Ternivigene en Bjørne Øer
We zijn geankerd in Ternivigene, een rustig ankerbaaitje, op een steenworp afstand van de immens grote gletsjer die het begin van de Harefjord vormt.
Voor het vervolg van ons rondje Milne Land hebben we de ankerplek Ankervig verlaten en draaien nu het lastigste traject in. Lastig in de zin van veel ijs. Hier komen een aantal gletsjers samen hetgeen zich vertaalt in honderden reusachtige ijsbergen en kleinere broertjes en zusjes. Vanaf zeeniveau lijkt er geen doorkomen aan. Maar dichterbij valt het elke keer weer mee.
In het drukste stuk moeten we flink sturen om de ijsschotsen te vermijden. Ik laat de Drone even uit maar heb kennelijk te weinig focus. Ik weet niet meer waar het ding is, kan geen boot vinden en weet niet of het naar mij toekomt en juist verder weg vliegt. Een moment van miscommunicatie, zowel met de afstandbediening cq. app met de drone, waar ik nog meer van schrik, als binnen mijn hersenpan waar, normaal gesproken, best een goed richtingsgevoel latent aanwezig is.
Nu even niet. Gelukkig ziet Edmond het ding in de verte vliegen en kom ik weer een beetje terug in de focus. Alhoewel de mooie videobeelden nu even geen prioriteit hebben.
Van Aliexpress heb ik een plastic steeltje gekocht en onder aan de Drone bevestigt, waarmee Edmond hem uit de lucht kan plukken.
Norna meandert rustig tussendoor de vele ijsschotsen. De kleintjes gaan we niet meer voor opzij. De grotere, die we eigenlijk niet willen raken, geven soms een zetje terug. De ene ijsberg is rustig en produceert alleen wat zuigende geluiden samen met kleine golfjes. De andere is luidruchtig met een continue gekraak en geknisper. Alsof je schaatst over nog te dun ijs, de nieuwe scheuren achter je gelaten. Sommigen in de verte maken het heel bont. Alsof er onweer losbarst, gerommel en geknal van grote losbrekende stukken ijs.
Helaas schijnt er geen zon en is de hemel grijs bewolkt. Je ziet het terug op de foto’s, weinig sprankelend met grijze kleuren. In tegenstelling tot de werkelijkheid, die maar moeilijk te fotograferen is.
We zijn het 40 mijl lange Rødefjord gevolgd, meanderend tussen honderden ijsbergen en duizenden ijsschotsen door. Aan stuurboord verrijzen immens grote granietachtige bergen stijl uit het water omhoog. Aan bakboord, althans wat verderop in het fjord, ruwe stijl omhoog lopende bergen van een roodachtige steensoort. Het doet mij wel denken aan de vroegere westerns met die ruige rode rotspartijen. Aan bakboord komen ze meer uit die ijskoude expeditie films uit het hoge noorden.
Best een contrast.
Door het vele ijs is deze route vaak nog afgesloten ter hoogte van de monding van het Vestfjord, één van de hoofdleveranciers van de vele ijsbergen. Een rondje Milne Land wordt daardoor vaak tot ver in het seizoen belemmerd, of zelfs helemaal onmogelijk gemaakt. Nu niet. Het is voor ons voldoende open. We hebben zelfs de indruk dat wij de eerste boot van het jaar zijn die dit rondje maakt.
Onze bestemming vandaag is een ankerplek vlak naast de gletsjer in de Harefjord. De ankerbaai is wederom diep en loopt stijl op naar de oever. We ankeren op een diepte van 20 meter maar drijven op een diepte van 10 meter. Verder naar de oever wordt het snel ondiep. Om Nora Biron op haar plek te houden hebben we tevens twee lijnen naar de wal gespannen.
We blijven hier nog een dagje om de omgeving wat te verkennen. Op de oever grazen een paar Muskusossen met een kalfje. Edmond is de berg aan het verkennen en Joost en ik zitten in de salon als we voelen dat Norna even de grond aantikt. Het is harder gaan waaien en we zijn daardoor verder naar de wal gedreven, daar waar we eerder zagen dat het snel ondiep wordt. We besluiten de twee landlijnen te laten slippen nadat ik het begin van de lijnen eerst heb los geknoopt van de trommels waarop ze zijn opgerold. De spanning in de lijn aan bakboord achter is te groot om het van de kikker los te halen. Ondanks de vele achtjes om de kikker heen, blijft de gladde lijn slippen. De motor moet bij om de spanning eraf te halen en dat lukt. Het zijn drijvende dyneema lijnen, kleur rood. Nu het achterschip weer vrij is willen we het anker ophalen.
