Heb in de loop der jaren in “mijn sluis” wel zo’n beetje alle stunts gezien die dat jachiesvolk maar weet te bedenken.
Hoewel, denken is niet het eerste woord dat in je opkomt wanneer je sommige Admiraals in spé ziet aanklooien.
Natuurlijk zijn er ook schippers bij die wel nadenken en met hun scheepje manoeuvreren alsof ze beroeps zijn maar aan dat soort valt, als sluismeester, geen lol te beleven.
Nee, de meeste afleiding geven de schuin, dwars en achterstevoren liggers.
Ook de hangers die vergeten slack te geven bij het afschutten, zorgen vaak voor de minder saaie momenten.
En zolang zo’n “bakkie” geen schade aan schip en/of bemanning veroorzaakt, is dit een mooi leermoment voor de schipper in kwestie en onschuldige afleiding voor de omstanders.
Wat altijd weer opvalt, is dat de schuld nooit en te nimmer bij de schipper kan liggen.
Nee, er zijn over het algemeen - buiten wind en stroom - maar twee schuldigen aan te wijzen.
Dat zijn of hun vrouw of de sluismeester en op allebei kan de schipper dan lekker vloeken en schelden en daarmee de omstanders doen geloven dat het echt niet aan hem lag.
Toch was er één bakkie, waarbij de schipper de sluismeester zelfs bedankte voor zijn bijdrage.
Aan de lage kant komt één scheepje aanvaren met achterop niet de Nederlandse maar de Amsterdamse vlag.
Het is iets van een opgebouwd Westlandertje, lang, smal, geen diepgang en hoog opgebouwd, kortom een lege blaas ofwel een windvanger.
Hij komt, met een behoorlijk poep wind in de kont, met een gangetje de sluis in.
Wanneer hij vol achteruit slaat om af te stoppen, gaat zijn kont al van de kant af.
De man voorop krijgt zowaar een trosje vast maar geeft geen slack.
Het lijntje dat, vanaf de voorste kam, als spring staat, trek de kop naar de kant en wat de schipper ook met motor en roer doet, hij krijgt de kon niet bij de kant en de wind zorgt er voor dat hij even later letterlijk dwars ligt en zelfs met flink veel motorgeweld niet meer terug draait .
Ik heb intussen de deuren al een tijdje dicht, dus wordt het tijd om in te grijpen.
Door de omroep installatie zeg ik: ‘Schipper, zal ik hem even voor u recht leggen?’
Hij knikt enthousiast van ja.
‘Mooi, zet dan de motor uit zijn werk en doe verder niets.’
Hij kijkt, niet-begrijpend, omhoog maar zet toch de motor in zijn vrij.
Ik trek intussen de schuiven een stukje open - bij vol open ontstaat er een wildwaterbaan die er in drie minuten, duizend ton water doorjaagt - en regel, met een beetje meer van de ene en een beetje minder van de andere schuif, dat de boot gestrekt langs de muur komt te liggen en de schipper er een achter trosje bij kan zetten.
Bij het uitvaren roept hij omhoog: ‘Sluisie, hartstikke bedankt man!’