dehler schreef :
...........
behandel je het hout wat rond moet zoals vroeger met water en aan de andere kant vuur.
Of stomen?
Even verder met de cursus.
Misschien is het je al opgevallen, dat (heel generaliserend) de houten schepen over de hele wereld op elkaar lijken. Een beetje kotter-achtig, dus met vloeiende lijnen en zachtgebogen huidplanken.
Alleen in dat kleine kikkerlandje aan de Rijn vind je die rare kogelronde scheepjes, zoals boeiers, tjotters, botters, Staverse jolletjes, Scheveningse bommen enzovoort.
Hoe zou dat komen?
Over de hele wereld (nog steeds generaliserend) worden de huidplanken kromgemaakt met stoom. Maar in Nederland zijn we gewend aan krombranden.
Met traditioneel stomen wordt een plank in een stoomkist gelegd en zo lekker gekookt. Als-ie na een tijdje door-en-door heet is (en zo slap als een dweil) wordt-ie door een zootje mannen m/v uit de kist gehaald, in een drafje naar het schip gebracht en dan als de sodemieter rond de spanten geklemd. Dat moet razend snel, anders koelt het hout te ver af.
De plank wordt dus in no-time gebogen, maar dat wil hij eigenlijk niet. Het hout heeft eigenlijk meer tijd nodig om toe te geven. Dat houdt in, dat er geen scherpe bochten kunnen worden gemaakt, op straffe van breuk.
Maar in Nederland wordt hout al vele eeuwen lang met vuur gebogen. Een plank wordt ingespannen, er gaat gewicht op, er wordt warmte toegevoerd, en de plank zal dan in zijn eigen tempo toegeven. De ene plank gaat langzaam, de andere snel. Als de plank zijn vorm heeft gekregen (en dat kan zelfs een heel scherpe bocht of torsie zijn), dan wordt hij afgekoeld, waarna men hem in alle rust tegen het schip kan zetten.
Op deze manier kan een schip (bijvoorbeeld een botter) worden voorzien van zijn hele huid, terwijl er nog bijna geen spanten inzitten.
Bij een "gestoomd" schip zullen wel eerst alle spanten moeten staan om de hete planken omheen te vouwen.
Ook hier is de Nederlandse methode in het voordeel, want het is veel eenvoudiger om spanten heel nauwkeurig passend te maken op de huid, dan andersom.
In mijn ogen zijn kotters dan ook heel ruw en slordig gebouwd; de huid ligt op veel plaatsen niet strak tegen de spanten.
Wim.