Wat de gelinkte artikelen/spreadsheet m.i. doen is:
a) Je vertellen binnen welke groep je een ontwerp met een ander ontwerp mag vergelijken;
b) De mogelijkheid geeft (a) te doen, weliswaar zeer grof.
Zoals ik eerder stelde geven de cijfers géén direct interpreteerbaar waarde-oordeel. Deze getallen zouden dat wél kunnen doen wanneer je bv een Roskilde met een ánder "Colin Archer achtig" ontwerp vergelijkt (dus beide binnen de groep "Slow auxiliary sailboats").
Ik vraag me dan wel af waarom deze auteur voor de groep boten met SA/D=14 zegt "Slow auxiliary sailboats" en voor de groep met SA/D=18 "Racing yachts". Ik kan me moeilijk van de indruk onttrekken dat de laatse groep gemiddeld sneller zal zijn dan de eerste groep
Het gaat om het karakter overigens: een 40 ft boot uit de eerste categorie zal in absolute zin sneller (kunnen) zijn dan een 22 ft boot uit de laatste categorie.
Misschien leuk dat eens te doen. Niet voor TS (die heeft al een voor hem fijne Roskilde gekocht...), maar omdat dit denk ik interessant is en wat nieuwe inzichten kan geven onderweg daar naartoe. Eigenlijk dan ook mappen naar de GPH getallen of Triple-numbers om in te kunnen zoomen op de light air eigenschappen.
Die SW waardes zeggen (überhaubt) nooit niet zoveel, beter is naar meetbrieven te kijken. Daarvan kan ik er één van een Westsail 32 vinden (géén van een Oceanis 300), een heleboel van een Oceanis 311 (zelfde tuig en romp als de Oceanis die je noemde:
- Westsail 32: D/L = 419; SA/D = 15; GPH = 771
- Oceanis 311: D/L = 144; SA/D = 19; GPH = 718 (gemiddelde van 25 boten)
Een fors verschil, zeker als je nagaat wat de rol van lichtweer eigenschappen hierin is (bij 4+ bft zullen ze beide wel rompsnelheid lopen...)
Los van dit alles: waarom zou een (goed ontworpen) boot met "hoge" SA/D, ongeacht of dit een lang- of vinkieler is,
niet gemiddeld sneller zijn dan een met een "lage" waarde hiervoor? M.a.w: kunnen we een theorie bedenken dat bepaalde rompvormen met minder zeil toekunnen? Ik kan me daar geen voorstelling van maken.