Op ‘de langste dag van het jaar’ plaatste ik mijn laatste reisverslag vanaf Tenerife.
Inmiddels ligt de boot in de enige jachthaven van Kaap Verdië in Mindelo. Een land met hele korte dagen, want om 19h30 is het donker. Het is vanaf Tenerife zo’n 800 nm naar het zuiden en ik deed er precies 7 dagen ( in m’n nieuwsbrief staat ten onrechte 8 dagen ) over, met een gemiddelde snelheid van 4,7 knopen. M’n oude record met een tiende knoop verbeterd!
Op de eerste bladzijde van m’n logboek schrijf ik:
‘Wat een tochthoek hier ( tussen Tenerife en de zuidzijde van Grand Canaria )! De wind nam toe van bijna nul naar 25 knopen of zo in no time. En dat met de lagerwal vlakbij ( tsja, ik wilde nog bereik houden voor m’n mobieltje hè ). In allerijl reef ik de zeilen en dat brengt weer rust op de boot.’
Over de reis valt eigenlijk verder alleen maar te vertellen dat ik 6 dagen zo gevaren heb:
Dat was super relaxed. Een paar keer heb ik flink moeten reven en heel even heb ik m’n stormfok gebruikt. Gelukkig maar dat ik die stormfok probeerde want in het logboek staat daarover:
‘Omdat de wind toch wel richting dertig knopen gaat, haal ik zekerheidshalve vast de spinnakerboom weg, en draai vervolgens de genua helemaal in. Dat gaat natuurlijk ten koste van het evenwicht in de boot. Maar de grotendeels ingerolde genua staat zo onder spanning dat ik bang ben voor schade. Oftewel, tijd om het stormtuig te zetten. Het is de eerste keer dat ik het nieuwe 4 m2 grote stormvoorzeil gebruik, en dat levert de nodige stress op. De lijnen zitten er nog niet aan, en ik kom er ( zittend op het voordek ) niet uit wat onder en boven is. En eigenlijk weet ik ook niet hoe ik die fok het beste kan zetten. Daar kom ik allemaal proefondervindelijk achter. Uiteindelijk met prima resultaat. De fok staat snaar strak praktisch in het midden en helpt prima tegen het gieren van de boot. De autopilot staat nu op z’n meest gevoelige stand. ‘
Onderweg denk ik meerdere keren aan de commentaren van Klusbaasje in het draadje ‘mast overboord’. Ik realiseer me dat ik tijdens mijn vorige Atlantische oversteek met grote regelmaat met alleen de genua vol open voor de wind gevaren heb. Gelukkig is m’n mast daar blijven staan. Van drie andere boten die destijds op St. Lucia aankwamen was de mast geknakt. Het is met de trade winds die kant op, echt een wijze les om altijd het grootzeil erbij te houden. Ook herinner ik me dat er vorig jaar een zeilboot op Kaap Verdië aankwam met een gebroken mast ( ook een alleen Genua verhaal? )
In een eerder draadje schreef ik over het gebrek aan een vierde giekdoorvoer voor het derde rif in het grootzeil. Nu heb ik uitgevonden dat ik het onderlijk van het ongereefde grootzeil prima op kan spannen met een lijntje naar de achterzijde van de giek. Zodat ik de doorvoeren gebruik voor rif 1, 2 en 3.
Uitgerust en wel gooi ik het anker uit op Kaap Verdië , Sal, Palmeira aan ( een verplichte stop om havenpolitie en immigratiedienst te bezoeken )
Hier begint één maandlange tocht langs de verschillende eilanden van Kaap Verdie met het gezin ( mijn vrouw en 2 dochters van 17 en 20 jaar).
Al snel vervangen we onze echte namen door Kapitein, Jack ( Sparrow ), Miss Swan ( ook uit die film ), en dekzwabber.
Dit is de eerste keer dat ik met het gezin een zeilvakantie onderneem. En daar wil ik graag over vertellen:
Ten eerste had ik moeite met de aanpassing van alleen maar zeilen naar vakantie vieren en zeilen tegelijkertijd. Daarmee bedoel ik dat voor anker de boot binnen de kortste keren verwerd tot een stacaravan. En met een caravan kun je nu eenmaal niet zeilen.
Sowieso vind ik 31 voet te klein voor een gezin van 4, vooral omdat het een vertrekkersboot is heb je toch veel spullen aan boord die de bergruimte voor de bemanning erg beperken.
Al met al hebben we 6 eilanden aangedaan, waarbij we 2 keer een nachtelijke oversteek gemaakt hebben en bij alle eilanden hebben we voor anker gelegen.
Het zeilen met deze volledig onervaren bevrouwing was best een succes. Dekzwabber bleef het liefst buiten zitten, om zeeziekte te voorkomen. Jack hielp vrolijk mee met allerlei klusjes, en miss Swan verkoos binnen te blijven met een muziekje, smartphone en computerspelletjes.
Slecht weer hebben we niet gehad, wel steeds wind met maximaal zo’n 20 knopen.
Dit is de route die we afgelegd hebben:
We hebben eigenlijk bijna alleen maar gezeild. Totaal zo’n 300 nm. Tijdens het zeilen visten we, en aangezien er rond deze eilanden gewoon nog vis in de zee zit, heb je steeds binnen de kortste keren een eetbare vis aan je haak!
Voor wat betreft het ankeren heb ik nu de vaste gewoonte om direct mijn positie tot op 4 decimalen achter de minuten-komma op te schrijven. Vervolgens zet ik het ankeralarm op 20 meter, en iedere keer als het alarm gaat schrijf ik de nieuwe positie op. Zo weet je al heel snel of de boot echt goed vast ligt. In gesprekken met de paar andere ( ervaren ) zeilers op Kaap Verdië werd duidelijk dat zij toch wel veel ankerketting uitgooien: 6 tot 7 keer de diepte is heel normaal, terwijl ik altijd maximaal 5 keer de diepte aanhield.
De eilanden hebben we uitgebreid verkend. Als je de toeristische gebieden overslaat, is Kaap Verdië nog echt een derde wereld land. Toch is Kaap Verdië wat mij betreft een bezoek meer dan waard, vanwege haar bevolking, een fabelachtige natuur, heerlijke stranden, en met zo’n 28 graden constant een heerlijk klimaat. Al is het te hopen dat de regentijd daar snel aanbreekt, want de eilanden hebben te kampen met grote droogte.
Drinkwater is nog lang niet algemeen op Kaap Verdië, zodat de bevolking over het algemeen water haalt bij de bronnen op het eiland in 20 liter jerrycans. Ons was uiteraard hetzelfde lot beschoren, bij gebrek aan een watermaker ( die ik trouwens niet mis ).
Wat ik een succes vond was de tip die een andere zeiler me gaf om een Kaapverdisch simkaartje met data ( 3 giga voor 9 euro ) te kopen voor de smartphone. Vervolgens maak je van je smartphone een wifi-hotspot ( nooit geweten dat dat kon ) en je hebt gewoon op al je smartphones, tablets of laptops draadloos internet. Overal prima bereik, skypen met familie en vrienden, enz.
En nu ben ik na 4 maanden op m’n boot geleefd te hebben gewoon weer thuis, in afwachting van de trade winds om door te varen naar Brazilie.
Frank