De nieuwe booster schakeling (versie II)
Oh, nu Roozeboos de knuppel in de zwijnenstal heeft gegooid… Deze post nodigt uit tot een partijtje modderworstelen voor elektrotechnische ‘varkens’. Voor hen die niet tot deze zoogdiersoort behoren een waarschuwing: bespaar je zelf deze marteling en ‘zap’ naar een ander topic. Tenzij je woorden nodig hebt voor scrabble vanavond. Lees het dan door en zeg: “Uh huh” en ga alsnog hoofdschuddend op zoek naar een interessanter topic.
De eerste booster is charmant door de eenvoud van de schakeling, het heeft wat FET’s het leven gekost, maar toen werkte het allemaal naar behoren. De schakeling oscilleert zelf en start en stopt de oscillatie als er geen noemenswaardige energie meer uit het zonnepaneel komt.
Er moet een belasting worden aangesloten voordat er energie aan de schakeling kan worden toegevoerd anders gaat de uitgangsspanning zover omhoog dat de FET kapot gaat. Een ‘limiter’ beperkte dat, maar neemt ook energie op en die komt dan niet in de accu’s. Met een groot zonnepaneel (of zonnepanelen) zou dit geen probleem zijn want dan geldt: ‘Witte Kat, stroom zat’, maar de grootte van of het aantal zonnepanelen op een boot is beperkt door de afmeting van de boot. De bedoeling is dat er zoveel mogelijk van de opgevangen energie in de accu’s gaat.
Bijlage BoosterV1metbalancer.jpg niet gevonden
Dit is het schema van de laatste versie met een ‘low current led’ die licht geeft indien de spanning boven de 58V komt. De energie voor de led wordt alleen uit het zonnepaneel gehaald en niet uit de accu’s. Geeft het zonnepaneel geen stroom, dan geen licht van het ledje. De stroom uit de accu’s wordt geblokkeerd door de BYW59-200 en kan de led niet bereiken. Het ledje vormt weliswaar een heel kleine belasting indien de accu’s worden losgemaakt, maar ik heb niet de minste twijfel dat het ledje dan onmiddellijk door overspanning komt te overlijden.
De gebruikte ringkern (26 dia, 20 hoog, gemiddelde doorsnede 110mm
2) is van aluminium keramiek en heeft een enorme permeabiliteit (5000) en een hoge initiële zelfinductie van 9000 tot 14000nH, eigenschappen die de kern geschikt maken om grote vermogens te kunnen transformeren. Het opgegeven frequentiebereik is tot 1MHz. Het gebruikte ‘ferriet’ wordt aangeduid met M5000, een voor mij onbekende aanduiding. Een gelijkspanningsweerstand meting laat een oneindig hoge weerstand zien en ook bij het aanleggen van 50V gelijkspanning loopt er geen meetbare stroom door het kernmateriaal. Het lijkt een verliesarme kern te zijn.
De praktijk is anders: bij het toevoeren van 20W of meer aan de oscillator, wordt de kern niet warm, maar regelrecht heet. Kennelijk ontstaat er voldoende wervelstroom in het isolerend lijkende kernmateriaal om deze op te warmen. De energie, verloren in de wervelstromen, is een nadelige factor in het rendement. Deze op papier zo mooie kern, is ongeschikt voor de booster.
De kern wordt vervangen door een kleinere ringkern fabrikaat Richco, 18mm diameter, 10mm hoog, doorsnede 40mm
2, permeabiliteit 700, initiële zelfinductie 3000nH, materiaal K5B. Het materiaal is geschikt tot 300kHz en aangezien de booster niet boven de 100kHz komt, lijkt dit niet bezwaarlijk.
Bij een proef met ca 60-70W toegevoerd vermogen, wordt de kern wel warm, maar op geen stukken na zo heet als de eerste kern. De kern is veel meer geschikt voor dit werk.
Er is nog een optie: ringkern fabrikaat Epcos, 16mm dia, 7mm hoog, materiaal T38, geschikt tot in het gigaherz gebied maar met een verliesfactor van 10
-4 onder de 100kHz. De permeabiliteit en initiële zelfinductie zijn bijna gelijk aan de Richco kern. Uiteindelijk zal deze kern worden gebruikt met een dubbele wikkeling van 1,2mm diameter koperdraad en 4 windingen. Ik wacht op zonnig weer om de test met deze kern uit te kunnen voeren.
