brambo schreef :
Je moet dat zien in de tijd. Toen werd melamine (Melocol) met een zuur verharder veel gebruikt. Er werden ook masten mee verlijmd.
Achteraf gezien laten deze lijmlagen op den duur los. Gespleten houten masten en gieken komen hierdoor regelmatig voor.
Daarna kwam er Resorsinol een bruin/zwarte lijm en de twee componenten pu lijm van Ceta Bever, constructielijm genaamd. Deze lijm is is later overgenomen door Bison. Een houtkleurige bruine lijm.
Je moet de componenten wel goed mengen. Voor de bouw is er daarom een 1 component pu bruislijm ontwikkeld. De naam zegt het al, het bruist en dat moet je in een lijmnaad nu juist niet hebben.
Is spleetvullend. Complete uitharding duurt ongeveer een week.
De lijm is wat moeilijk te verkrijgen. Voor belangstellenden. Ik heb nog een aantal setjes staan.
Bram
Ja Bram, ik heb dat traject ook doorlopen (op die melaminelijm na). Ik begon met resorcinollijm, omdat dat de enige fatsoenlijke tweecomponentenlijm was en omdat iedereen dat gebruikte (daar was ik toen nog gevoelig voor).
Al gauw kwamen Ceta Bever en Bison elk met een andere tweecomponenten PU-lijm. Die van Ceta-B had een mengverhouding van 1 op 5 in volume, en die van Bison 1 op 2,5 in gewicht. Ik heb ze allebei gebruikt, maar koos voor de Bison omdat die prettiger en betrouwbaarder gedrag vertoonde. De Ceta Bever wilde wel eens onverwacht gaan bruisen.
Waarom ben ik ruim 30 jaar geleden van Resorcinollijm afgestapt? De lelijke kleur was nog wel het minst belangrijk, evenals het hinderlijk stuivende poeder.
Belangrijker vond ik het feit dat resorcinollijm oplosmiddel bevat. Toen, in ieder geval; ik weet niet of dat nu inmiddels veranderd is want ik heb er sindsdien niet meer mee gewerkt.
Bij ingewikkelde verlijmingen vormt dat een groot probleem: je hebt dan al gauw 15 tot 20 minuten nodig om alle lijmvlakken goed in te smeren. In die (open) tijd trekt het oplosmiddel al in het hout, waardoor de lijm fysisch uithardt, zeg maar: opdroogt. Als daarna de delen samengevoegd en geperst worden, levert die opgedroogde (maar niet chemisch uitgeharde) lijm problemen op. Het verhindert het goed samenpersen.
Verder zag ik dat de chemische uitharding (dus na het fysisch opdrogen) dan ook te wensen overlaat. De lijm wordt bros, wat vooral riskant is bij sterke dynamische belastingen.
Een ander hinderlijk verschijnsel van resorcinollijm is de krimp. Dat zal ook wel te maken hebben met dat oplosmiddel, maar deze lijm krimpt aanzienlijk. En dâ's nie fijn, hé.
En ten slotte bekijk ik altijd oude masten, als ik die ter reparatie/vervanging binnenkrijg, heel kritisch. Ook om van te leren! Ik zie opvallend vaak dat oude resorcinollijm erg bros is geworden. Ik ken de oorzaak dan niet, maar het kan te maken hebben met het hierboven beschreven probleem, of met natuurlijke veroudering, of met een verkeerde mengverhouding, of ....??
Al die nadelen gelden dus niet voor de Bison Constructielijm Super (dat is dus de tweecomponenten PU-lijm die ik nu gebruik). (Ik heb geen aandelen of ander zakelijk belang in Bison)
Die Bisonlijm is prima verkrijgbaar, Bram, want in bijna elke bouwmarkt staat-ie onder de naam 2K-Expert in kleinverpakking. Grote verpakkingen koop ik bij de professionele gereedschapshandel, per kilo veel goedkoper.
@3Noreen: als andere bedrijven in andere sectoren deze m.i. verouderde lijm wel willen gebruiken, dan gaan ze hun gang maar. Ik heb mijn keuze gemaakt op grond van ervaring, kritisch kijken, testjes doen, uiterst zorgvuldig werken, logisch nadenken.
Het kan zijn dat bij seriewerk (houten balken plakken) en een geautomatiseerd applicatiesysteem deze resorcinollijm beter bruikbaar is, maar daar is in de scheepsbouw geen sprake van.
O ja, en in het algemeen: gebruik geen bruislijm. Nergens voor. En zeker niet voor constructieve verbindingen. Bruislijm is dure lucht.
Wim.