Het bijbootje ligt vastgebonden langszij Norna aan haar bakboord zijde. Ter hoogte van waar de zeerailing tussen twee scepters met een pelicaanhaak vast zit. Dat is makkelijk los te halen en gebruiken we als favorite op- en afstapplek naar het bootje. Daarom ligt het daar, maar dit keer aan een iets te lange lijn. Ook de uitlaat van Norna zit aan bakboord. Het spuwt water in een mooi fonteintje omhoog. Een lage steiger wordt daardoor in no-time zeiknat. Nu geen steiger maar ons bijbootje dat zich er precies onder heeft gemanoeuvreerd. Nu is het bootje al tot praktisch de rand gevuld. We ontdekken het net op tijd, vlak voor het arme ding ten onder gaat. Joost trekt aan de voorlijn van het bootje om de spanning eraf te halen en ik maak de knoop los waar het mee vast zit aan een scepter. Vervolgens trek ik het, nu heel zware bootje, een eind naar voren. Het drijft nog steeds en gaat goed zo. Nu met gezwinde spoed het anker omhoog halen.
Een eindje verder, meer naar buiten en naar het midden van het baaitje, laten we het anker weer vallen in 20m diep water en steken extra ketting. Edmond aan de wal is dichtbij de los gelaten bakboord achterlijn en haalt die binnen. Ik haal Edmond met het bootje op en we varen naar het overkant van de baai om de andere achterlijn op te pikken. Maar die is weg, losgeraakt van de sling waarmee het om een rots was gebonden.
Oeps, het is glad spul, dat dyneema, dat blijkt maar weer.
Met het bootje zoeken we de hele oever af tot in het midden van de baai maar vinden geen lijn meer. Edmond stapt wederom aan wal (makkelijk gezegd, alleen maar rotsen en een flinke swell aan lager wal) om van bovenaf te zien of hij de rode drijvende lijn kan zien.
Dan roept Joost vanaf Norna. Hij ziet de lijn drijven, op nog geen 100m afstand van Norna. Ik pik Edmond weer op (makkelijk gezegd etc. etc.) en vinden de lijn drijvend op de plek die Joost aanwijst.
De ijsbergen buiten liggen nog keurig op een rijtje en zijn gestrand tegen de ondiepte waarvan het baaitje nu in lij ervan ligt. Stukken afgebroken ijsschots drijven nu ook onze kant op. De grootste inmiddels gestrand op enige afstand van de wal aan stuurboord van Norna. Het is niet ideaal en besluiten ieder om de wekker te zetten. Ik ga om 23.00 als laatste naar mijn kooi nadat ik eerst een situatieschetsje heb gemaakt van de baai, de positie van Norna en het ijs.
Voor Joost gaat de wekker om 01.00 uur, voor Edmond om 03.00 uur en voor mij weer om 05.00 uur. Gelukkig verandert er aan mijn situatieschets niet veel, behalve dan dat de ijsklomp gedurende de nacht flink in omvang is afgenomen.
Zaterdag 10 augustus.
Het regent en het belooft een grauwe dag te worden. Er zijn hier twee geschikte anker baaitjes. Wij bezetten de ene, in het andere baaitje blijkt vannacht de Perola del Mar geankerd te zijn, een 2 master zeilboot. Het eerste bootje dat we in deze contreien tegen komen.
Op de AIS zien we het cruiseschip Seabourn Venture het Rødefjord in varen in de richting waar wij juist vandaan zijn gekomen. Ze zijn gestopt, laten wat ribs uit en gaan later weer terug. Zou het ijs voor hun, verderop richting Vestfjord te dicht zijn? Ik kan mij er iets bij voorstellen. Daar waar wij gemakkelijk om die joekels van ijsbergen en ijsschotsen heen kunnen varen, is dat voor zo’n schip lastiger. Denk ik. E.e.a. afhankelijk van het percentage open water, dat nou niet heel veel was daar.
Als wij door het Øfjord richting onze volgende ankerbaai op Bjørne Øer varen, blijft het cruiseschip op zo’n 13 mijl achter ons en ook onze kant op varen. Het is jammer dat het zo grauw en heiig is. De stijle rotswanden, aan weerszijden van Norna, bereiken een hoogte van wel 2000 meter. Onwaarschijnlijk imposant, vol met diepe spleten, inhammen en ravijnen. Ze worden gevuld door tientallen gletsjers waarvan velen ook de waterkant bereiken en eindigen in zo’n spectaculaire steile gletsjerwand.
