ik was zelf even in de war
vond dit op een site voor de binnenvaart
Het antwoord is in feite simpel: er zijn nu eenmaal links-om en rechts-om draaiende schroefassen.
1.
Bij oude langzaamlopers plaats men de motoren vaak met het vliegwiel naar voren. Het vliegwiel is namelijk groot en hoe verder naar voor, hoe meer diepte de meeste schepen hebben.
Bij snellopers plaatst men het vliegwiel naar achter, omdat de vliegwielzijde betere aanbouw mogelijkheden voor de keerkoppeling biedt.
(Bij motoren bepaalt men de draairichting door tegen de vliegwielzijde te kijken.)
Een linksom draaiende langzaamloper heeft dus een rechtse schroef nodig.
Een linksom draaiende snelloper een linkse.
2.
In combinatie met sneller lopende dieselmotoren gebruikt men reductiekeerkoppelingen. Er zijn keerkoppelingen waarbij de reductie de draairichting omdraait (Dit zijn meestal korthalskeerkoppelingen.) en koppelingen waarbij de reductie de draairichting niet omdraait (Dit zijn meestal langhals- of in-lijnkeerkoppelingen). Bij een zelfde motor kan men dus twee verschillende draairichtingen van de schroef krijgen.
3.
Er zijn linksom en rechtsom draaiende motoren. Waarom weet ik niet precies.
Misschien omdat men bij dubbelschroefs aandrijvingen (vaak?) motoren met tegengestelde draairichtingen gebruikt. (Men moet namelijk tegengesteld draaiende schroeven gebruiken).
Ik heb me laten vertellen dat bij linksom draaiende motoren de uitlaat over het algemeen aan de linkerkant zit. De 'bedienings'zijde zit dan rechts. In kleine machinekamers heeft men graag een motor met de bedieningszijde aan die kant, waar men de machinekamer inkomt. Komt men aan bakboord binnen, dan wil men dus een rechtsdraaiende motor. Een fabeltje???? Best mogelijk! In ieder geval waren er (vroeger) diverse motoren in links- of rechts draaiende uitvoering verkrijbaar.