Buiten de lol die ik beleef aan het "lekker knutselen met displays, code en computers", heb ik zeker baat bij het gebruik van (in mijn geval) PolarPlot. Niet zozeer aan-de-wind: daar vaar ik op gevoel, telltales en andere ervaringsregels. Ook downwind geeft goed kijken en m'n eigen vuistregels volgen het meeste resultaat.
Halve wind echter, heb ik mij verbaasd over het voordeel dat deze performance meting voor mij heeft: er blijkt op mijn boot een behoorlijk gebied waarbij de telltales volgens het boekje staan (en blijven staan), maar waar door twist en camber te varieren, ik de performance met meer dan 5% kon verbeteren. Dit dus waar de vuistregels en mijn gevoel me in de steek lieten. Het is dan erg handig de relatieve performance meter deze extra terugkoppeling te laten geven.
Zwakke apparatuur introduceert natuurlijk systematische fouten: dat kun je oplossen door met correctietabellen (dat kan PolarPlot) te werken en/of door betere apparatuur te installeren. Dat eerste kost veel tijd, ervaring en testrondjes en is niet eenvoudig haalbaar. Het tweede wél. Gebruik nu een ultrasone snelheidsmeter en windsensor op een hengel: dat scheelt al behoorlijk. Maar ook zonder deze correctie kun je kwalitatief best iets met "het performance getal" is mijn ervaring.
Ergens in het PP-draadje staat trouwens een foutenanalyse.
Noodzakelijk dit alles? Natuurlijk niet!
Hier een idee hoe die fysische bepaalde en tabel-correcties werken. Onderaan die post een aantal interessante links, als je meer over de calibraties en pitfalls wilt lezen:
zeilersforum.nl/index.php/foru...ox?start=%1$d#658670
Een heel eenvoudige manier om te bepalen hoe goed jouw basis-installatie is, is om een rondje te varen onder een stabiele wind. Zelfde zeilvoering houden, maar tijdens de 7 x 45 gr koersen telkends bijtrimmen en 5 min wachten tot je op snelheid bent.
Voor elk van deze 7 koersen TWA en TWS opschrijven. Die moet onafhankelijk van de koers zijn!