Iets verzinnen wat tussen bakstagen (voorstaghoogte) en toprunners (tot de top) in zit gaat je vast helpen om de doorhang van het voorstag te controleren.
Op tophoogte gaat vast het eenvoudigst: je masttopbeslag zal vast een voorziening voor een achterstag hebben. Dáár splits je dan 2 Dyneema lijnen aan. De giek/achterlijk dient daar altijd tussen te blijven. Ik heb er bij mijn boot 1:2 talies opgezet; samen met een 30'er lier trekt een persoon maximaal zo'n 30x2x25 kgf = 1500 kg. Voor jouw boot kun je zelf uitrekenen hoe je wilt vertragen: de gewenste krachten zullen uiteraard kleiner zijn. De lei-toprunner die niet in gebruik is, wordt bij het blok van de talie met een lang en dik elestiek naar voren getrokken: dat is nodig bij overstag gaan en hijsen.
Hetzelfde zou je (en/of) als bakstag uit kunnen voeren, trekt dan echter op voorstaghoogte.
Toprunners doen zowel iets met de mastbuiging (en dus grootzeiltrim) als voorstagdoorhang. Afhankelijk van hoe stijf je mast is en hoe lang het fractionele stuk is, verschuift deze verhouding.
Bij bakstagen controleer je vooral de voorstagdoorhang. Wss zal de mast ook een beetje buigen, echter veroorzaakt door compressie en niet (ook) door een buigmoment.
Hieronder zie je hoe mijn mast doorbuigt (toprunners op bijna max en 7/8 fractioneel): je kunt je wel voorstellen dat dit ook voor een vermindering van de voorstagdoorhang zorgt (je trekt de mast krom rondom het voorstag). Wil ik bij dezelfde kromming minder voorstagdoorhang, dan trek ik ook de bakstag aan. In de praktijk is de balans behoorlijk OK en is dat niet nodig. Vaak wil je beide tegelijk: vermogen verminderen door zowel de diepte in grootzeil als voorzeil te verminderen.