Welkom,
Gasten
|
Onderwerp: Een zeiltochtje naar Denemarken, Engeland of ..... ?
Re: Een zeiltochtje naar Denemarken, Engeland of ..... ? 07 nov 2008 14:17 #48791
|
Zeilend door Friesland.
Za. 23-08-,08. Wiss. bew. Af en toe lichte regen. Wind Z.W. 3-4. We hebben gedoucht, ontbeten en de havenmeester ontmoet. Het is even over achten en we overleggen wat we vandaag gaan doen. Marjanne, die er af en toe vanuit gaat dat “Zeebeest ” háár scheepje is, zij het commando voert en dat ik blij mag zijn dat ik mee mag, zegt:’Als we een beetje doorvaren, kunnen we vandaag ergens tussen Leeuwarden en Dokkum op een leuk Marrekrite plekje overnachten.’ ‘Welnee meid, als we nu vertrekken kunnen we veel verder komen, minstens in Lauwersoog.’ ‘Ja ja, het is maar goed dat er een vrouw aanboord is, want what about de verse “stores” voor het weekend?’ ‘Nou en? Dat kwartiertje maakt ook niet veel verschil.’ Ze geeft geen antwoord maar kijkt me alleen een beetje meewarig aan. Inderdaad, ik zou onderhand beter moeten weten. Dik twee en een half uur later, klim ik, afgepeigerd en met een levensgrote markt annex boetiekjesfobie, weer aanboord. Dan is het “voor en achter” en kachelen we het “van Harinxmakanaal”op. Na de Koningsbrug zet ík zeil en Marjanne koffie. Even later genieten we, met koffie en gevulde koek, van het rustig voorbij glijdende Friesche landschap. ‘O ja,’ zegt Marjanne ‘wat denk je dat ik tegenkwam bij het opbergen van de boodschappen?’ ‘Eh, een nest jonge koeien of misschien wel een vlucht wilde teckeltjes?’ ‘Nee gek, mijn oude camera, die is blijkbaar de laatste keer aanboord blijven liggen.’ ‘Prachtig schat, kunnen we toch nog vakantiefoto’s maken, zat er nog prik in?’ ‘Nee niet veel meer maar ik heb de batterij meteen aan het infuus gelegd, dan is hij vanmiddag weer vol.’ De enkele bruggen die we tegenkomen draaien vlot, zodat we nergens zeil hoeven te strijken en alleen even de motor bijzetten om vlot door de brugopening te varen. De Friesche bruggenwippers weten over het algemeen snelheid en de beperkingen van een zeilboot goed in te schatten. Bij Leeuwarden rol ik de zeilen weg en kachelen we op de motor door de stad. Ook hier gebeurt de tolheffing per klomp en mogen we weer fors storten in het fonds. ‘Dit keer zal het wel voor bewust ongehuwde vaders of zo iets zijn.’ zeg ik. ‘Kunnen die ook es een keertje uit de band springen.’ Omdat iedere keer dat we met een groepje boten voor de bruggen liggen te drijven, een groot motorjacht steeds zowat op ons achterdek parkeert, krijg ik een beetje de koelere in. Boze blikken en wenken hebben niet geholpen en ja hoor, ook nu weer zit zijn neus geen halve meter van mijn vlaggenstok. Ik ga bovenop het achterdekje staan en kan over de hoge neus heen oogcontact met de motorbootchauffeur maken. Op vriendelijke toon - volgens Marjanne een geluid dat muren doet instorten - zeg ik:‘Beste man, dit is nu al de zoveelste keer dat je zowat bij me aan tafel zit, ik weet niet of ík honing aan mijn reet heb of jíj stront in je ogen maar als je nu niet meteen opsodemietert, kom ik even bij je aanboord om je vaarlesje te geven, gratis van het huis!’ Even zit hij me verbluft over zijn windscherm aan te kijken, dan zoekt hij nerveus naar zijn motor hendel en slaat achteruit. Het sloepje achter hem, dat snel benen moet maken, heeft nu ook wat aanmerkingen op zijn vaargedrag. Aan chauffeurtjes gezicht is te zien dat watersport toch niet helemaal dat is wat hij zich er van had voorgesteld. In de binnenstad slinkt de vloot snel en bij het laatste stuk park zijn ook de laatste boten afgehaakt en voor de kant gekropen. Buiten Leeuwarden, daar waar bebouwing en begroeiing op houdt en de wind weer uit één richting waait, kan de motor af en gaan we zeilend verder op de Dokkumer Ee. We passeren een café aan het water, met een terras waar niemand zit. Een losvarend fiets/voetveer ligt ook al werkeloos voor de kant. Vanwege de mooie dikke boomkruinen staat hier bijna geen wind dus glijden we langzaam langs het pontje. De veerman leunt over de reling en knikt ons vriendelijk toe. Ik groet hem:’Goeie middag, zeker niet veel te doen?’ Ach, dat valt wel mee, we zitten hier midden in een toeristische route, het is hollen of stilstaan, daarstraks had ik nog een hele ploeg dames op de fiets, moest ik twee keer voor varen om ze over te krijgen’. Ik zeg:’Nou, je ziet er niet erg overwerkt uit.’De veerman grijnst, gaat recht opstaan, rekt zich uit en wenst ons een prettige vakantie, dan gooit hij zijn touwtje los en vaart achter ons langs naar de overkant om twee fietsers op te pikken. ‘Een ploeg dames op de fiets?’ ‘Het zullen toch niet …?’ Marjanne en ik kijken elkaar even aan en barsten in lachen uit. ‘Ze waren, geloof ik, een beetje boos op mij.’ ‘Nou en of en heel terecht, lelijke seksist die je bent!’ We naderen een plaatsje met veel bomen, gelukkig hebben we een motor. Ik wijs vooruit en zeg:‘Marjanne, dat wordt klûnen en stempelen.’ ‘Bartlehiem?’ Vraagt ze. Já, knik ik. Na de luwte bij Bartlehiem lijkt de wind een stuk afgenomen dus blijft de motor zachtjes meedraaien, even later laat de wind het helemaal afweten. Met de zeilen weggerold en de motor op dead-slow naderen we Birdaard, harder varen heeft geen zin want het is bruggenwippers-etenstijd. Af en toe zien we de molen van Birdaard tussen de bomen door gluren, na iedere bocht van dit mooie riviertje weer een stukje dichterbij. Exact op tijd komt de brugwachter de bomen neergooien en zijn stukkie rijweg rechtop zetten, dan fietst hij met een rotgang naar de tweede brug om ook die te draaien maar eerst mogen we weer storten in het fonds. We varen nog twee en een halve mijl verder en meren om 17:55 af aan een Marrekrite steigertje net voorbij de Klaarkampsterbrug. We liggen hier weer midden in het land, heerlijk rustig. ‘Zeg Marjanne, daarnet voor de brug, heb je dat bord niet gezien met “Geitenkaas en geiten melk ”?’ Meer hoef ik niet te zeggen Marjanne is de wal al op en loopt terug naar het bruggetje. Ik haal de batterij uit de lader en stop hem in de camera, even een proefplaatje maken. Ik trek alvast een fles wijn open en wacht op Marjanne. Na vrij lange tijd staat ze weer voor mijn neus en houdt triomfantelijk een emmertje geitenmelk en een stuk geitenkaas omhoog. Ook dat mag op de kiek, samen met een standbeeldje van, Sjoukje Dijkstra??? Marjanne vertelt enthousiast over de privé rondleiding door melkerij en kaasmakerij en hoe aardig de boerin is. Terwijl zij begint ze met kokkerellen, zet ik de kuiptent op en dek de kuiptafel. Dat ik ook even de wijn voorproef spreekt voor zich. Proost! Albert |
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.
|
Re: Een zeiltochtje naar Denemarken, Engeland of ..... ? 07 nov 2008 17:47 #48797
|
Albert jongen,
Je hebt het weer mooi in woorden omgezet. Ik hoop een dergelijk leven te realiseren op het moment dat de kinderen hun warme veilige nestje verlaten. Het is overigens een zeer dubbel gevoel. Onze trotsjes zijn nu 5 en 7. En deze tijd kan me aan de andere kant niet lang genoeg duren Je hebt voor zover ik kan lezen (en ik heb naar ik meen alles gelezen ) een perfecte klik met je vrouw. In allen bescheidenheid meen ik deze klik ook te herkennen en te hebben met de mijne. O voor ik te melodramtatisch wordt hef ik het glas. Proost!! |
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.
|
Re: Een zeiltochtje naar Denemarken, Engeland of ..... ? 10 nov 2008 11:48 #49067
|
|
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.
|
Re: Een zeiltochtje naar Denemarken, Engeland of ..... ? 14 nov 2008 15:13 #49493
|
Richting Zoutkamp.
