Kennelijk behoeft het Volvo voorschrift nog enige uitleg : bij varen met stilstaande motor en een ingeklapte klapschroef doe je niets, er beweegt intern in de koppeling niets, je hoort niets en er slijt niets.
Soms heeft een uitgeklapte, en daardoor wel meedraaiende klapschroef een beetje hulp nodig om in te klappen, dat doe je bij voorwaartse bootsnelheid door de koppeling in z'n achteruit te zetten waardoor de rotatie stopt en de vaarsnelheid de bladen inklapt. Verder geen actie nodig.
Bij een vaste schroef in de vrijloop gaat de schroef meedraaien, weliswaar met een veel lagere snelheid dan bij varen op de motor, waardoor de smering op langere termijn onvoldoende is. Volvo houdt daar een marge van 10 uur voor aan. Door de motor te starten, en daarmee even te varen, breng je de smering weer op peil.
Het tijdens het varen bij stilstaande motor de koppeling in z'n achteruit laten staan is volgens VP ongewenst. De reden is dat de werking van deze koppeling gebaseerd is op een servoprincipe, waarbij een schakelconus, na een initiele schakelbeweging, door de aandrijfkracht extra sterk in het tapse wrijvingsvlak van het betreffende schakeltandwiel wordt gedrukt. Als je geluk hebt (de servowerking is nu omgekeerd), stopt daarmee het meedraaien van de schroefas. Ligt de vaarsnelheid niet hoog genoeg, dan gaat door onvoldoende servowerking slip optreden en krijg je slijtage of verglazing van het wrijvingsvlak. Resultaat kan zijn dat de koppeling traag gaat schakelen, of zelf helemaal niet meer schakelt. Praat hierbij uit ervaring, hier op het forum heb ik al eens de revisie van zo'n koppeling beschreven die op deze wijze onklaar was geraakt.
Schakelprincipe :