Beste Celine en Francis,
Wat een mooi levensverhaal en wat een spannende plannen.
Ik zal zeker niet gaan twisten over smaak.
De definitie van zeewaardigheid is voor ontwerpers, regelgevers en organisaties vaak een hele andere dan van de van zeilers zelf. Romantiek en nostalgie vertroebelen. Schepen die de fastnet in '67 uitgevaren hebben of op heroïsche wijze het leven van de opvarenden gespaard hebben werden ook toen al in één klap legendes op het gebied van zeewaardigheid, terwijl het stiekem best vaak gewoon geluk was en in het kader van wat we nu weten over jachtontwerp soms grensde aan een wonder.
De mythische status van sommige typen jachten echoen nog steeds na.
Een schip kan een verlenging of expressie van je identiteit zijn en dan zijn associaties nu eenmaal belangrijk.
Bedenk dat als je alle zaken die de meeste schippers onzeewaardig achten op een 60 voets romp schroeft, je met een IMOCA overblijft.
Er is ook zoiets als een "aquired taste". Toen ik mijn boot nagenoeg blind kocht vond ik haar ronduit lelijk. Toen ik meer leerde over wat het is en hoe het in de geschiedenis past en wie haar ontworpen heeft kan ik erg van haar esthetiek genieten. Ik vaar niet in een smoezelige oude Franse productieboot, maar in een Ron Holland halftonner, zijn meest succesvolle pintailontwerp in zijn hevige strijd met Bruce Farr en zijn brede achterschepen. Het is het schip waar de befaamde "Tour de France á la voile" mee verzeild is en de rompvorm is de winnaar van de IOR kampioenschap van '78. Nog steeds de zelfde rammelbak van een boot, maar mijn perceptie heeft mijn blik op haar vormen veranderd.