Joop66 schreef :
Andreaquila schreef :
Het is toch vreemd dat zo'n groot en stevig schip kennelijk niet stabiel genoeg is? ............
........................
3: Kwa rompvorm ben ik minder op de hoogte, maar je kunt die vormgeven om vormstabiliteit te geven. Zie bijv onze platbodems.
4: Dan kun je stabiliteit door balast creeëren.
5: Als je geen diepgang extra wilt maken, kun je het verlijeren nog wat beperken door een loefbijter te plaatsen. Of flaporen te plaatsen.
De afgelopen 35 jaar ben ik vaak ingehuurd om dit soort kotters te herstellen, soms zeer ingrijpend.
Alle kotters, zowel de zeilkotters als de motorkotters, ontlenen hun stabiliteit (nagenoeg) volledig aan ballast, dus niet of nauwelijks aan hun vorm.
Op zee geeft gewichtsstabiliteit een veel prettiger gedrag dan vormstabiliteit.
In de landen waar kotters oorspronkelijk werden gebruikt hoeft men net te beknibbelen op diepgang, dus dat geklooi met platte bodems en kwetsbare zwaarden was daar niet nodig. (Overigens spraken tjalkschippers vroeger over hun Deens/Zweedse collega's smalend van:"Hoog van masten, laag van lasten" dus weinig laadvermogen)
Er is geen groot verschil in rompvorm tussen de als zodanig gebouwde zeilkotters en motorkotters: ze zijn allemaal diepstekend, gebouwd op een rechte kielbalk, met scherpe kop, geveegd achterschip en een dikke buik. Vaak wordt er al tijdens de bouw beton ingestort, vooral in de voor- en achterpiek. Verder wordt er veel ballast ingebracht, vaal tientallen tonnen, in de vorm van broodjes ijzer, broodjes lood, zwerfkeien e.d.
Die ballast moet natuurlijk verdomd goed vastgezet worden. Ik was er even bang voor dat dat bij dit schip foutgegaan was: platgeslagen worden waarbij de ballastblokken naar de zij donderen, maar aangezien het schip keurig rechtop stond is dat dus niet gebeurd.
De diepgang van de geballaste houten kotters is vaak meer dan de helft van hun breedte. De diepste waar ik aan gewerkt heb, stak 3,60 meter op een breedte van 6,5 meter.
Ik heb ook wel gezien dat men bij de ombouw van motor- naar zeilkotter een extra kiel aanbracht: er werd een stalen I-profiel van 500 mm hoog en net zo lang als de kielbalk van de kotter neergezet op een hellingkar, waarna de kotter er bovenop werd gezet. Dit werd zeer degelijk met elkaar verbonden, waarna de beide zijden van het I-profiel werden volgestort met verzwaard beton.
Een uitstekende oplossing die goed werd uitgevoerd.
Soms wordt bij een ombouw een kleinigheid vergeten. Zo weet ik van een grote kotter (ik zeg niet welke..), een uitstekend gezond schip dat als motorkotter gebouwd was, die werd omgebouwd tot zeiler. Men plaatste de grote mast op de kielbalk: dat was immers het sterkste deel van 't schip. Bij de proefvaart (met stijve bries) ging het mis: de verstaging kwam slap te hangen en het schip maakte genoeg water om de Sahara vruchtbaar te maken. Op de helling werd niets gevonden.....
Inderdaad: de kielbalk was niet berekend om de neerwaartse krachten van de mast op te vangen en werd naar beneden gedrukt. Oeps.
Maar hoe dan ook: kotters (zowel zeil als motor) zijn uitstekende zeeschepen.
Maar ook uitstekende schepen kunnen vergaan.
Wim.