Zo tegen achten kom ik mijn kooi uit en steek mijn kop naar buiten. Het belooft een mooie zomerdag te worden, er is amper een wolkje aan de lucht en het is nu al warm. We hebben geen haast en ontbijten op ons gemak in de kuip. Het ontbijt bestaat uit; koffie, een broodje geitenkaas - met tomaat en bieslook – en natuurlijk een beker geitenmelk. Om tien voor negen is het ‘voor en achter!’ Er staat amper wind, dus we laten de pruttel kalmpjes zijn werk doen. We zijn nog geen tien minuten onderweg, of het Boze Rode Oog van de laadstroom staart me weer aan. Ik besluit dat ik me niet gek laat maken door iets waar ik geen vat op heb, we gaan gewoon door met vakantie houden en we zien wel hoe het verder gaat. Vlak voor Dokkum woont een beroepsvisser die, zoals we uit ervaring weten, bijzonder lekkere zelf gerookte aal verkoopt tegen een redelijke prijs. Marjanne heeft haar portemonnee al klaar gelegd. Ik zeg:’Ik weet niet of ze op zondag ook verkopen, misschien zitten ze om deze tijd in de kerk of zo.’ Maar Marjanne roept:’Kijk, hij is bij zijn boot bezig!’ Ja, inderdaad, hij is met zijn dekwasslang aan de gang. Wanneer ik aanstalten maak om langszij te komen, stopt hij met spuiten en neemt een trosje aan. Eerst maken we een gezellig praatje, dan gaat Marjanne met hem mee naar binnen en komt terug met een pond gerookte en een pond natte aal. We nemen afscheid en gaan door naar Dokkum. Ook hier leven er blijkbaar mensen onder de armoedegrens, want weer mogen we storten in het F.N.F. ofwel Fonds voor Nooddruftige Friezen. Na dit staaltje armoebestrijding onzerzijds, laten de dankbare bruggenwippers ons vlot door het stadje varen. Net na de laatste brug leggen we alleen even aan om onze zoetwatervoorraad aan te vullen en zijn even later alweer op weg naar het Lauwersmeer. De wind is een stuk toegenomen, ZW 3-4, dus kan de motor af en de Genua er op. Bij Dokkumer nieuwe Zijlen zie ik dat de sluis, die bijna vol ligt, zijn rode lichten er op zet. Ik vraag over de marifoon of we deze ronde nog mee kunnen en krijg meteen groen voor mijn snufferd en ‘Bakboord afmeren.’ als antwoord. Na de sluis zeilen we onder grootzeil en Genua verder. Halverwege tussen de sluis en het Lauwersmeer lopen we, hoewel we aan de goeie kant van de prikken zitten, vast in de modder. Even een klapje dwars uit met de knikkerbak - boegschroef – en we zeilen alweer. We komen een mooie oude strandreddingsboot tegen. Eenmaal op het meer gekomen is de wind toegenomen tot een flinke 5 bft. We kunnen het niet laten, in plaats van meteen SB uit te gaan om naar het Reitdiep te kachelen, zeilen we, met het gangboord bijna in het water, een paar keer de hele Lauwersmeer over. Daarbij komen we ook nog een gewezen ‘Wad en Sont vaarder’ tegen, vroeger ook wel ‘Slikkrauter’ genaamd. We leven ons even lekker uit en bij Lauwersoog kunnen we maar net de verleiding weerstaan om door te schutten en naar Schiermonnikoog te gaan. Maar omdat Marjanne ’s ribben nog niet helemaal genezen zijn, ga ik nog niet met haar naar buiten en zet koers op Zoutkamp. Om 14:50 passeren we het openstaande sluisje van Zoutkamp. Marjanne zegt:’Weet je nog, toen met die vogelaar?’ ‘Ja nou, ik krijg alsnog hoofdpijn als ik daar aan terug denk.’ Destijds moest je hier nog geschut worden om van het Reitdiep naar de Lauwerszee en visa versa te gaan. We hadden toen een houten Deens kottertje en lagen in het sluisje om naar de Lauwerszee te schutten. Bijlage: Ik zie het allemaal weer voor me. Net voor het sluiten van de deuren, komt er een zware, waaibomenhouten eigen ontwerp roeiboot, de sluis binnen. Aan de riemen zit een alternatieveling, compleet met Jezus sandalen, een houtje touwtje jas en een lange verwilderde haardos, zich mottig te roeien om nog een beetje vaart in dat logge geval te houden. Langzaam maar zeker komt hij de kolk binnen en legt vlak achter ons aan. In keurig, ja haast bekakt, Nederlands vraagt hij of wij soms langs de Sennerplaat komen en of hij dan een sleepje kan krijgen. Ik kijk even in de kaart ‘Ja hoor, daar komen we langs, hier knoop deze maar voorop vast.’ en gooi hem het eind van een lange lijn toe. Bij het uitvaren staat Marjanne aan het roer en sta ik de lijn, slippend rond de bolder uit te vieren tot ons sleepje een meter of vijftien achter ons hangt, zo hoeft hij niet high te worden van onze uitlaatgassen. Na nog geen tien minuten varen hoor ik eensklaps een luide kreet. Ik schrik me het lamlazerus en spring door de deur het stuurhuis uit waarbij ik er even niet aan denk dat de deur hier een stuk lager is dan thuis. Met een opdoffer die mijn nekwervels doet kraken knalt mijn kop tegen de eikenhouten bovendorpel. Met sterren voor mijn ogen maar dankzij pure wilskracht nog net niet van de kaart, zoek ik naar het gevaar dat ons ongetwijfeld belaagt. Ik zie niets bijzonders en terwijl ik de buil op mijn kop voel groeien, vraag ik wat er loos is. De alternatieveling staat zowat te dansen in zijn bootje, hij wijst omhoog en roept met zijn bekakte stem :’Kijk, kijk, een ruigpootbuizerd!’ Ik weet me in te houden en in plaats van hem liefdevol te wurgen, zeg ik:‘Ja, leuk.’ en ga snel naar binnen om een nat vaatdoekje op mijn kop te leggen. Marjanne, die het roer heeft overgenomen, zegt:’Wat was er aan de hand.?’ ’Er is helemaal niets aan de hand maar die clown raakte een tikkie opgewonden van een homofiele haan!’ Albert |
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.
|
Re: Een zeiltochtje naar Denemarken, Engeland of ..... ? 14 nov 2008 16:01 #49501
|
En weer zo'n geweldig verhaal van Albert! Heb weer genoten en zag het helemaal voor me echt super leuk om te lezen. Je hebt een gave kerel!
|
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.
|
Re: Een zeiltochtje naar Denemarken, Engeland of ..... ? 15 nov 2008 17:15 #49594
|
|
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.
|
Re: Een zeiltochtje naar Denemarken, Engeland of ..... ? 20 nov 2008 09:14 #49933
|
Hoi Geert, kan je dat plaatje verwijderen? Het bezorgt me koppijn.
Het Reitdiep. Na passage van de openstaande sluis, dit keer zonder alternatieveling met homofile haan, zien we Zoutkamp aan BB liggen. De houten gevels aan de kade doen met hun verschillende kleuren Scandinavisch aan. Er liggen weer allerlei vaartuigen. Ik hou wel van zo’n allegaartje. Het Reitdiep is, ondanks recente oever versterkingen, nog altijd een prachtig vaarwater met veel groen en mooie wolkenluchten. Ook kronkelt dit riviertje zo sterk dat je zowat alle streken van het kompas voorligt en het gevoel hebt dat je achter je eigen kont aanvaart. Om 17:05 meren we af in een zijwatertje bij Schouwenzeil. We liggen samen met nog een zeiljachtje aan een klein steigertje in een park. Op een informatiebordje staat dat er hier in het dorp - zeg maar gehucht - geen winkel is en ook geen telefooncel, wat mij betreft een ideaal dorp. Iets minder ideaal is dat er ook staat dat de havenmeester ’s avonds zijn pond vlees komt opeisen. Marjanne, die wel liever wel iets van een lokale middenstand had gezien zegt:’Nee we hebben niets nodig maar ik kijk graag even rond.’ ‘Ja ja, dat alleen even rondkijken van jou dat ken ik. Maar iets anders, we zitten hier niet zo ver van Warffum af, hooguit een kilometer of vijftien, zullen we morgen bij Jos en Akkie langs gaan?’ - Jos, een oud tanker stuurman, heeft zich teruggetrokken in het hoge noorden, maar verlangt nog steeds terug naar de geur van “crude oil”. - ‘Verdraaid.’ zegt Marjanne ‘Nu snap ik pas waarom je niet in Zoutkamp wou liggen en persé nog een paar uur door wou varen, maar ik vind het wel een leuk idee, we hebben ze al een tijdje niet meer gezien en dan kunnen we meteen hun nieuwe huis bekijken.’ ‘Oké, dan zal ik ze straks even bellen om te zien of ze morgen thuis zijn. O ja, we kunnen er met “Zeebeest” niet komen, maar met de rubberboot via wat kanaaltjes, die hier maren worden genoemd, doen we er hooguit twee uur over.’ ‘Wat? Twee uur op een houten plankje zitten met mijn zere ribben? Dat lijkt me nu niet zo geslaagd, dan ga ik liever fietsen dan blijf ik nog wat in beweging.’ ‘O nee schat ik ga niet op die kleine rot fietsjes dertig kilometer trappen, zeker niet hier in Grunningen waar je de wind, heen en terug, altijd tegen hebt.’ We komen na enig geharrewar tot een compromis, ik ga varend met “Loodje” en zij blijft er kalmpjes naast fietsen. Ik bel met Jos en Akkie, ja, ze zijn morgen thuis en wij zijn welkom. Na het eten zeg ik:’Weet je wat, ik bel ook even naar die deviatie verzieker Bert “Compass” om te zeggen dat we overmorgen in Stad Groningen liggen. - Bert is een ex kapitein grote vaart, die nu kompassteller is. Ons kompas heeft hij een paar jaar terug, als vriendendienst, ook gesteld. - Bert is nog steeds vrijgezel maar heeft heel wat “ex-aanstaande schoonmoeders” gehad. - ‘Waar liggen jullie?’ vraagt Bert als ik hem aan de lijn heb. ‘Schouwenzeil? Nooit van gehoord!’ ‘Wel allemachtig, moet ik als westerling aan een Grunniger gaan vertellen waar schouwenzeil ligt, je bent ook een echte Stadjer die niks van het Ommeláánd weet. Het ligt aan het Reitdiep, een kilometer of vijf N.W. van Garnwerd, maar overmorgen liggen we in Stad.’ Dat komt goed uit,’ zegt Bert ‘want het is feest in Stad, als jij boordwacht houdt, zal ik Marjanne wel rondleiden, geef haar wel je bankpasje mee want het stikt hier van de leuke winkeltjes.’ ‘Nou nee Bert, Marjanne kan goed op zich zelf passen maar dat bankpasje is een heel ander verhaal.’ ‘Oké Albert, weet je wat, ik kom zo naar jullie toe, tot over een half uurtje.’ Marjanne en ik gaan het parkje in en wandelen onder de grote bomen door naar het dorp. Op een stenen bruggetje bij een klein oud sluisje blijven we wachten op Bert. Een paar jongens op klompen staan te vissen, de hond van de oudste zit erbij en kijkt met een scheve kop van het baasje naar de dobber en weer terug. Het sfeertje in dit mooie oude hoekje is heel gemoedelijk en ontspannen, ik krijg het gevoel in de tijd terug te zijn gegaan en verwacht half en half een veldwachter met sabel en krijgshaftige snor die kalm zijn rondje doet op de fiets. Maar nee, het eerste voertuig dat na een goed kwartier nadert is de auto van Bert. Ik wijs hem waar hij parkeren kan, waarna we elkaar hartelijk begroeten. Bert zit altijd vol anekdotes, nog voor we bij “Zeebeest” zijn, lig ik alweer dubbel van het lachen. Hoewel Bert als hij nog moet rijden geen druppel alcohol drinkt, wordt het weer ouderwets gezellig, het voelt weer net zo aan als vroeger op zee. Het is al laat wanneer we met zijn drieën naar het parkeerplekje wandelen en afspreken dat we dinsdag morgen, midden in Stad, tussen de bruggen zullen afmeren. Marjanne en ik wandelen in het donker terug door het park. Ik moet opeens weer denken aan een van Bert ’s uitspraken en sta te gieren van het lachen. Marjanne, die feilloos aanvoelt waar ik aan denk, zegt:’Hij kan zo meedoen aan het cabaretfestival, loopt ie nog met de eerste prijs weg ook.’ ‘Nou en of, al moet hij hem zelf jatten!’ Albert |
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.
