Eigenlijk is dit onderwerp tweeledig, basis kiel vorm, en de uiteindelijke afwerking.
Voor de eerste: er zijn duizenden verschillende profielen die allemaal een nummer hebben gekregen en onder andere in de NACA zijn vastgelegd. Van al deze profielen zijn weerstand en lift bekend bij diverse aanstroomhoeken (in ons geval de drifthoek). De verscillen in deze profielen zit in de verdeling van de dikte over de lengte en de plaats van de grootste dikte. Uitgaande van een standaard enkele kiel dient een boot symetrisch te zijn omdat we graag over beide boegen dezelfde zeileigenschappen hebben. Het optimale profiel van de kiel is afhankelijk van Helling, snelheid en drifthoek.
Helling: praktisch gezien stroomt het water vrijwel altijd horizontaal langs de kiel (uitgaande van relatief vlak water) doordat je boot helling heeft is de relatieve kiel dikte dus groter. Ofwel een boot met veel helling zal idealiter een dunnere kiel moeten hebben.
Snelheid: lift en weerstand worden voor een groot deel bepaald door de snelheid van de boot door het water. Een snelle boot heeft dus een ander profiel nodig dan een langzame boot. Letwel, deze waarden zijn relatief en worden bepaald door de tijd die een waterdruppel nodig heeft om van de aanstroomhoek tot de afstroom hoek te reizen.
Drifthoek. Klinkt misschien gek, maar het profiel dat je nodig hebt is ook afhankelijk van je basis drift hoek. Uiteraard is je kiel een ontzettende belangrijke factor in drift beperking. Maar zeer zeker niet de enige. Het gaat ook om de verhouding tussen lateraal kieloppervlak tenopzichte van het zeiloppervlak en om de drift beperkende eigenschappen van de romp zelf. Een romp met een scherpe knik (valk bijvoorbeeld) heeft van nature al minder drift dan een rondspant (Laser bijvoorbeeld).
Het optimale profiel aan de wind kan echter ook de voor de windse eigenschappen van je boot totaal teniet doen. Jochem visser heeft ergens in de jaren 90 met hun team een x-99 voorbereid voor een WK. Ze hebben daarbij veel geexperimenteerd met het profiel en kwamen in een tussentijdse optimalisatie ronde op het aan de windse rak verreweg als eerste bij de bovenboei, maar moesten lijdzaam toezien hoe ze deze voorsprong voor de wind volledig weg moesten geven. Daarna hebben ze een kleine concessie gedaan aan de aan dewindse eigenschappen om voor de wind toch mee te kunnen komen. Je moet dus wel naar het geheel blijven kijken. Over deze optimalisatie heeft Jochem ooit eens een artikeltje gepubliceerd in de Zeilen wlek nummer dat was kan ik helaas niet achterhalen.
Wil je het profiel aanpassen, dan zou je naar de voorgenoemde 3 parameter moeten kijken. registreer je gemiddelde drifthoek, helling hoek en snelheid en kijk welke omstandigheid aan de wind het meeste voor komt. vervolgens kun je met behulp van literatuur opzoeken welk profiel onder die condities het minste weerstand geeft en de meeste lift produceerd. Je zult zien dat er meerdere profielen gelijk waardig zijn. tweede stap is dat je kijkt naar de weerstand voor de wind (lift is hier niet interessant). Kies het profiel dat onder beide categorien goed scoort en profileer je kiel dan met epoxy plamuur zodanig dat je het ideale zo dicht mogelijk benaderd. Werk de boel niet af en ga varen.
Wat je dan zult zien is dat de eigenschappen van je boot anders zijn, snelheid en drift zullen anders geworden zijn als je veel aan de vorm heb moeten veranderen (wat ik overigens betwijfel bij een x-35, daar is veel aandacht besteed an de optimale vorm). Nu zou je weer gemiddelden moeten nemen voor snelheid en drifthoek. Mogelijk is er dan een tweede optimalisatie ronde nodig en heb je een iets ander profiel nodig. Zo kun je tot in het oneindige door gaan. In de praktijk blijkt echter dat je na twee rondes dicht bij het optimum zit, alles wat je daarna nog wilt winnen kun je beter in boothandling investeren (Timewise).
De rand tussen je kielzool en de zijkant laat ook ruimte over voor verbetering. Afhankelijk van de basis kielvorm kun je de druk die weg lekt van lij naar loef optimaliseren waardoor de druk aan de lijzijde hoger blijft en daardoor meer lift kan opwekken. Meestal is dit een vlakke kielzool met een zo scherp mogelijke rand naar de zijkant van je kiel, danwel de bulb.
Om het dan toch wat moeilijker te maken: de relatieve snelheid van je kiel (zoals ik eerder omschreef) kan onder en boven behoorlijk verschillen. Als je een kiel hebt die aan de romp veel langer is dan aan de onderkant, dan zou het nodig kunnen zijn om het profiel over de hoogte van de kiel te varieren.
Een goede hulp voor het kiezen van het optimale profiel is het boek "theory of wing sections". Daarin worden duizenden profielen met elkaar vergeleken, zowel voor vliegtuigen als voor boten, horizontale en verticale profielen, de meeste heb je dus niet nodig
.
Voor je roer geld min of meer hetzelfde, maar daarbij is nog een 4e variabele, de stuurwerking. Een optimaal roerprofiel is over het algemeen wat dikker, heeft de grootste dikte wat meer naar achteren en heeft een scherpere aansnijding.
Een andere optimalisatie is de scherpte van de achterste rand. De achterste rand is 3 tot 8 mm dik en moet zo strak als mogelijk zijn. De dikte hangt af van het profiel dat bij jouw boot hoort.
Vergeet de toleranties van de eenheidsklasse niet te respecteren. Te veel kiel vorm veranderen kan leiden tot een diskwalificatie als je eenheidskalsse wedstrijden vaart
Samenvattend: waarom beter opkruisen met geprofileerde kiel ?
Het voor jouw boot juiste profiel verminderd de weerstand (drag) en maakt je drifthoek kleiner omdat deze meer lift kan genereren, ofwel: je vaart sneller over een kortere afstand.
Wat het juiste profiel is verschilt per boot(type) en is afhankelijk van helling, drift en snelheid.