenk ik herhaalt en herhaalt hoe dit nu zo is kunnen komen. Waar ging het mis. Wat had ik wanneer anders moeten doen? Dat is interessant en leerzaam.
Maar auw. Wat rest mij? Outcast, paria. Word ik gecanceld? Ik ga straks gelijk een berichtje sturen met mijn verontschuldigingen. Wat baal ik ontzettend. Waar kan ik mijn stapel RYA, CWO, TKN en vaarbewijzen inleveren? Wat baal ik. Sorry Timo!
Timo (a.k.a. Il Cigno (De Zwaan)): Molto dispiaciuto,
Je zee-piraat die naar het zich liet aanzien even de weg kwijt was
(Wat was het warm die dag. Dat bericht werd even uitgesteld en in plaats daarvan werd het inspiratie tot dit verhaal.)