reuv schreef :
FMJ schreef :
Uit een eerder topic bleek dat een hoog vrijboord juist goed is voor de kenterstabiliteit, wat ook logisch verklaarbaar is!
Als je bang bent voor stabiliteit met betrekking tot zeildragend vermogen heb je waarschijnlijk gelijk. Hiet is het onderwerp veiligheid en dan kijk ik naar andere definities van stabiliteit.
Het zeildragend vermogen doet er niet toe als het gaat om het berekenen van de kenterhoek. Met andere woorden: de hoek waarbij de boot doordraait en niet meer terugkomt. Als de boot 90 graden platligt is alle druk in de zeilen verdwenen. Dat is echter bij de meeste zeegaande jachten nog een heel stuk onder de kenterhoek.
Een zeilboot slaat meestal om door een hoge golf. Golven zo hoog als het schip lang is zijn gevaarlijk of brekers van een fractie van die hoogte. Dergelijke brekers zijn kunnen desastreus zijn voor schepen met hoge opbouw of hoog gangboord
Dat zal op de oceaan best kloppen, maar bij het berekenen van de stabiliteitsomvang kan daar geen rekening mee worden gehouden.
Wie wel eens met een ontwerpprogramma voor jachten heeft gewerkt dat ook stabiliteitsberekeningen kan doen, die heeft gemerkt dat je een gebrek aan diepliggende ballast gedeeltelijk kan compenseren door een hoger vrijboord. In het boek 'The principles of yachtdesign'(Larsson - Eliasson) staat een mooi grafiekje waarop de stabiliteitscurves van twee jachten te zien zijn. Een van de twee is een Contessa met een duidelijke opbouw. De curve van de Contessa vertoont een hobbeltje in positieve richting, als gevolg van die opbouw.
Edit 2: Ik wist dat ik dat grafiekje hier eerder heb laten zien en na even zoeken vond ik het terug:
Noot bij de twee kromme's: de 'Grimalkin' is een boot die tijdens de Fastnetrace van 1979 het nogal zwaar te verduren kreeg (een keer 360 graden rondgegaan, of zoiets).
Ook interessant om even te kijken naar het aanzienlijke gebied waarover de Grimalkin stabiel ligt op z'n kop en het zeer kleine gebied waarover dat bij de Contessa zo is. Die Contessa blijft dus nooit lang op z'n kop liggen en draait waarschijnlijk heel snel weer terug of door.
Als we eenmaal gaan praten over grote golven en brekers komen we in een gebied waar rekenen niet zoveel zin meer heeft.
Er zijn ook gevallen bekend van diepstekende kieljachten die in hoge brekers toch gewoon kenteren, ondanks een enorme stabiliteitsomvang. Ze struikelen als het ware over de eigen kiel.
Schepen zonder uitstekende kiel (kielmidzwaardboten, bijvoorbeeld,) met een feitelijk veel kleinere stabiliteitomvang, overleven dergelijk golven soms beter.
Edit: wat ik met dit laatste beoog aan te geven: bij een hoog vrijboord of een opbouw kan de eerste klap van een breker misschien harder zijn dan bij een flushdekker met een laag vrijboord. Maar in laatste instantie kan het die diepstekende kiel zijn die de boot ècht de das omdoet.
Eenmaal 90 graden gekenterd geeft een hoog vrijboord en/of een opbouw juist extra positieve tegenkracht. Het aanvankelijke nadeel verandert dan in een voordeel.