Meer politie.
Basis regel 1 van reizen: In het buitenland niet met politie in aanraking komen!
Basis regel 2 van reizen: Als je toch in aanraking komt met de politie, beperk je je tot Ja meneer, Neer meneer.
In dat kader:
De enige zomer dat het redelijkerwijs mogelijk was om door Tjechoslowakijke te rijden was 1992. De muur was gevallen. De grenzen waren open. In de herfst van dat jaar zou Slowakije aanvragen om zelfstandig verder te gaan. Een verzoek wat gezien de economische vooruitzichten over Slowakije graag en onmiddelijk werd ingewilligd. Die waren niet best. Inmiddels is het met beide landen behoorlijk goefd gekomen, maar dat was toen geenszins duidelijk.
Ik was, zoals de zomers er voor, van plan om naar Engeland te gaan. Dus toen ik Eindhoven uit reed op weg naar Calais voor de hoovercraft, had ik Britse ponden bij me, een autokaart van Engeland en de Royal Youthostel Association Youthhostel guide. Maar ja, dan moet je Leenderheide wel rechtsaf gaan richting Antwerpen en niet linksaf. Dus stond ik een uur later in een Duits benzinestation mijn ponden om te wisselen voor Marken, en had in een boekhandel een Europese Jugend Herberge boekje gevonden. Onderweg naar Tjechoslowakije.
Bij de eerste overnachting in zo’n Jugendherberg kwam ik een mevrouw tegen van ongeveer mijn leeftijd die als leidster optrad van de Katholische Landjugend, de Duitse variant van de KPJ. De jeugdherberg lag vol met KLJ en jongens en meisjes werden dus gescheiden. Nu was de jeugd al van zo’n leeftijd dat niet zozeer de jongens alswel de meisjes ’s nachts op strooptocht gingen naar het andere geslacht. Toen er stappen op de gang klonken ging het licht uit, en de jonge juffrouw dook over mij heen onder mjin deken. Iedereen deed offie sliep. Ik ook. En toen de zaklamp van de leiding in mijn gezicht viel heb ik in zeer duidelijk Duits uitgelegd dat t eens afgelopen moest zijn met die onzin, en waar een christen mens in s Herensnaam zijn nachtrust vandaan moest halen in deze negorij. Met veel Entschuldigingen vertrok men weer. Daarna heb ik de veel te jonge juffrouw onder mijn deken toch maar verzocht haar eigen mandje op te zoeken. Dat leek een prima idee.
Bij het ontbijt heb ik uiteraard aan de leidingmevrouw opgebiecht dat de verstekeling achter mijn rug lag te rillen. Of ze me dat niet al te kwalijk wilde nemen. Als afscheid hebben we adressen uitgewisseld. Dus dat zat wel goed.
De volgende dag ging het via heel veel kronkelweggetjes naar de Tjechische grens. Mind you: er waren bijna geen wegen over en weer. Er was namelijk het Ijzeren Gordijn. Je ging er niet doorheen. De grenswacht stond wat verbaasd van zichzelf iedereen door te zwaaien. Je merkte dat t nog niet vanzelf ging. Al die toeschietelijkheid.
Het land was moe. Dat was duidelijk. Moe van alles. Moe van het communisme. Moe van gebrek aan onderhoud. Moe van gebrek. Alleen het asfalt was buiten de bebouwde kom spiksplinter nieuw. Overal. In de steden kinderkopjes. In de dorpen vaak nog zand. Maar de rest om door ringetje te halen.
Langs een van die wegen stond een politiewagen.
Halt!
Het volgende gaat in half Duits, half Engels en gebarentaal:
J: Goedemorgen meneer.
P: U draagt geen stofbril!
J: Eh, nee, klopt. Ik heb een integraalhelm. Past geen stofbril op, en hoeft ook niet: ogen zijn beschermd.
P: In de wet staat dat een motorrijder een stofbril moet dragen. Mee naar het bureau!
J:, Goed meneer, ik rijd wel achter u aan.
P:Nee, u gaat in de auto, en ik rijd op uw motor.
Nu is een ritje in een Skoda een avontuur op zich, maar hij op mijn motor... Daar moet ik iets op verzinnen.
J: Eh, met alle respect, maar dat lijkt me geen strak plan. Als ik t juist inschat, is het snelste wat u gereden heeft, een JAWA 350?
P: Klopt.
J: Nou, die rijdt met moeite 120. Dit hier haalt makkelijk over de 200. U vouwt uzelf om de eerste boom die langs de weg staat. Maar, is de kern van het probleem dat u op mijn motor wilt rijden?
P: Eigenlijk wel.
J: OK, heeft u een helm in de auto?
P: Ja.
J: Dan stap achterop, dan rijdt ik u even rond. Maar 1 voorwaarde vooraf: geen snelheidsbekeuringen. Is dat ok?
Hij haalt een open helm en een stofbril (jawel!) uit de auto. En klimt achterop.
J: U kunt zich het beste aan mij vasthouden
P: Ja zeg ik ben geen homo.
J: Ok, wat je wilt.
Nu is jezelf achter je vasthouden op een JAWA met 24pk inderdaad voldoende. Op een Ducati met 75pk niet. Dus tegen de 80 ergens, aan t einde van de 1e versnelling, zag ik links en rechts gepoetste dienstschoenen omhoog komen. Ik neem even terug, tik de rem even aan, en hij zit weer vast in het zadel. Nu wel met zijn armen om mijn middel. Ervaringsgerichte instructie, zullen we maar zeggen.
Na een duizelingwekkend kwartiertje heb ik meneer netjes afgeleverd bij zijn auto en collega. Na veel bedankjes weer verder gereden richting Oostenrijk.