De bovenzijde van het gebergte blijft bedekt door de bewolking. Maar ook halverwege, drijft zo’n wolkenbank die binnen de spleten, inhammen en ravijnen de mooiste figuren maakt.
Naarmate we verder in het Øfjord komen neemt de ijsconcentratie af. Om 19.00 bereiken we Bjørne Øer en hebben we Milne Land, althans langs de lastigste zijde, gerond.
Bjørne Øer, ofwel Bereneiland.
We ankeren, na deze toch nog best koude en natte dag, in Bjørne Oer, een groep van eilanden aan de NO-zijde van Milne Land, in het baaitje Jyttes Havn, mooi beschut binnen het meest ZW gelegen eiland.
Zondag 11 augustus.
Het is eindelijk weer een een mooie dag, zonovergoten, blauwe hemel. We staan bijtijds op met de bedoeling een fikse wandeling cq. beklimming (voor mij dan) te gaan maken.
Ik heb fantastische poollaarzen, gekocht in een outdoor shop in de buurt van Brugge, Muck Booths, van het dikste neopreen dat er te krijgen was. Ik heb een hekel aan koude voeten. Met Vibram zool/profiel. Mij zegt het niets, maar volgens de kenners “top of the bill”. Moet je hebben. In ieder geval kan ik er goed op lopen, op zowel ijs, mos, begroeiing, rotsen en losse stenen. Perfect en lekker warm.
Enig nadeel is dat mijn onderbeen vanaf de knie daardoor geheel stijf is geworden. Dit door de hoge stugge laars. Geen beweging in, evenmin in de enkels. Dat is soms lastig als om een of andere reden het been niet hoog genoeg kan worden opgetrokken om de voet ergens langs te krijgen. Het kuipje van de bijboot is bijvoorbeeld zo’n krappe hindernis, waar maar al te makkelijk de gelaarsde voet ergens achter kan blijven haken. Als dan het bewegende bootje ook nog meewerkt aan het pootje haken is een nat pak het gevolg. Wat heet, kopje onder bij de oever (strandje is teveel gezegd) in Hekla Havn. De schade bleef gelukkig beperk tot een nat pak. Apparatuur is nauwelijks nat geweest en kon snel afgedroogd worden.
Sindsdien ben ik extra waakzaam bij het in- of uitstappen op een zgn. strandje of wat daar voor door moet gaan.
We hebben ons brandbare afval gescheiden gehouden van het niet brandbare afval. We hebben het nu meegenomen om te verbranden. Een mooie gelegenheid om het allernieuwste wapen van Joost, in de verdediging voor de ijsbeer, een molotovcocktail, uit te proberen. Het werkt, een mooie plof en goed voor een beginnend vuurtje voor de afval verbranding.
De ijsbeer verderop achter die rots lacht zich rot. Hij maant ons nog wel om de verbrandingsresten aan boord terug te nemen. Uiteraard doen we dat.
Egmond neemt mij op sleeptouw, de berg op, met twee stokken, die helpen mij erg. Ik leer er weer veel van maar maak mij ook zorgen over de afdaling. Gezien hoe stijl we af en toe omhoog moeten klimmen cq. wandelen (voor Edmond). Terug maken we daarom een flinke omweg, af en toe zoekend naar een voor mij beloopbaar traject …..
Mooie ervaring weer.
Na onze bergwandeling komen we terug op de boot zo rond 14.00 en zien zowaar drie AIS targets, allemaal aan de buitenzijde van Milne Land. Het cruiseschip Exploris One van 108m, een 16m plezierjacht (227751210) en nog een (270833000)
De Exploris One komt langs aan de andere kant van het eiland. Joost is al een tijdje met het kleine bootje op pad en uit zicht geraakt. De Explorer One heeft twee ribs voor zich uit varen en gaat aan de kop van “onze baai” voor anker. Ik verbeeld mij dat ik Joost in het witten bootje zie, bij de klep die in het vrijboord van de Explorer One open staat. Edmond en ik filosoferen een beetje wat hij daar aan het doen is. Sigaretten bedelen, een douche aangeboden krijgen of met verse spullen terug komen.
Helaas, Joost komt in zicht langs een andere oever van de baai en is helemaal niet bij dat schip geweest. Daar worden inmiddels passagiers met ribs verplaatst, geen idee waar naar toe, maar ze komen iig ook weer terug. Ook zie ik hoe wat drijvend spul als kano’s e.d. weer aanboord van het schip worden getakeld.
