Na enige aarzeling (iedereen heeft al jaren zo z'n mening op dit gebied) wil ik toch een paar observaties delen. Die zijn voor mij nu aanleiding het brandstofsysteem aan boord te herzien.
Even een stukje historie : onze C777 uit 1988 heeft een laagstaande RVS brandstoftank met een inhoud van 35 L (foto 5). In 2003 heb ik, na het verplaatsen van de tank, de brandstofleidingen vernieuwd, inclusief de aanzuig- en retourleiding die van bovenaf in de tank steken tot op ca. 10 mm boven de tankbodem. Als materiaal heb ik daarvoor 8 mm koperen leiding 'van de rol' gebruikt. De tank was redelijk vervuild, die is toen grondig inwendig schoongemaakt.
In 2007 heb ik de tank opnieuw inwendig gereinigd, na een filterverstopping door een flinke besmetting met dieselbacteriën.
In 2014 is de tank opnieuw inwendig gereinigd, geen besmetting deze keer maar zwarte korrelvormige troep op de tankbodem en zwevende vervuiling in de bodemregio. Met een spiegeltje in de tank gekeken, de koperen aanzuig- en retourleidingen waren zwart aangeslagen, maar voor reiniging niet bereikbaar.
We varen gemiddeld zo'n 100 uur per jaar op de motor, bij een verbruik van 1,5 L/u is dat krap twee tankvullingen in het seizoen. Bij iedere tankbeurt voeg ik een onderhoudsdosis Grotamar71 bij.
Nu, na het vaarseizoen 2015 heb ik de tank opnieuw inwendig gecontroleerd. We hebben dit jaar grotendeels GTL getankt, maar noodgedwongen tussendoor ook 'gewone' diesel, die volgens EN590 norm 7% biodiesel bevat.
Opnieuw was op de bodem enige korrelachtige vervuiling zichtbaar. Reden om de tank in z'n geheel te demonteren, en de aanzuig- en retour standpijpen te demonteren. Die standpijpen bleken zowel in- als uitwendig gedeeltelijk (nog) met een dikke zwarte koek bedekt (zie foto 1). Een deel van die koek was eraf gevallen en lag als korreltjes onderin de tank, onder de standpijpen. Verder lag er een laag vettige substantie op de bodem, die zich niet met de diesel mengde (zie foto 2).
Na schoonmaken van de standpijpen bleken deze over het hele, aan diesel blootgestelde, oppervlak putvormig te zijn aangetast. Een deel van het koper is opgelost (zie foto 3).
Na een uitgebreid literatuuronderzoek kom ik tot de conclusie, dat de beschreven aantasting van de koperen delen z'n oorzaak vindt in de zeer hygroscopische biodiesel toevoeging aan onze huidige brandstof. Koper- en zink ionen (de laatste afkomstig uit de messing onderdelen) met opgelost water veroorzaken volgens de geraadpleegde onderzoeken een versnelde oxidatie en degradatie van biodiesel. De vrijkomende oxidatieproducten zijn peroxides en hydroperoxides. Deze worden door voortgaande degradatie omgezet in aldehydes, ketonen en zuren. Door oxidatieve polymerisatie ontstaan corrosieve polymeren, die in combinatie met restanten van het productieproces zoals alcohol, vrije vetzuren, glycerol en restanten van katalysatoren corrosie van met name koper- en zinkhoudende onderdelen veroorzaken.
Ter illustratie heb ik met het restant brandstof uit de tank twee potjes gevuld, en in een van die potjes een stukje koperen leiding gelegd. Al na twee weken is een duidelijke blauwgroene verkleuring te zien, een indicatie voor koperzouten in oplossing. Zo snel gaat dat dus (foto 4).
Voor mij reden genoeg om koperleidingen en messing attributen in het brandstofsysteem in de ban te doen.
En - geen voltanken van de brandstoftank in het najaar, om onnodige veroudering te voorkomen. Ideaal zou zijn de tank te legen in het najaar, en pas weer te vullen vlak voor het vaarseizoen.