Virgohamna.
Udkyken, de berg, ligt op het eiland Ytre Norskøya, één van de eilanden in dit gebied dat ook wel “Fair Haven” wordt genoemd. Aan de zuidzijde daarvan hebben wij ons anker laten vallen.
Het eiland was één van de belangrijke walvis stations in de eerste helft van de 17e eeuw. De resten van negen traan ovens zijn nog langs de oever te vinden. De grafheuvel is één van de grootste historische begraafplaatsen van Spitsbergen met 165 graven. Van 50 graven zijn de menselijke resten en kledingstukken verwijderd en deze zijn nu te zien in het museum, als onderdeel van de Smeerenburg collectie.
Lopend en klouterend naar het uiterst Oostelijk puntje van het eiland, dat heel toepasselijk “Utkykpunten” heet, komen we nog een graf tegen met restanten van wat ooit een grafkist is geweest.
Ankerop doen we een scharrel tochtje tussendoor vele eilandjes richting de Holmiabreen. Daar kunnen we erg dicht bij komen totdat we even de grond raken in deze best nog uitgestrekte “unsurveyed area”.
Vervolgens zetten we koers naar de Fuglefjorden, dat zich in de verte al strak aftekend door het vele drijfijs dat van de Svitjordbreen afkomstig is. Het valt dan weer mee als je er middenin zit. De meeste brokken zijn klein.
Ik zit mij af te vragen of ik hier met mijn eigen boot doorheen zou durven varen. Ik denk aan de extra aramide versterking die ik heb aangebracht in de boeg en bodem. Voorzichtig en zachtjes aan zou het moeten kunnen lijkt mij.
Nadat we Fuglepynten zijn gerond steken we dwars over de Smeerenburgfjord naar Danskegattet, de doorvaart tussen Amsterdamoya aan stuurboord en Danskøya aan bakboord. De groep walrussen ligt er ook nog steeds (op Smeerenburg). Een klein eindje verder opent zich Virgohamna aan bakboord, onze bestemming voor vandaag.
We laten het anker ver achterin het baaitje vallen. Het is te laat om nog aan wal te gaan. Wel laat ik de Drone uit en orienteer mij op de resten van de Wellman expeditie. Overigens is bovenstaande foto niet van de Drone maar door Edmond gemaakt, staande op de top van de Holandberget. Norna Biron is als wit stipje, iets rechts van het eilandje, nog net zichtbaar.
De ochtend van Woensdag 13 Juli worden we wakker gemaakt door geklop op de romp. Het is een RIB, afkomstig van een naburig cruiseschip, dat ons attent maakt op een ijsbeer aan de wal. Hij, of zij, zit inderdaad vlak bij ons op de oever, rustig uitkijkend op zijn eventuele toekomstige hapjes. Achter een rotsblok heeft hij al een buit liggen.
Het lijkt wel op het zeehondje van gisteravond. We wachten nog even met de wal opgaan. Overigens is dat streng verboden tenzij je daar vooraf een vergunning voor hebt gekregen van de Sysselmannen. En die hebben we. In de voorbereiding in Nederland heeft Joost dat met vooruitziende blik geregeld voor de periode van 9 t/m 13 juli ! “Just in time” dus.
We wachten nog even met het bezoek aan de historische sites aan de wal. We verkennen nog wel het eiland dat de baai ongeveer in tweeen deelt. Ook hier zijn restanten van traan ovens en graven te vinden. Er is ook een hutje met schuil mogelijkheid. Op de terugweg leggen we het bootje op de plek waar vanochtend de ijsbeer naar ons stond te kijken. Het laatste wat we van hem of haar zagen was dat hij de berghelling beklom om vervolgens daarachter uit het zicht te verdwijnen. Overigens doet hij dat met groots gemak, hetgeen de bergbeklimmers onder ons weer een illusie armer laat zijn. Ja, ook daar boven op ben je dus niet veilig voor de beer.
Virgohamna is één van de belangrijkste historische cultuur sites van Spitsbergen. Om de restanten van de vroegere activiteiten hier nog enigszins te beschermen is het aan land gaan “restricted”. Hetgeen niet weg neemt dat er vóór ons er al minstens 100.000 bezoekers zijn geweest, waardoor er nog maar weinig van over is.
Ons eerste bezoekje aan wal is aan “de buit” van de ijsbeer. Dat blijkt inderdaad een zeehond te zijn geweest. Wat hij er van over heeft gelaten is een afgekloven skelet. Waar we hem aan hebben zien trekken en eten blijkt het harige zeehondenvel te zijn. Er zit nog wat vlees en vet aan.
In onze looprichting van Oost naar West vinden we achtereenvolgens de restanten van :
- Andrées ballonvaart expeditie naar de Noordpool, 1896 en 1897
- graven van Nederlandse walvisvaarders uit de 17e eeuw
- huis van Arnold Pike 1888
- traanovens van de “Harlinger Kokerij” 1636
- Walter Wellman’s Zeppelin expeditie naar de Noordpool 1906, 1907 en 1909
Uiteraard houden we de omgeving scherp in de gaten i.v.m. de aanwezigheid van de ijsbeer. In de verte lijkt elk sneeuwplekje op een ijsbeer. Wetende dat hij er is voelt zo’n wandeling toch anders dan wanneer je onwetend bent. We maken er grapjes over. Die ijsbeer houdt ons vast ergens vanachter een rotsblok nauwlettend in de gaten, wachtend op een goed moment om toe te slaan ….. , enz.
Op de berghelling is één vlekje wat minder wit dan de andere. Het beweegt ook nog. Dan hebben we onze ijsbeer weer gespot. We staken de wandeling in Westelijke richting naar de resten van Wellman’s expeditie en gaan terug naar het bootje. We willen niet het risico lopen dat de ijsbeer tussen ons en het bootje in gaat komen. Immers veiligheid gaat voor.
Terug op de boot lanceer ik de Drone om te zien of ik de ijsbeer nog kan vinden. Die blijkt nog op hetzelfde plekje op de berghelling te liggen. Het is een uitstekende rotspunt met een soort van mos bedje. Ik blijf op grote afstand en zoom ver in. Toch merkt hij wat, weet niet precies wat het is, geeft een brul, wrijft zich eens in de ogen, krabt wat aan zijn buik, draait zich om en gaat verder met waar hij mee bezig was, slapen.
Vlak voor ik dit postje wil verzenden laat de ijsbeer zich weer zien aan onze kant van de berg. Ben benieuwd of hij weer verder onze kant op komt. Het zeehondenvel heeft nog wel wat lekkere hapjes in zich.
NB. Deze post is verzonden over de Iridium sateliet met te weinig bandbreedte voor foto’s. Deze zijn op 18/7 alsnog toegevoegd.