|
Re: Een zeiltochtje naar Denemarken, Engeland of ..... ? 02 dec 2008 22:22 #51047
|
Ma. 25 – 08 -,08.
We zijn er al vroeg uit, want vandaag gaan we Warffum onveilig maken. Terwijl Marjanne de tafel dekt, koffie zet en eieren met bacon bakt, hang ik ons twee pk krachtpatsertje achter “Loodje”. Zo, benzine bijvullen en het jerrycannetje in de boeg zetten, kraantje open, een beetje choke en het gas half open. Een ruk aan het koord en … niets. Nog een ruk, nu wat feller, weer niets. ‘Schat kom je ontbijten?’ ‘Ja, zo.’ Weer een paar rukken en weer niks-nope-nada. Wat krijgen we nu dat kleine mormel doet het altijd en nu doet ie helemaal niets. Eerst maar ontbijten, kijk ik strak dat onding wel even na. Binnen twee minuten heb ik het ontbijt achter de kiezen en mijn muil gebrand aan de koffie. Ik stap met wat gereedschap in “Loodje”. De bougies zien er goed uit, niet nat en niet vervuild. De afstand tussen de elektroden is perfect want mijn duimnagel past er stroef tussen. Ik haal er toch maar een koperborsteltje langs. De elektra is ook in orde, zoals ik ervaar wanneer ik nogal knullig probeer een vonk op te wekken en de stroom door mijn hand en arm voel gaan. Iets voorzichtiger probeer ik het opnieuw, allebei de bougies vonken dat het een lust is, dan zal het wel aan de brandstof liggen. Met het gas en de choke vol open, geef ik met een hand een paar flinke rukken aan het startkoord, terwijl ik mijn andere hand voor de bougie gaten hou. Mijn hand blijft, om met mijn ouwe bootsman te spreken, “zo droog als kloten van Sinterklaas”. Om hier pal boven het water de zaak los te sleutelen lijkt me niet zo slim, vooral omdat ik van viertakt niet veel sjoege heb en niet graag een veertje, of weet ik veel wat voor piefje, weg zie springen. ‘Marjanne, ik ga de fietsjes aan de wal zetten, die bromtol kijk ik thuis in de werkkamer wel na.’ De fietsjes staan uitgeklapt en met opgepompte bandjes aan de wal en het buitenboord motortje hangt weer aan de hekpreekstoel. We sluiten af stappen op en rijden even later langs het Reitdiep. Na een kilometer of twee komen we bij een vaart die, via via, helemaal naar Warffum gaat. De omgeving hier is mooi en steeds weer anders, we vervelen ons geen seconde. Het is alleen jammer dat mijn achterwerk ruzie met het zadel heeft en het peddelen op zo’n mini fietsje doodvermoeiend is. De laatste kilometers zijn een marteling, dat wil zeggen, voor mij, want Marjanne is nog net zo fris als toen we vertrokken. Eindelijk komen we bij Warffum, ‘Weet jij waar we wezen moeten?’Vraagt Marjanne. ‘Makkelijk zat, ik ga gewoon op de lucht van droge Grunninger worst af.’ Zeg ik terwijl ik zonder te aarzelen doortrap. Dat ik ooit thuis op Google Maps heb gekeken gaat haar niks aan. Voor de zekerheid schiet ik toch nog even een inboorling aan - nee Geert, niet letterlijk – maar we zitten op de goede weg. Ha, daar is het huis, moe, stram en met pijn in mijn togus laat ik me voorzichtig van mijn zadel glijden. Jos heeft ons zien aankomen en komt, gevolgd door Akkie, ons begroeten. Ik parkeer mijn martelwerktuig tegen de voorgevel en strompel naar binnen. Dankzij een lekkere sterke bak koffie en een flinke punt appeltaart kom ik weer een beetje op krachten. We bezichtigen het huis en ik moet zeggen, het is niet alleen gezellig ingericht maar ook een stuk groter dan je vanaf de buitenkant ziet. Het uitzicht, richting Noordpolderzijl, is grandioos en zoals Jos zegt, als het donker is zie je vanaf hier het vuur van Borkum slaan, wat wil een oud zeeman nog meer? Daar komt bij, dat je hiervandaan zo aan het Wad zit en, om met Ede Staal te spreken, zomaar es even lekker kan “strunen achter diek”. We bezichtigen ook de achtertuin, waar een grote kooi staat die volgens Jos voor honden is bedoeld. Ja ja, honden! Maar ja, Marjanne laat míj van tijd tot tijd hele stukken fíétsen, daar bij vergeleken stelt een nachtje in een bench toch helemaal niets voor? foto Jos. Weer binnen, komen Jos en Akkie met een flinke partij droge worst aanzetten, kijk, dat maakt in een klap al dat gemartel op de fiets weer goed. Wanneer ze dan ook nog zoveel menslievendheid ten toon spreiden dat ze bereid zijn om, zowel mijn afgepeigerd lichaam als mijn fiets met de auto weer naar het “Zeebeest” te brengen, kan míjn dag niet meer stuk. Marjanne, die door haar pijnlijke ribben niet kan hardlopen, gaat om toch nog een beetje in vorm te blijven liever fietsen. ‘Wat ben jij een watje.’ Zegt ze tegen mij. ‘Ja, dat is waar, je hebt helemaal gelijk schat, maar liever een watje dan pijn in mijn kont.’ Via een heel andere weg, die ook nog kilometers korter is zijn we zo weer in Schouwenzijl. Voor ik het weet sta ik ze al na te wuiven en denk: ‘Jammer, we waren nog lang niet bijgepraat . Ach ja, het zeemansleven bestaat uit een voortdurend afscheid nemen. Bah Albert, nu moet je het niet gekker maken, die laatste zin kan zo op een tegeltje, schaam je.’ Ik zet mijn fietsje aan boord en berg de worsten veilig weg. Ik verheug me al op een glas wijn met worst vanavond. Weet je wat ik snij alvast een stukje af, alleen maar om even te testen of het wel de echte originele droge Grunninger worst is. Tegen de tijd dat Marjanne arriveert, heb ik al meer dan een halve worst getest maar ja, in dat soort zaken kan je nooit secuur genoeg zijn, niet dan? Wat later varen we weer op het mooie Reitdiep. Bij de Wierumerschouwsterbrug leggen we aan, verder gaan heeft geen zin want we zijn al te laat om nog voor sluitingstijd in Stad te komen. Marjanne raakt aan de praat met een jonge meid met een ligfiets, die blijkbaar al een flink stuk van Europa is doorgecrost en hier aan het water even een rustpauze heeft ingelast.. Wanneer ze weer wegrijdt zeg ik:’Dat lijkt mij ook wel wat, lekker lui op mijn rug door Europa reizen.’ ‘O ja zou je dat wél willen?’ Zegt Marjanne, die opeens nieuwe mogelijkheden ziet opdoemen. ‘Ja zeker schat, zodra ik iemand heb gevonden die het trappen op zich neemt.’ Albert |
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.
