Hier deze voorbeeldberekening nog maar even... Indien de boot zwaarder wordt en/of haar relatieve weerstand afneemt zal het harder gaan. Bij mijn boot begin ik er maar niet aan
Grappig,
Heb even zitten rekenen voor mijn boot (LWL=28 ft, M=4000 kg), waterhoogte Lobith NAP + 700 cm, afstand tot zee = 140 km. Verder een lineaire afname in waterhoogte.
Hoe sneller de boot deze afstand aflegt, hoe meer potentiële energie er vrij komt. Deze potentiële energie is nodig om de boot door het water te bewegen.
De vrijkomende energie is lineair (2x zo snel geeft 2x zoveel beschikbare energie), echter de energie die de boot nodig heeft is niet-lineair en gaat met de derde macht tov de snelheid door het water.
Dit is dus een gelijkheid met 2 oplossingen: met snelheid 0 (er komt niets vrij en er is niets nodig), en een positief snijpunt van beide vergelijkingen. Je zult de boot dus een zetje stroomafwaards moeten geven opdat deze snelheid door het water bereikt wordt.
Hier hoe de vrijkomende potentiële energie berekend kan worden:
Voor de "gebruikerskant" van de vergelijking heb ik PropKing gebruikt (een schroef-berekeningsprogramma). Ik weet niet of deze vergelijkingen zo ver naar beneden geextrapoleerd mogen worden, maar ik heb het hier gebruikt om het vermogen wat een (mijn) romp nodig heeft om een bepaalde snelheid door het water te halen te berekenen. PropKing berekent de energie die een romp gebruikt om golven te produceren; bij dit soort snelheiden zal echter de wrijvingsweerstand belangrijker worden.
Hier beide vergelijkingen en de resulterende snelheid (0.17 kn):
Dat gaat niet heel hard dus, maar geeft wellicht nét voldoende snelheid om te sturen op de stroom. De stroom brengt je dus primair van Lobith tot de zee, deze bonussnelheid is verwaarloosbaar, maar (in dit voorbeeld niet) wellicht voldoende om te kunnen sturen.
Iemand een idee hoe dit realistischer kan voor een binnenvaart-bak uit die tijd?