Capolavoro schrijft:nou ja, we trimmen natuurlijk allemaal..... ook stegmans!
elke zeiler gebruikt zijn schoten, mogen we aannemen.
(toch, lodewijk?)
En daarna wordt het gebruik van de diverse middelen minder.
Valspanning? misschien nog wel bekend en soms in gebruik.
Leioogpositie? al wat minder....
Overloop? hm....soms
Cunningham? geen touwtje in....
Stagspanning en mastbuiging, ingewikkeld.
Zo houdt iedereen ergens op met trimmen, en dat moet mogen.
Anders is er niemand meer om in te halen
Natuurlijk probeer ik tot op zekere hoogte ook uit mijn boot te halen wat er in zit. Maar ik ben ook de eerste om toe te geven dat ik daarbij niet tot het uiterste ga.
De Southerly die ik nu heb ik is qua zeilcapaciteiten een stuk minder sportief dan mijn vorige boot. Dat is een bewuste keus; ik heb daar andere eigenschappen voor teruggekregen. Eigenschappen die ik belangrijker vind dan die laatste tienden van een knoop. Hoewel ik door de krakkemikkige tuigage het echte potentieel van de Southerly nog niet helemaal gezien heb, volgens mij.
Als er tezijnertijd een nieuw tuig wordt aangeschaft wordt er zeker even goed gekeken waar het optimum voor deze boot ligt.
Even je checklist aflopend:
schoten: wat dacht je..?
valspanning: op de Victoire had ik een giek waarvan het lummelbeslag in een rail zat met een takeltje daaronder. De genua was niet decksweeping, maar ook daar zat de halshoek met een takeltje vast op het boegbeslag. Voor de later aangeschafte ha-fok werd een valliertje geplaatst, want die liep wel tot op het dek door. Ook een eigen railtje met blok, klem tegen de voorhut aan. Heerlijk zeiltje, maar de scope van gebruik was op de Victoire eigenlijk te beperkt. Alleen optimaal op aandewindse koersen met tenminste 4 bft of meer.
Leioogpositie: vanzelfsprekend. Zowel op de Victoire als op de Southerly zit een tamelijk lange genuarail. Op de de Victoire had ik telltales in de voorzeilen zat ik regelmatig te rommelen met de leioogpositie om alle telltales (ook in de top van zeil) strak naar achter te krijgen.
Overloop: de originele overloop van de Victoire zat op de kuipbodem en was daardoor nogal kort. Nadat ik een brugdekje in de boot had gebouwd is er een twee keer zo lange overloop op gekomen, die vanzelfsprekend ook gebruikt werd. De Southerly heeft van huis uit een overloop over de volle kuipbreedte.
Cunningham: op de Victoire gebruikte ik die nooit. Wel had het grootzeil een shelffoot, waarmee het bij aantrekkende wind met 1 handbeweging veel vlakker kan worden getrimd.
Met stagspanning heb ik noot iets gedaan. Beide boten (en masten) zijn en waren er naar mijn idee niet geschikt voor.
Tot zover maar weer even...
--
stegman