|
Re: Een zeiltochtje naar Denemarken, Engeland of ..... ? 10 dec 2008 17:27 #51618
|
CULTUUR
Di. 26-08-,08. Bewolkt maar droog. ZW 3-4. ‘Hup, luie vent, opstaan, je koffie staat al klaar en de eieren liggen in de pan.’ Wat heb ik nu aan mijn fiets hangen? Marjanne die eerder op is dan ik? Waar liggen we eigenlijk, o ja, Wierummerschouw, vlak voor Stad. Langzaam begin ik het te begrijpen. Groningen is de eerste echte stad sinds het vertrek uit Purmereutel en hoewel varen heel leuk is, moet er ook af en toe uitgebreid ( het woord fanatiek durf ik niet te gebruiken) gewinkeld worden. Het ontbijt zit erin en Marjanne wil vertrekken. Hoewel ik haar vertel dat de eerste brugopening in Stad pas om negen uur is, wil ze weg. ‘Dan wachten we daar wel, misschien draaien ze wat eerder.’ ‘Eerder? Een ambtenaar die eerder begint, dát zal je echt niet meemaken en ik kan het weten, ik ben er zelf een. En nu al vertrekken? Nee hoor, het is pas tien over zeven, we vertrekken om half negen, geen minuut eerder!’ Dus ….. om kwart over zeven draait de motor, zijn de trossen los en roep ik post Lauwersoog op voor brugbediening. De brug draait vlot en even later draait de volgende brug zelfs voor ik de centrale post oproep. We steken het Van Starkenborgkanaal over, aan de overkant gaan brug en sluisdeur van de sluis Dorkwerd al open. Van Zoutkamp tot en met deze sluis, wordt alles op afstand bediend vanuit Lauwersoog en ik moet zeggen dat ze vlot en klantvriendelijk bedienen en daarmee niet onder doen voor de Friezen. Sluis Dorkwerd (tijdens een ander reisje) Om 08:15 meren we af voor de Zennikerbrug en liggen daar tot 09:00 tegen “dubbel rood” aan te kijken. Na het nodige oponthoud (o.a. wachten op een tegen konvooi), leggen we om 09:40 aan tussen de Visserbrug en de A-brug. We bellen Bert:’Hallo Bert, wel liggen in Stad kom je een bakkie doen?’ Even later staat hij, vanaf de overkant, een foto van “Zeebeest” te nemen en komt daarna aanboord. Foto: Bert Bert legt Marjanne uit waar de leukste winkeltjes zijn en nadat we afgesproken hebben voor vanavond, gaat hij weer op huis aan. Marjanne en ik gaan samen voorraden inslaan. Eerst wil ze naar de scharrelslager in de Steentilstraat, ‘Want die scharrelvarkens hebben tenminste een goed leven gehad.’ zegt ze, terwijl we door de stad lopen. ‘Ja, schat dat kan ik beamen, zelf heb ik in mijn zeemanstijd ook heel wat afgescharreld en dat was zeker een goed leven.’ Vanuit mijn ooghoek zie ik haar elleboog aankomen en kan net op tijd een zijstapje maken. Vrouwen!!! Ze willen alles weten over “vroeger” vóór hun tijd, maar ó wéé als je dan enige “sweet memory’s” ophaalt! Na de slager gaan we naar een watersportzaak want de breekpen van de boegschroef is al een weekje stuk en misschien zie ik daar nog meer hebbedingetjes die beslist niet mogen ontbreken op een goed uitgerust jachie. De juiste diameter pennen zijn voorradig, alleen de lengte klopt niet maar daarvoor zijn schuifmaat, ijzerzaag en vijl uitgevonden. Wanneer we met volle tassen en rugzak terug aanboord komen, eten we eerst een boterhammetje. Dan zegt Marjanne:’Was jij die paar dingetjes even af want ik moet nog héél even de stad in.’ Aan haar blikken zie ik dat ze de eerste uren nog niet terug is. Na de afwas ga ik lekker klooien aan de boegschroef . Met een grote waterpomptang als bankschroef, met een lapje in de bek tegen het beschadigen, zaag en vijl ik de breekpen op lengte. Met een O ring in de groef rond het asje als borg kan de breekpen geen kant meer op. Zo, de bouten er in draaien, kruislings natrekken en alle elektrieke touwtjes weer op de juiste manier vastknopen. Nu de hoofdschakelaar bijzetten en dan proberen die hap. Há, die knikkerbak klinkt weer als vanouds en “Zeebeest” rukt zwaar aan haar voortros, dat is weer oké. Na nog wat andere karweitjes pak ik een boek, Eerde Beulakker, “Naar Koude Kusten”. Dit wordt de derde keer dat ik het lees maar die vent leest zo lekker weg dat het me niets uitmaakt. Onder het lezen merk ik dat er iemand voor het schip staat, het blijkt de Belgische buurvrouw te zijn van het zeiljachtje verderop. Ze wil graag wat weten over binnendoor naar de Oostzee varen en wel heel specifiek over doorvaarhoogtes en diepgang. Haar man/vriend komt er ook al aangelopen, hij blijkt geen Nederlands te spreken maar zijn Engels is prima. Omdat ik die tocht al heel wat keren gemaakt heb, zowel binnendoor als buitenom en combinaties daarvan, kan ik ze redelijk helpen. ‘Thank you so much.’ ‘You ’r welcome, have a nice trip.’ Eerde neemt me weer een uurtje mee de kou in, tot ik de stem van Marjanne hoor. ‘Pak je even mijn tassen aan?’ Ze klautert aanboord en zegt:’Zo, eerst die schoenen uit, há dat is beter.’ ‘Heb je leuk gewinkeld, schat?’ Ja, dat wel maar met Bert heb ik nog een appeltje te schillen.’ ‘Hoe dat zo?’ ‘Nou, hij had me toch uitgelegd hoe ik moest lopen om in dat straatje met die leuke artistieke winkeltjes te komen?’ ‘Jawel, kon je het niet vinden dan?’ Diep verontwaardigd zegt ze:‘O ja, gevonden heb ik het, en hoe! Kom ik me daar in dat straatje, blijken in de etalages van die “leuke winkeltjes” halfnaakte, zwaar opgeverfde, vrouwen te zitten. Bert, die stinkerd, heeft me het hoerenstraatje ingestuurd! En zit jij niet zo stom te grinniken!’ Terwijl Marjanne de boodschappen opbergt, zet ik, nog nahikkend van het lachen, een pot koffie. Met haar vermoeide voeten op de bank en een bakkie troost in haar handen, komt Marjanne weer een beetje bij en lacht met me mee om die stinkstreek van Bert. Het is al donker als we met Bert als gids naar het Noorderplantsoen lopen om, zoals hij dat uitdrukt, “wat cultuur op te doen”. Het hele Noorderplantsoen is een grote happening van licht, kleur, muziek en voorstellingen. foto: Bert Ook zijn er veel kraampjes met van alles en nog wat. Marjanne probeert te verdwalen in een driedimensionaal doolhof, bestaande uit steigerpijpen en wit dekzijl. Daarbinnen kan je alle kanten uit met o.a. trappetjes en overloopjes die je omhoog, heen en weer en omlaag leiden. Marjanne, die ook op zee goed kan navigeren, staat binnen 10 minuten weer buiten. Foto: Bert Bert wijst op een biertent en zegt:’Kijk, hier kunnen we cultuur opdoen’ Even later nemen we de cultuur in grote teugen tot ons. Het blijkt dat niet alleen saté ajam heel goed samen gaat met cultuur, ook braadworst brengt je, mits er voldoende cultuur bij genoten wordt, op een hoger niveau van ontvankelijkheid voor al het schoons dat ons hier geboden wordt. We zwerven van de ene voorstelling naar de andere en doen steeds meer cultuur op. foto: Bert Maar wanneer we, laat op de avond, buitenaardse wezens beginnen te zien, wordt het tijd om te stoppen. foto: Bert. Met cultuur afgeladen komen we weer bij “Zeebeest” aan. Bert komt niet meer mee aanboord, hij moet er morgen heel vroeg uit om in Delfzijl een kompas te stellen. Hij liever dan ik maar mocht hij nadorst krijgen, in een vloeistof kompas zit ook “Cultuur”. Albert |
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.
|
Re: Een zeiltochtje naar Denemarken, Engeland of ..... ? 10 dec 2008 18:42 #51625
|
Cultuur.. de kloten van sinterklaas.. een droge "worst" Het neerschieten van imboorlingen... een boot van 28ft met boegschroef... iemand die een nieuwe ""erotische""routeplanner met humor voor wandelaars heeft ontwikkeld... En tot slot nog buitenaardse wezens welke de inhoud van een compas leeg drinken...
Ik zou niet weten wat een verhaal meer nodig heeft |
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.
|
Re: Een zeiltochtje naar Denemarken, Engeland of ..... ? 18 dec 2008 20:25 #52282
|
Naar de Duitse Wadden.