Metingen met de oscilloscoop laten sterke ‘opslinger effecten’ zien op de gatespanning en leiden tot de gedachte dat deze effecten de FET half open (of half dicht) sturen. Dit zorgt voor een situatie dat er stroom door de FET loopt en er ook spanning overheen staat en de FET vermogen opneemt een omzet in warmte. Bij een 35Wp zonnepaneel is dit niet dramatisch, maar bij 2 x 40Wp zonnepanelen in de volle zon gericht, wordt de FET zo heet dat zelfs een koelblok van aluminium hoekprofielen niet in staat is voldoende warmte af te voeren en de epoxy printplaat begint te verkolen. (zie foto in vorige post)
Omdat de stuurspanning voor de FET wordt betrokken van het zonnepaneel, ‘stort’ deze stuurspanning in op het moment dat de stroom door de FET op zijn hoogst is. Het zonnepaneel wordt op dat moment kortgesloten en de stuurspanning gaat samen met de paneelspanning naar 0. Het dalen van de stuurspanning doet de FET ‘dichtgaan’ en er ontstaan perioden dat er stroom door de FET loopt en er ook spanning over de FET staat en er dus vermogen in de vorm van warmte vrijkomt.
De oplossing voor de warmte ontwikkeling in de FET is kennelijk een stabiele stuurspanning zonder opslingering effecten.
Bijlage BoosterV2-02Coilfeedback.jpg niet gevonden
De eerste versie haalde het stuursignaal via een wikkeling van de spoel. Hiermee is dit signaal afhankelijk van het magnetiseren van de kern en dit is belangrijk omdat zo wordt voorkomen dat de kern ‘in verzadiging’ gaat, waarbij er dan geen spanning meer wordt opgewekt en de stroom door de FET maximaal wordt (en blijft). Deze terugkoppeling/tegenkoppeling wil ik wel blijven gebruiken.
De driver (IDXX906) is van oorsprong een ‘low side driver’ voor FET’s in schakelende voedingen. In deze booster is er geen ‘high side’ en de driver zou dus moeten voldoen.
Voor een oscillator moet het signaal geïnverteerd aan de ingang worden toegevoerd. De driver inverteert niet (al zou dat wel mogelijk zijn) en het teruggevoerde signaal moet worden geïnverteerd door een transistor trap voor de driver.
De stuurwikkeling van de spoel wordt gebruikt om de transistor te sturen, niet anders dan in de eerste versie.
In de driver zit een Schmitt trigger die er voor zorgt dat de FET uiteindelijk wordt gestuurd met of 12V of 0V en niet met iets daartussen. Dit zorgt ervoor dat de FET of geheel open of geheel dicht zit en niet iets ‘ergens daartussen’. Een FET die ‘ergens tussen open en dicht staat’ wordt warm.
De driver betrekt zijn voedingsspanning via een Schottky diode. De eenmaal aanwezige voedingsspanning kan niet meer door de schakeling voor de spoel-FET combinatie worden gebruikt. De 1uf reservoircondensator heeft een beetje spanning ‘in reserve’ voor het geval de spanning van het zonnepaneel instort.
Is die 1uf condensator wel groot genoeg? De capaciteit op de gate van de FET is ongeveer 1nF. Dat wil zeggen dat ik de FET 1000x kan inschakelen met de lading van de reservoircondensator. Dat lijkt mij ruim voldoende.
Transistors gebruiken een stuurstroom bij een stuurspanning, zij souperen dus een heel klein beetje vermogen op. Verder hebben zij een collectorstroom die bestaat bij een verzadigingsspanning op de collector. Ook dat is een heel klein beetje vermogen dat je in de schakeling kwijtraakt. Als je de installatie voedt via ‘de koperen navelstreng’ zal die paar milliwatt je een zorg zijn, maar als ‘koning Krent der Zonnepanelen’ is elke milliwatt er één en als die milliwatt niet nodig is, ruil ik hem graag in voor een microcoulomb in m’n accu’s.
Bij vervanging van de transistor door een FET loopt er geen stuurstroom meer en heb ik alleen nog maar stuurspanning en daarmee geen verlies van vermogen aan de sturing. Dan kan ik weer een paar microcoulomb meer in de accu’s stoppen voor hetzelfde zonlicht.
Toch ben ik een beetje huiverig voor het gebruik van een FET, want ze zijn niet zo robuust. De eerste experimenten hebben me 5 FET’s gekost voordat ik in de gaten had hoe en waarom deze kapot gingen. Uiteindelijk wint de zuinigheid en ga ik voor deze schakeling:
Bijlage BoosterV2-04CoilfeedbackRCfeedbackFET.jpg niet gevonden
De schakeling blijft zijn eenvoud houden en ‘wat er niet aanzit, kan ook niet kapot’ Nu eens gaan zien of het ook zo werkt als ik bedacht heb.
‘Vonkenboeren en elektrovarkens’, als jullie iets zien dat niet klopt in mijn beredenering… Ik hoor het graag!
Groeten, Peper.