Erikdejong schreef :
Opmerkingen op het lijnenplan:
- erg korte waterlijn voor zijn lengte mede door de hoogte van de spiegel bovenwater.
- Vrij volle boeg dus makkelijker afgestopt door golfslag
- Behoorlijk veel nat oppervlak dus veel wrijvingsweerstand wat erg zwaar meetelt bij snelheden tot 3 knopen: met lichtweer dus moeilijker op gang te brengen.
- Het drukkingspunt ligt ongeveer 5-8% van de wl-lengte te veel naar voren waardoor de boot moeilijker zijn rompsnelheid zal halen (lees: heeft meer energie nodig)
- te veel kiel oppervlak.
Even een paar kanttekeningen bij bovenstaande:
- Korte waterlijn: dat is een feit, daarmee komt de verhouding lengte gewicht onder druk te staan en zal de boot veel wind nodig hebben om de rompsnelheid te halen. Voor het zeegedrag lijken de overhangen mij winst. De boot zal rustiger bewegen door het reserve-drijfvermogen in boeg en kont.
- De volle boeg kan ik er niet één-twee-drie uithalen. We hebben geen spantenplan of waterlijnen, tenslotte. Het plan (bovenaanzicht) van de boot heeft de grootste breeedte ten opzichte van de boeg achter de midscheeps. Dat duidt niet direct op een volle boeg.
- Veel nat oppervlak is iets dat voor elke boot met dit onderwaterconcept (diepe romp met lange kiel en aangehangen roer) geldt. Ook voor de Trintella 1 bijvoorbeeld, om maar eens een voorbeeld te noemen. Datzelfde geldt voor de opmerking: "te veel kieloppervlak".
- Hoe je zo snel ziet dat het drukkingspunt 5-8 % te ver naar voren ligt is mij een raadsel. Dat drukkingspunt is namelijk alleen te bepalen met een vrij ingewikkelde berekening, waarvoor exacte vorm en inhoud van het onderwaterschip bekend moeten zijn en bij voorkeur in de computer zitten. Misschien dat je er gevoelsmatig wat over roept, maar vergeet dan niet dat het achterschip erg slank is. De kont zal dus makkelijk in het dal worden getrokken dat de boeggolf achterlaat. Maar dat wordt pas echt een probleem als de rompsnelheid bereikt is. Deze boot is niet ontworpen om te planeren.
--
stegman