Dankzij de het culturele uitstapje van gisteravond ben ik niet al te vroeg bij de tijd. Pas na de nodige koffie en een paar boterhammen ben ik weer een beetje bij de mensen en kunnen we, zo tegen een uur of negen, voor en achter maken. Drie kwartier later zijn we de stad uit en kachelen, over een doodsaai Eemskanaal, naar Delfzijl. Bijna alle bruggen over het Eemskanaal worden bediend vanuit Post Appingendam en ook hier krijg je soms al rood-groen voor je neus nog voor je ze oproept. Klasse! Net voor Delfzijl ligt een coaster voor de kant, zou dit het schip zijn waarvan Bert de deviatie mag verzieken? De “Linda Marijke” Voor de sluis mogen we eerst nog een kleine tien minuten wachten maar krijgen daarna een kolk helemaal voor ons alleen. Weer buiten de sluis zegt Marjanne:’kijk eens naar je kielzog .’ ‘He, wat? O ja, ik zie het.’ Aan het schroefwater is duidelijk te zien dat we eindelijk weer op zout water zitten. Met de marifoon op het kanaal van de havendienst varen we naar de jachthaven van Z. V. Neptunus. Onderweg valt er nog zat te zien. De “Ems”, zo te zien nog een stoombootje geweest. De “Waterstroom”, een kust/havensleper van Wagenborg. We knopen vast in een vrije box en gaan eerst uitgebreid douchen. Daarna pakken we stroom atlas, getijden tabellen en de kaart. We zien dat we morgen verrekte vroeg de kooi uit moeten. Dan houden we werkoverleg en verdelen de taken. Marjanne gaat boodschappen doen en ik ga naar het lek luisteren. Dat Marjanne me na een paar uurtjes uit mijn concentratie haalt door me te bellen omdat ze verdwaalt is, ach daar ben ik al een beetje aan gewend. ‘Tjonge schat, verdwalen, in Delfzijl nota bene, daar moet je wel heel erg je best voor doen wil dat lukken.’ ‘Hou op, ik ben doodmoe, ik heb een volle rugzak, een paar plastic draagtassen en ook nog een zak met vijf kilo aardappelen, ik kan niet meer.’ ‘Oké, niks aan de hand, kijk om je heen en vertel me wat je ziet!’ Na een minuut of wat heen en weer praten, blijkt dat ze om de haven is heen gestieveld en nu bezig is aan de verkeerde kant van het havenkanaal richting Duitsland te lopen. ‘Draai maar om en loop zoveel mogelijk langs het water de haven rond dan kom je weer bij de jachthaven.’ Ik sluit de boot af en loop over de lange steigers naar het hek. In de verte komt Marjanne aansjokken ik hou het hek open en neem de zwaarste dingen van haar over. ‘Ík ben bekaf, terwijl jij lekker lag te pitten heb ik me lam lopen sjouwen, jij kookt en ik ga met mijn voeten omhoog zitten lezen, met een wijntje erbij!’ ‘Ho schat, ten eerste heb ik niet liggen pitten maar zeer aandachtig naar het lek geluisterd en ten tweede wil ik wel lékker eten dus is het beter dat jíj kookt.’ Net voor we bij de boot zijn komt de havenmeester ons achterop fietsen. We betalen het havengeld en spreken af dat ik zo een paar jerrycans diesel bij hem haal. Even later hebben we genoeg diesel aanboord om desnoods de rest van de tocht alleen maar op de pruttel te varen. Nadat Marjanne een beetje bijgekomen is staan we, gezellig met zijn tweetjes in de kombuis, te “Koken met Wijn” Dat wil zeggen, allebei een glaasje en de fles bij de hand. Albert |
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.
|
Re: Een zeiltochtje naar Denemarken, Engeland of ..... ? 04 jan 2009 18:58 #53679
|
Naar Greetsiel.
Do. 28-08-,08 Het is nog donker wanneer ik mijn kop naar buiten steek en om me heen kijk. Een paar boxen verder, op een Duits jacht, brandt licht, verder is de jachthaven van Delfzijl nog in diepe rust. Het weer lijkt redelijk en ook de Navtex geeft niet meer dan ZW 4-5 af, dat wordt lekker ruim zeilen. ‘Zo schat, vandaag begint de vakantie.’ zeg ik terwijl ik Marjanne wakker maak door, heel bruut, de deken van haar af te trekken. ‘Het koffiewater staat al op en ik ga nu de eieren bakken, kom er maar snel uit, over twintig minuten is het “voor en achter” het tij wacht niet op luie vrouwen.’ Langzaam komt ze overeind, rilt even van de ochtendkou en kijkt me met slaapoogjes aan. ‘Wat bedoel je met, vandaag begint de vakantie? We zijn al bijna twee weken onderweg.’ ‘Ik bedoel dat ik genoeg heb van dat tussen de vangrails varen en blij ben dat we eindelijk weer eens wat ruimer water opgaan.’ ‘O gelukkig, ik dacht even dat Dr. Altzheimer ook meevoer.’ Ik mompel:’Gutte gut, wat is het wicht weer bijdehand op de vroege morgen.’ ‘Zei je iets?’ Zegt Marjanne liefjes, terwijl ze met een zeiknat washandje dreigt. ‘Jazeker, ik zei dankjewel allerliefste schat, je bezorgdheid voor mijn geestelijke gezondheid ontroert míj en siert jóú, daar kan menig echtgenote een voorbeeld aan nemen en dat niet alleen, ook is...’ Pets, het koude water loopt mijn nek in. Wáárom laten vrouwen je nooit eens fatsoenlijk uitspreken? De motor draait de radar staat op stand-by, de navigatieverlichting brandt en de laptop vertoont de kaart van de Eemsmonding. ‘Lekko voor!’ Langzaam glijden we achteruit, roer aanboord en halve kracht vooruit, kalm varen we de jachthaven uit. Vroeger kon je hier direct naar buiten de Eems op maar dat hebben ze veranderd. Eerst moet je een mijl of drie O.Z.O. kachelen, dan ga je BB uit de Eems op en daar ga je, ruwweg, N.W. sturend, weer drie mijl terug. Al met al een omweg van zes mijl, ofwel een uur minder nachtrust. Het begint al behoorlijk te dagen wanneer we de Eems opschuiven en zeil zetten. Tot we zijn overgestoken en aan de Duitse kant net buiten de rode boeien de neus zeewaarts wenden, blijft de motor meedoen. Nu kan “Wil-helm” de autopilot bij. Nog even de zeilen naar de wind stellen, het logboek bijwerken en dan met een verse bak leut genieten van het zeilen met ruime wind. ‘Zeebeest “ heeft er zin in, ze leunt een beetje met de wind mee en zet er de sokken in. Het gaat hard, zeker wanneer de wind nog een beetje aantrekt tot een goede vijf bft. ‘Waarom kijk je steeds naar dát schip?’ Vraagt Marjanne, doelend op een grote geladen hopperzuiger die, aan de goede kant van de rode boeien, ons achterop loopt. ‘Dat zal je zo wel zien, wacht maar af.’ Even later gaat de hopper, die meer dan twee keer zo hard als “Zeebeest” loopt, hard SB uit en komt met een rotgang op ons af zetten. Ik hou hem scherp in de gaten maar zie dat de achtergrond peiling behoorlijk doorzet. Niet meer dan veertig meter achter ons snijdt hij, onder een hoek van ca. veertig graden, ons kielzog. Even krijgen we nog een slinger van zijn hekgolf, dan is hij voorbij. Marjanne, die wel wat geschrokken is van dat grote gevaarte, zegt:’Jij wist dat hij dit ging doen?’ ‘Ja, ik verwachte dit al. Ik heb al meer gezien dat ze ongeveer hier de boeienroute uitgingen om af te steken naar die stortput daar in de verte, kijk maar hier op de kaart, het staat er duidelijk op. Er moet hier dag en nacht gebaggerd worden om de geul naar Emden op diepte te houden. Blijf maar even kijken dan zie je dat hij ineens een meter of drie omhoog komt wanneer hij zijn bodemkleppen opengooit.’ Dat gebeurt ook, haast zonder in te houden klapt hij zijn lading baggerspecie en gaat hard BB uit, terug naar de vaargeul en op weg naar Emden om zijn beun weer vol te zuigen. Aan BB, aan de overkant van de Eems hebben we de Eemscentrale bijna dwars, vooruit zien we vaag iets van Borkum en aan stuurboord opent zich de weidsheid van het Duitse wad. Dat laatste is waar we naar toe willen. Net voorbij de Dukeplat plate gaan we SB uit en verlaten de Eems. Hoewel de boeien niet meer op de plaats liggen die de kaart aangeeft zijn ze duidelijk te zien en we zijn onderhand wel gewend dat je op het wad op zicht vaart en de kaart alleen de grove positie van de geulen aangeeft. Toch blijft het goed opletten en moet je niet teveel op je routine vertrouwen. Daar kom ik achter wanneer het echolood iets te drastisch terug loopt. Meteen leg ik “Zeebeest” met de kop in de wind en laat de kijker een rondje om ons heen maken. Aha, een klassieke beginnersfout, gewoon een boei te ver gekeken, daar op aangestuurd en een hoek afgestoken. Ik schaam me voor deze stommiteit, voor het zelfde geld zaten we nu hoog en droog op de plaat. Ik start de motor, vaar terug naar de laatst aangelopen boei en volg netjes de bebakening van de Emshörnrinne. Bij het wantij staat voldoende water om er met onze 1,35 m diepgang ruim overheen te kachelen. We hebben hier destijds ook wel achter de spijker liggen wachten tot het water van kniediep weer was gestegen tot kieldiepte plus een beetje. In de tussentijd gingen mijn dochtertje en haar vriendinnetje zwemmen, vastgeknoopt aan een lijn van een meter of twintig en met een zwemvestje aan. ‘We kunnen wel zonder, we hebben allebei A en B en we kunnen hartstikke goed zwemmen.’ ‘Ja, leuk maar als de stroom doorzet spoelen jullie zo naar Jezus-Eik en kan ik achter jullie aan roeien.’ We varen nu op de Osterems en zien een Duitse garnalenkotter ver buiten de boeien rondscharrelen. Ja, die gasten kennen ieder geultje hier, ook als het niet bebakend is. We laten de Osterems voor wat het is en gaan SB uit de Ley geul op. Al van ver zien we de bedieningstoren van de Ley Sperwerke boven de dijk uitsteken. Ze hebben hier een hoekje van een paar kilometer wad omdijkt en er een natuurgebied van gemaakt. Je ziet daar allerlei watervogels, tot lepelaars aan toe. In het struikgewas wonen ook vogels en allerlei kleine zoogdieren, er lopen zelfs herten rond. Om 10:55 draaien we de piertjes voor de sluis binnen en roepen op VHF 17 Leysiel sleuse aan. We worden vriendelijk welkom geheten door mijn Duitse collega die zegt dat we heel even moeten wachten want hij is net een kotter aan het schutten. Om 11:55 liggen we in de sluis en zijn binnen tien minuten geschut naar het natuurgebied, vanaf hier is het nog bijna een uur varen naar Greetsiel, het stadje aan de “vaste wal”. Om 12:10 liggen we afgemeerd aan de pontons van de jachtclub. Hoewel ik het liefst meteen bij de viskotters ga kijken, …. …. moet ik eerst mee winkelen, vrouwen! Albert |
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.