Maandag 13 augustus
Het is alweer een zonovergoten dag, alhoewel in de middag er wat sluierbewolking aan komt drijven.
We besluiten de eilandengroep Bjørne Øer wat nader te verkennen. Op de summiere kaartgegevens zijn wel wat baaitjes te herkennen en we besluiten wat binnendoor te gaan scharrelen. In een wat nauwere doorgang steken, ruwweg in het midden daarvan, wat rotsen boven water uit. Rechts daarvan ligt een ijsschots die daar kennelijk aan de grond is gelopen. Links van de rotsen zien we sterke stroomravelingen. Er ligt kennelijk een drempel die links van de rotsen er ondieper uitziet dan rechts van die rotsen.
Edmond en ik gaan er met de bijboot op uit om de diepten te gaan peilen, met een echt peillood aan een touwtje, en wel tussen de rotsen en de vastgelopen ijsschots, want daar ziet het er naar ons idee het diepste uit. Met het peillood meten we een diepte van een meter of 6. Ik ben er niet gerust op om hier met Norna doorheen te varen. Zonder stroom prima, maar hier loopt nu een meelopende stroom van zeker 2kn. Als de kiel dan wat raakt zet de stroom de boot er verder op. Edmond stelt voor om vanaf de 6m lijn ons met de stroom te laten meevoeren en het peillood rechtstandig naar beneden mee te laten lopen, algauw op een draadlengte van een meter of 10. De bodem wordt niet meer gevoelt en ik ben gerust gesteld.
Via de portofoon geven we Joost een seintje dat hij kan komen opvaren, het vastgelopen ijsschotsje dicht aan stuurboord houdend. Het echolood van Joost geeft 5m als minste diepte aan. Daarna wordt het al gauw weer dieper, 60m en meer.
Wij maken van de gelegenheid gebruik om een filmpje van Norna in het voorbijgaan te maken.
Dan even een kabaal en een beetje schrik. Het ijsschotsje heeft besloten te vermageren en er breekt een flink stuk vanaf. Daarmee is het evenwicht verstoord en draait de schots verder op z’n kant. Wij zijn er met het bootje vlakbij en maken dat we wegkomen.
Het valt wel mee, het was ook maar een klein schotsje van een paar ton of zo. Edmond heeft het, deels, kunnen filmen.
Na deze doorgang komen we op een groter stuk water, vrijwel geheel omringd door eilanden, met een paar doorgangen naar buiten toe. Voor de grote ijsbergen die hier binnen hebben kunnen komen lijkt het een kerkhof. Zoals we al vaker hebben gezien. Keurig op een rijtje zijn ze vastgelopen tegen het ondiepere deel van dit stukje water.
Het zijn weer imposante ijsbergen en gezien we toch nog in het bootje zitten, dirigeren we Joost aan boord van Norna langs en tussen de ijsbergen door. Hetgeen, uiteraard, op film wordt gezet.
We laten in het baaitje, achter de gestrande ijsbergen, het anker zakken op zo’n 20m diepte.
Overigens is het in dit deel van de Scoresbysund beduidend drukker met boten. We zien (op de AIS) alweer een ander cruiseschip en horen we een Pools jacht over de marifoon.
Joost en Edmond gaan aan wal. Ik blijf aan boord om jullie deelgenoot te maken van onze avonturen middels deze post. Edmond maakt zoals gebruikelijk een lange wandeling en komt terug met de mooiste foto’s. Joost bouwt een puntig steenmannetje ter herinnering aan de aanwezigheid van Norna in deze baai, als veilig baken voor toekomstige ankeraars hier, en stookt wederom een fikkie, met rooksignalen dit keer.
Een meter of 200 voor ons ligt een reusachtige ijsberg, zo bekeken lijkt het van achteren op het opera gebouw van Sydney. Zoals overigens vele andere ijssculpturen daar ook op lijken. De uitwaaierende schuin omhoog lopende velden lijken een gevolg van de vele standen die deze ijsberg in haar leven, van maanden of jaren, al heeft meegemaakt.
Onder het genot van een drankje, wat snacks, een nog steeds stralende zon, met uitzicht op het witte operagebouw en minstens zo interessante soortgenoten in de directe nabijheid, omringd door een berglandschap die met haar scherpe punten op Spitsbergen doet lijken, met de zo zoet gevooisde klanken van Nora Jones op de achtergrond, zeggen we tegen elkaar dat het weer een mooie dag is geweest.