Ooit werd de Winner 1010 op de bovengenoemde punten een stuk minder goed beoordeeld dan de Breehorn 31. Vervolgens ben ik gaan mailen met dhr. Bezemer. Ongenuanceerd (10 jaar terug hè

) meldde ik dat foto 's uitwezen dat de door dhr. Sol gezeilde schepen veel beter waren uitgetrimd dan de door dhr. Bezemer geteste schepen.
Ik kreeg overigens keurig antwoord. Meerdere mensen hadden gereageerd. In die zin kwam zijn reactie eerlijk en correct over.
Het eea zou gecorrigeerd worden met de test van de 1220. Hoezo objectieve beoordeling van de 1220?

. Inderdaad: die werd de hemel in geprezen. De eerder als uit de tijd bestempelde schuine boeg van de 1010 had in 1 keer een zeer positieve beoordeling gekregen.
Ook in de korte presentaties van de beurschepen was men in 1 keer overdreven enthousiast over de 1010 en 1020. In de test van de 1220 gaf dhr. Sol aan de schuine boeg mooi en tijdloos te vinden. De 1220 moet "over 10 jaar ook nog verkocht kunnen worden". Hoe zijn de boegen van de huidige Winners? Juist ja...
Grappig was wel dat in de buitenlandse testen zoals in "Yacht" niet werd gesproken over de positieve aspecten van de schuine boeg. In een groepstest van 34-voeters leverde de 1010 downwind snelheid in door volgens Yacht de kortere waterlijn.
Dus: lees ik de testen uit het blad Zeilen? Ja. Neem ik de testen na het bovenstaande serieus? 50/50.