|
Re: Een zeiltochtje naar Denemarken, Engeland of ..... ? 04 jan 2009 19:56 #53698
|
Hahaha, mooi einde.
|
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.
|
Re: Een zeiltochtje naar Denemarken, Engeland of ..... ? 13 jan 2009 15:06 #54644
|
28-08-,08
Greetsiel Wínkelen! Lig je in een leuk oud haventje met hele vloot klassieke houten viskottertjes, die er gewoon om sméken om aan alle kanten bekeken en bewonderd te worden, moet je mee wínkelen! Lopend op de dijk zeg ik:’Laten we eerst een slag naar de overkant maken en op die kotters af koersen, straks zijn ze misschien weer naar zee en vissen wij achter het net.’ Hoewel ik zelf zeer ingenomen ben met deze nautisch getinte volzin, verblikt of verbloost Marjanne niet. Ze neemt me mee aan het handje en zet er zo hard de sokken in, dat ik amper nog een foto kan maken van het eenzame kottertje aan de overkant. Een jaar of tien terug kon je hier een kanon afschieten zonder iemand te raken en waren de kotters de enige bezienswaardigheid. Tegenwoordig is het stadje helemaal op toeristen ingesteld, het stikt hier van de souvenirwinkeltjes. Elk vierde huis in de rij is een theestube met theegarten aan de achterkant, elk vijfde huis is een boetiekje en/of kunst atelier met schilderijen sierraden en smakeloze rotzooi en elk zesde huis is een restaurant geworden met een bordkartonnen kok op de stoep die je de menukaart voorhoudt . Van de toeristen die hier rond scharrelen zijn de meeste op “rollator” leeftijd, ik voel me hier gewoon een broekenmannetje. Tegen Marjanne zeg ik:’Zie je hoe die vrouwen naar me kijken, misschien moet ik weer eens naar de kapper of zo.’ ‘Welnee, dat is het niet, voor die ouwe taarten ben jij gewoon een lekker jong ding, wees maar niet bang, ik blijf dicht bij je.’ Marjanne wil vis eten, dus gaan we naar de viswinkel. Daar haalden we al vaker een lekker vers maaltje. Ik blijf op straat wachten maar ze is al snel weer buiten, diep verontwaardigt zegt ze:‘Wat denk je, ze verkopen geen verse vis meer, het is een visrestaurant geworden! Ja ik mocht wel reserveren, voor mórgenavond nota bene.’ Wanneer Marjanne, zoals nu, echt kwaad is moet ik goed op mijn woorden letten, dus buig ik me naar haar toe en zeg bezorgd:’ Je hebt toch wél een tafeltje bij het raam gekozen?’ Ze kijkt me aan met een blik die me doet vrezen voor mijn gezondheid, even maar, dan barst ze in lachen uit, geeft me een zoen op “de platte bek” en zegt:’Rot vent ik hou van jou!’ We gaan maar diepvriesvis halen bij de nieuwe grote supermarkt aan de buitenkant van het stadje. Onderweg lopen we nog wat zaakjes in en uit. ‘Alleen maar even kijken.‘ In een zaakje met kettinkjes, armbandjes en halssnoeren, ziet ze toch wat dingetjes waarmee ze nodig even voor de spiegel moet gaan staan. ‘Nee, toch niet, die misschien? Nee, ook niet.’ Na hele ritsen halssnoeren te hebben geprobeerd zonder een keuze te kunnen maken, laat ze zich met de woorden, ‘We kijken straks op de terugweg nog wel even.’ mee naar buiten tronen. Vlakbij de supermarkt zie ik in een vitrine wat posters die mijn aandacht trekken. ‘Ga jij vast een karretje pakken, dan kijk ik even daar bij het gemeenschapshuis.’ ‘Gemeenschapshuis, wat is dat nu weer?’ Weet je dat niet? Dat is de plek waar de hele gemeenschap gemeenschap heeft, groepsseks zogezegd.’ ‘Ach mánnen, ze denken ook altijd maar aan één ding!’ ‘Já, goed hè?’ Ze zegt niets maar werpt me een blik toe die me meteen in vlam zet. Bij de fijne vleeswaren heb ik Marjanne alweer ingehaald. ‘Er treedt vanavond een shantykoor op, dat lijkt me wel wat, je kunt nu al kaartjes kopen.’ De overijverige en zeer beleefde VVV dame die de kaartjes verkoopt zegt:’Mag ik uw kürpas even zien, dan krijgt u korting en ….. .’ Ze zwijgt opeens, kijkt nog eens goed naar mijn onguur uiterlijk, sjofele kleding en afgetrapte schoenen en zegt:’Ach, u bent zeilers, dat is dan twaalf euro alstublieft, veel plezier vanavond.’ Op de terugweg kopen we een leuk snoertje met cultivéparels, daarna mag dan ik eindelijk langs de visserijkaai wandelen. Prachtig dat spul. Het neemt me weer mee terug naar 1960 toen ik als ketelbinkie met de S.S.Amstelland, een ouwe Liberty, de Elbemonding aanliep en precies dezelfde houten kottertjes zag rondscharrelen. Natuurlijk lopen we nog een stuk verder tot aan het werfje, zodat we ook het onderwaterschip van zo’n juweeltje kunnen bewonderen. We eten bijtijds, gestoofde pangafilets met schijfjes citroen en een boter mosterdsausje. Daarbij puree, verse peultjes, worteltjes en een heerlijke, gekoelde, witte wijn. ‘Zie daar, een eenvoudige doch voedzame maaltijd, jonge vriend.’ Zoals Heer Ollie B. Bommel placht te zeggen. Marjanne heeft genoeg gegeten en maakt een puddinkje open maar ik neem liever het laatste restje puree met de laatste peultjes en het laatste restje saus, lekkerrrr! Net wanneer ik lekker zit uit te buiken, verteld de fluitketel dat het tijd is om de afwas te doen. ‘Help me onthouden dat de volgende boot groot genoeg moet zijn om een afwasmachine te installeren.’ We gaan in het clubschip, een oude slikkrauter, douchen, daarna is het omkleden en het stadje in. Hoe zei mijn ouwe bootsman dat ook alweer? O ja, “Vooruit jongens! Schijten, scheren, schoenen poetsen en de wal op!” Wanneer we arriveren is de zaal al zo goed als vol en ik zie dat we ook hier bij de jonkies horen. De “koorknaapjes”, helemaal op zijn “zeemans”uitgerust in gestreept T shirt, kompleet met baard en een bierbuik, staan bij de bar hun stembanden te smeren. We zoeken een plekje aan een van de lange tafels en bestellen wat te drinken, Marjanne een frisje en ik bier. Het koor schuifelt naar het podium, de dirigent houdt een prevelementje, de zaal geeft een beleefd applausje en het koor barst los. Het eerste lied is er een van Freddy Quinn, “Junge komm bald wieder”, nu niet bepaald een shanty maar ach, het klinkt lekker en ze weten het goed te brengen. Ik bestel nog een bier. Nu komen er een paar drinkliederen dus, om in stijl te blijven, bestel ik er nog een. Het volgende nummer is wél een mooie oude shanty, “The Mingulayboatsong”. Ze hebben het echte rauwe, van drank doortrokken, geluid in hun stemmen en zingen goed. Het is alleen jammer dat ze, net zoals ze hier met films doen, alles nasynchroniseren en het in het Duits brengen, het komt op me over als vloeken in de kerk. Gelukkig ken ik de originele tekst dus zing ik luidkeels in het Engels met ze mee. Heel ya ho boys, let her go boys Heave her head round into the weather Heel ya ho boys, let her go boys Sailing homeward to Mingulay. Om me heen zie ik mensen naar me kijken, sommigen blijverrast en nieuwsgierig, anderen kijken een beetje boos en afkeurend. Nevermind ík voel me happy. Ik neem een flinke slok en zing mee met het volgende couplet. What care we boys how white te Minch is What care we boys, for windy weather When we know that every inch is Closer homewards to Mingulay. Dan volgen er een paar nummers die het beter zouden doen in die Tiroler danstent in Hamburg, je weet wel, Zillertal op de Reeperbahn. Há, daar is de kelnerin met mijn bier. Ze rekent af en vraagt of we hier met urlaub zijn. ‘Nein, mit segelyacht, nur fur eine nacht, morgen gehen wir weiter nach Norderny.’ Ze kijkt om zich heen of er nog klanten zijn die wat willen bestellen, gaat met één bil op tafel zitten en begint een heel gesprek . Ja, dat dacht ze al, als hier Hollanders komen is het bijna altijd met een boot. Haar jongen heeft ook een boot, hebben we niet die mooi houten Noorse jol in de jachthaven zien liggen? Nou nee, maar morgen zal ik er beslist even naar gaan kijken. Zo kletsen we nog even door tot er verderop naar haar gewenkt wordt. Voordat ze wegloopt, bestel ik nog een pul bier. Het shantykoor zet nu een lied in dat van oorsprong echt Duits is. “In Hamburg sagt man Tschüss”. Het refrein zing ik uit volle borst mee. De coupletten ken ik wat mindergoed maar dat geeft niet, dan lallala ik, tussen de teugen bier door, wel wat mee. “Rum aus Jamaica” zing ik ook mee maar hou het zelf bij bier. Het is pauze, de stoere zeebonken gaan even pissen en aan de bar hangen, dus neem ik ook nog een pul. Het geroezemoes verstomt, het koor staat al weer klaar en de accordeon zet “Fiddler’s Green” in, een van mijn favorieten. Het koor valt precies gelijk met mij in, heel knap van ze. Alleen is de taal weer niet goed, het is wéér in het Duits. Ach, wat maakt het uit, ik hou het op de originele Engelse versie. Zo zingen we, mijn achtergrond koortje op het podium en ik in de zaal, tweetalig, het hele lied uit. We zijn echt gewéldig goed, toch wil Marjanne niet dat ik op mijn stoel ga staan om het applaus in ontvangst te nemen. Ze vertrouwt zeker de stoelpoten niet? De rest van de avond wordt het steeds een tikkie mistiger om me heen. Het is dan ook reuze knap van Marjanne dat ze me veilig aanboord weet te brengen. Ze is een meid waarop je steunen kan, soms letterlijk Albert |
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.
