Dat is te simpel gezegd ; I = U / R klopt, maar neem dan wel de totale weerstand, dus die inclusief de verbruiker. Hen3 zit dus op het juiste pad.
Stel de kabel is 1 ohm en de verbruiker (een 10W binnenlampje ofzo) 10 ohm. Dan loopt er op 12 volt, 12/(10+1) = 1,0909... ampere. Het spanningsverlies over de draad is dan U = I * R, 1.0909... volt.
Nou is het niet zo, dat als de weerstand van de kabel verdubbelt, dat de stroom dan ineens halveert! Want de verbruiker hangt er ook nog tussen!
Wederom getallen: kabel 2 ohm, verbruiker nog steeds 10 ohm. Op 12 volt, 12/(10+2) = 1 ampere. Nauwelijks minder dus! De spanningsval is wel vrijwel verdubbeld, is namelijk I*R = 2 volt !
Alle formules zijn leuk maar je moet ze wel goed toepassen. Als je de verlies spanning nog niet weet, kun je de stroom ook niet bepalen omdat je dan in I = U / R zowel de I als de U niet weet. Verander je de kabel, dan verdeelt de spanning zich anders over kabel en verbruiker. Alleen het totaal blijft gelijk! Je moet dan eerste de stroom I door het geheel uitrekenen aan de hand van de totale weerstand R, en daarna kan je pas de spanningsval over de kabel gaan bepalen.
En je ziet ook dat zolang de kabelverliezen niet in de buurt komen van het verbruik van de verbruiker zelf, de stroom die er loopt vrijwel uitsluitend bepaald wordt door die verbruiker, en niet door de weerstand van de kabel. Een slechtere kabel levert dan alleen iets meer spanningsverlies op, en nauwelijks vermindering van stroom. Een langere kabel van dezelfde dikte idem. Er zal in een langere kabel dus evenredig meer hitte ontstaan, maar ook verdeeld over een grotere lengte. Daarom hangt de maximale veilige stroom ook alleen van de dikte van een kabel af en niet van de lengte. Of de verliezen dan nog acceptabel zijn is een ander verhaal, maar geen veiligheidskwestie, en daar hebben we het hier over.