|
Re: Een zeiltochtje naar Denemarken, Engeland of ..... ? 13 jan 2009 16:00 #54649
|
Lekker Albert, ik ruik de vis....
|
Als je de horizon kunt aanraken is het einde van je reis nabij.
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.
|
Re: Een zeiltochtje naar Denemarken, Engeland of ..... ? 13 jan 2009 16:18 #54654
|
Prachtig! Het zal een mooi zicht geweest zijn, alleen al het lezen hoeveel bier je besteld maakt me draaierig, met op de achtergrond wat duitse shanty's voel ik me precies in de alphorn club.
|
Er is een plaats waar het leven langzaam gaat,
Waar je zonder stress met de zon opstaat. Er staat een huis op een strand, Waar je niemand ziet. Waarom wonen wij daar niet?
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.
|
Re: Een zeiltochtje naar Denemarken, Engeland of ..... ? 24 jan 2009 14:18 #56097
|
In deze aflevering gebruik ik ook foto’s van vorige reizen.
Norddeich. ‘Kolere wekker, hou je harses!’ Ik geef dat ding een opdoffer met volle vuist en kruip mijn kooi uit. Het is zes uur en ik voel me niet bepaald fris, integendeel. Al het bier, dat gisteravond nodig was om mijn shanty-optreden gesmeerd te laten verlopen, laat me nu opstaan met koppijn en een smaak in mijn mond alsof ik een zeug heb getongt. Bovendien staat mijn blaas op knappen, dus eerst even “de geit verzetten”. ‘Hè, dát lucht op! Marjanne, luie vrouw, kom eruit, we moeten bijtijds weg.’ Eerst maar een keteltje koffiewater opzetten. Zo, een plens koud water in mijn snuit, tanden poetsen en een borstel over mijn kop, nu begin ik weer op een mens te lijken. We hebben de koffie en een sneetje brood naar binnen gewerkt, nee geen gebakken eieren met bacon dit keer, daar moet ik nog even niet aan denken. Het is bijna halfzeven wanneer het laatste trosje los wordt gegooid en we kalm van de lange steiger wegvaren. Terwijl ik de motor langzaam laat warmdraaien worden we opgelopen door een paar kotters die ook naar zee gaan, de mannen aan dek stoppen even met het klaarmaken van de netten, richten zich op en groeten met een armzwaai. Het wijzertje geeft aan dat de motor bijna op temperatuur is, dus voer ik het toerental op tot een dikke achttienhonderd klappen. Onderweg naar de sluis worden we alweer door een houten viskotter opgelopen, even gaat de stuurhuisdeur open en steekt de schipper zijn hand op, ik groet terug en zeg tegen Marjanne:’Wat gaat het er hier nog gemoedelijk aan toezeg, dat hoef je van bijvoorbeeld een Urker kotter niet te verwachten, als die je oploopt mag al blij zijn dat je niet kapseist op zijn hekgolf, laat staan dat hij je zal groeten.’ Na een uur varen naderen we de sluis, vanuit de verte zag ik al dat de deuren achter de kotters dicht gingen. We melden ons via de marifoon ‘Ja Zeebeest, komt in orde, over tien minuten ben ik weer aan uw kant.’ Het is nu dik drie uur voor hoogwater Norddeich, en ik vraag mijn Duitse collega of er al genoeg water staat om met een meter vijfendertig door de Greetsieler Legde te gaan, want dat bespaart ons bijna een uur omvaren. Hij twijfelt en weet het eigenlijk niet. Dan komt een van de vissers, in plat Ostfries dialect, er tussendoor en zegt dat het gemakkelijk kan geen centje pijn, alleen het wantij in het Norddeicher Wattfahrwasser vlak voor Norddeich kunnen we pas tegen pal hoogwater bevaren. Ik bedank hem en wens hem ‘Goede vangst’. Marjanne zegt:’Waar had die man het over? Ik begreep er geen snars van maar jij verstaat het blijkbaar wel.’ ‘Ach ja schat, ik heb met lui uit Delfzijl gevaren, ik kan je verzekeren dat als je díe knauwers kan verstaan, je met Ostfries zeker geen moeite hebt.’ 07:40 In de sluis en om 07:50 uit de sluis. Buiten de pieren gaan we SB uit en na een paar minuten draaien we BB uit de Greetsieler Legde in. Een kotter komt ons tegemoet, hij roept ons op om ons te waarschuwen voor een stuk waar de stroom bijna dwars op de geul staat. Ik bedank hem vriendelijk en inderdaad, even verderop waar een geultje zich samenvoegt met ons vaarwater, worden we even flink opzijgezet. Bij het wadvaren is het dan ook zaak om regelmatig naar de boeien en prikken achter je te kijken, dan heb je veel eerder in de gaten wanneer je door de stroom buiten de geul wordt gezet. Aan het eind van de Greetsieler Legde komen we weer op de doorgaande route naar het oosten, we gaan SB uit. De lucht is bewolkt maar de wind is gunstig, ZW 4, we zetten zeil en de motor gaat af. Doordat we de korte weg hebben genomen zijn we zat op tijd om het wantij te halen, in feite zijn we zelfs te vroeg. Een dik uur voor HW lopen we zacht aan de grond. We rollen de zeilen weg, starten de motor en zetten deze op “dead-slow ahead”. Zo blijven we zacht tegen de ondiepte aanduwen en kan de stroom ons niet uit de geul zetten. Het water moet nog een paar decimeter rijzen voor het HW is, af en toe gaan we enige tientallen meters vooruit om dan weer heel zacht met de kiel in de modder te lopen. Zo komen we langzaam maar zeker op het ondiepste stuk van het wantij, waar we weer een minuut of wat vast zitten. Op eens voel ik dat we niet meer door het slik scharrelen maar varen, ook de GPS laat zien dat we weer vooruitgaan en het echolood geeft zestig cm. water onder de kiel aan. Nog een keer loopt het echolood terug en worden we afgeremd in het zachte slik maar dat is de laatste keer, even later geeft het echolood aan dat het hier “staande drinken” is en kan het motor vermogen worden opgevoerd. We zitten niet ver meer van de haven van Norddeich, het is eigenlijk de moeite niet meer om nog zeil te zetten, dus mag de pruttel ons verder brengen. We kunnen al met het blote oog de strandstoelen met dagjesmensen onderscheiden, ook de veerboten van en naar Norderny met hun hoge boeggolf zijn duidelijk te zien. Vroeger zat hier een Radio kuststation “Norddeich Radio”, een evenknie van “Scheveningen Radio”. Dat is nu, in het satelliettijdperk, iets uit een grijs verleden. Jammer, het had wel iets wanneer je een telefoongesprek aanvroeg bij een vriendelijke dame waar je niet van wist hoe ze er uitzag maar, afgaande op de stem, graag een nogal vergaand afspraakje mee gemaakt had. Voor we bij de pieren komen, zwenkt de geul weg van het strand en varen we aan de buitenkant van de pier zeewaarts. Voor we de kop van de pier ronden, houden even in voor een veerboot die naar binnen stormt. Tussen de pieren komen we een kotter tegen, ook hier wordt over en weer gegroet. Om 11:15 liggen we afgemeerd in de jachthaven van Norddeich. Marjanne gaat ons aanmelden en komt terug met de boodschap:’Vandaag is het marktdag in Norden, dat ligt vijf kilometer landinwaarts en vanavond kunnen we gerookte vis halen bij de havenmeester, hij gaat ze vanmiddag roken, ik heb al besteld.’ Omdat het nog voor de middag is wil Marjanne meteen op de fiets naar Norden en ik moet mee, of ik nu wil of niet!‘ ’En een broodje eten doen we daar wel!‘ ’Oké, maar eerst even een rondje langs de haven.’ Met de fiets aan de hand bekijken we het allegaartje in de werkhaven. Aan zijn eigen ponton ligt de reddingboot, een klein stoer geval dat, door zijn kleine diepgang en zware bouw, heel geschikt is om de ondieptes van het wad en de zware branding in de zeegaten te trotseren. Het is lekker fietsweer, genoeg zon om je prettig te voelen maar niet zo heet dat de gesmolten reuzel je broekspijpen uitloopt. We stappen op en verlaten het haventerrein, daar zie ik een bordje dat aangeeft dat er ook een toeristische fietsroute naar Norden gaat. Natuurlijk ben ik zo stom om dat tegen Marjanne te zeggen en natúúrlijk moeten we nu de langste weg volgen. Hoewel ik moet toegeven dat we langs heel leuke weggetjes met oude boerderijen gaan, blijf ik klagen over de marteling die “fietsen” heet. Ja zeg, ik moet toch een béétje aan mijn imago van fietshater denken, niet dan? Marjanne, die al een behoorlijk stuk hersteld van haar gekneusde ribben, is een paar dagen terug door een bij is gestoken. Ze heeft een poffer van een hand en ook haar pols en onderarm beginnen er nu raar uit te zien. Naar een dokter wil ze niet. ‘Goed, dan gaan we langs een apotheek.’ Nog voor we in het centrum komen vinden we er een. De apothekersassistente schrikt van de opgezette hand en vindt dat er een arts naar moet kijken maar roept toch haar baas erbij voor een “second opinion”. De apotheker, die door zijn assistente wordt aangesproken met ‘Her Doctor’, zegt dat het een flinke allergische reactie is maar als Marjanne nu even dit slikt, dat smeert en dan nog een kuurtje met deze pillen afmaakt, ze er snel van af zal zijn. De assistente haalt een glaasje water zodat Marjanne gelijk die eerste pil kan slikken. De rekening is niet mis maar dat zal me een zorg zijn en misschien krijgen we het vergoed door de verzekering, we zien wel. Buiten smeren we meteen wat van de pijn en jeuk verlichtende crème erop en gaan verder naar het centrum. Veel winkels zijn gesloten tot twee uur en ook de marktkramen zijn nog niet allemaal bezet. Gelukkig is een stalletje met braadwurst volop in bedrijf. Ik neem er twee, met brood en een pilsje. Volgens Marjanne doe ik hiermee het goede resultaat van het fietsen teniet. ‘Zo val je nooit ook maar één enkel grammetje af.’ ‘Écht waar? Goh zeg, ben ik daar even blij mee, ik maakte me al tikkie ongerust.’ Voor ze me vlijmscherp van repliek kan dienen, verander ik vlug van onderwerp. ‘Hoe is het nu met je hand, gaat het al wat beter.?’ Inderdaad het klopt en jeukt al een stuk minder en ook de spanning is wat minder. ‘Dat is goed nieuws, daar neem ik nog een pilsje op.’ We gaan langs de kortste route weer aanboord en maken alleen een stop bij de supermarkt. Voor we aanboord zijn en de boodschappen hebben opgeborgen, is het al dik na tweeën. Marjanne gaat weer naar de markt in Norden, ik kan helaas niet mee, er moet nu hoognodig even naar het lek geluisterd worden. ’s Avonds halen we versgerookte vis bij de havenmeester en gaan daarmee op de dijk zitten. Terwijl we zitten te smullen, zien we de ondergaande zon weerspiegelen in het slik van het wad, het is prachtig! Terwijl we elkaar met een ietsepietsie vette mond zoenen, zijn we het er over eens, dit is één van die schaarse momenten waarop een mens zich volmaakt gelukkig voelt. Albert |
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.
|
Re: Een zeiltochtje naar Denemarken, Engeland of ..... ? 24 jan 2009 14:25 #56098
|
Ik ben weer even aan het genieten Albert........
|
Als je de horizon kunt aanraken is het einde van je reis nabij.
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.
|
Re: Een zeiltochtje naar Denemarken, Engeland of ..... ? 24 jan 2009 17:49 #56116
|
idd albert
ook zit hier van jouw verhalen en vooral mooie foto's te genieten |
wat voor boot maakt niet uit, we varen toch allemaal in het zelfde water
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.
|
Re: Een zeiltochtje naar Denemarken, Engeland of ..... ? 04 feb 2009 15:30 #57606
|
Via Norderney naar Langeoog.
Zaterdag 30-08-,08 Het gevoel van mijlen moeten maken, dat me twee weken geleden nog compleet beheerste, is totaal verdwenen. We hebben lekker lang uitgeslapen en uitgebreid ontbeten met lekkere knapperige “frische Brötchen” die je, zoals in bijna alle Duitse havens, bij de havenmeester kan bestellen. Marjanne is op haar fietsje naar de “beschaving” in Norden getogen en ik zit prinsheerlijk in het zonnetje met een mok koffie naar de boten te kijken. Wanneer Marjanne voor tweeën terug is, kunnen we vanmiddag op ons gemak naar Norderney scharrelen maar eerlijk gezegd zal het me vierkant aan mijn togus oxideren als we het tij niet te halen. Zouden ze dit nu bedoelen met onthaasten? Geen idee, het kan me niet schelen ook, ik voel me happy. De buurman, op de Dehler onder Duitse vlag in de box naast ons, is ook tijdelijk onderbemand. Hij kijkt af en toe ongeduldig naar de wal en dan weer op zijn klokje. Opeens begint hij, nogal geagiteerd, tegen mij te praten:‘Het is ja toch altijd wat met die vrouwen, ik heb toch duidelijk gezegd dat we om elf uur precies zouden vertrekken. We zouden ja met zijn drieën naar Helgoland voor een lang weekend, nu is het al bijna kwart over elf en ze zijn er ja nog niet!’ Verdomme, zit ik es lekker ontspannen op mijn bootje te zitten, komt een of andere Heinrich even zijn sores op mijn bordje leggen, daar heb ik echt even geen trek in. Met een schijnheilig gezicht zeg ik heel vriendelijk:’Dan vertrekt u toch zonder ze, dat heb ik ook al eens gedaan en dat heeft goed geholpen sinds ze twee dagen lang niet wist waar ik was, is ze nu zo stipt als de Big Ben in Londen.’ (Hoe stipt is dat ding eigenlijk?) Heinrich twijfelt: ‘Ja maar, dat kan ik toch niet maken?’ Aan zijn gezicht zie ik dat hij best zin heeft om dat vrouwvolk een lesje te leren. ‘Ja, als u niet zonder vrouwen naar zee durft.…..?’ ‘Niet durven?’ Há!’ Heinrich is bijna over de streep. Hij begint uit te wijden over zijn zeereizen, zelfs op Texel is hij al geweest. ‘Ja, maar toch niet alleen? Dat is toch wel een beetje moeilijk voor een onervaren zeiler, u kunt misschien toch beter blijven wachten tot uw vrouw er is, dat is wel zo veilig.’ Heinrich pompt zich op tot heldenmoed, hij loopt een tikkie rood aan en zegt:’Ik onervaren, ik?’ Hij draait de contactsleutel om, de motor komt tot leven. ‘Ik zal ze ja leren!’ Hij haalt een achtertrosje weg, stapt zijn kuip uit en loopt naar voren om alles los te gooien maar staat daar opeens oog in oog met twee dames op de steiger die daar al een paar minuten naar zijn getier en opschepperij staan te luisteren. Ik zie Heinrich, onder de ijzige blikken van twee paar felle vrouwenogen, opeens heel klein worden. Ook ik krijg mijn aandeel vuile blikken maar dat zal me worst wezen. Ik draai ze mijn brede rug toe en kijk naar een vertrekkende ferryboot maar ik zet wel mijn “kokers op de wind” om even zachtjes mee te genieten. Wat Heinrich niet allemaal over zich heen krijgt! Bijna krijg ik medelijden met hem, bíjna. Achteraf is het goed dat hij niet in zijn uppie naar zee gaat, ik wil zijn afzuipen niet op mijn geweten hebben. Maar toch, iemand die met zijn stom gezeur mijn vredige “Morgenstimmung” naar de kloten helpt, beschouw ik niet bepaald als mijn boezemvriend. Om 13:40, na een lunch die mijn goede stemming weer helemaal terug heeft gebracht, is het “voor en achter”. Er staat een lekker warm zeilwindje, ZO 4-5. We gaan behoorlijk hard en zijn in no time bij de scheidingston onder het eiland. Het laatste stuk gaat tegen wind en stroom in, langzaam, slag na slag naderen we de haven. De motor aan, de zeilen weg. ‘Wacht maar met de fenders tot we binnen zijn.’ Als Marjanne hier over de fucking side gaat neemt de stroom haar mee over de banken en daar kan “Zeebeest” niet bij haar komen. Net buiten de ingang is de veersteiger, even goed opletten of er niet een vertrekt. Nu de haven goed open varen en langzaam BB komen, we scheren meteen, als een gierpont, schuin naar het havenhoofd. Dat gaat lekker, nog even hard bijsturen voor de neerstroom en hup, we zijn binnen. Marjanne hangt de fenders op en legt de trossen klaar. Aan de kaai ligt een afschuwelijk gedrocht van een fast-ferry, brrr, wat lelijk! Het is druk in de jachthaven, ja wat wil je het is zomer en het is zaterdag, dan gaat alles naar de eilanden. We varen rond de drijvende steigers maar nergens is er plek. ‘Oké Marjanne, dan maar aan de kaai afmeren, pak maar een paar lange trossen, dan kunnen we gezellig op het tij een paar meter op en neer kachelen. We varen rond naar de andere kant. Verrek, daar ligt Heinrich met zijn harem, hij zou toch naar Helgoland gaan?. Hij kijkt me aan, ik kan een grijns niet onderdrukken. Heinrich kleurt rood en kijkt snel de andere kant uit. Marjanne trekt vragend haar wenkbrauwen op. ‘Vertel ik je straks wel.’ We zien opeens een plekje, helemaal weggestopt in een hoekje tussen een paar grote boten door. Ik gooi “Zeebeest” rond en steek achteruit naar het nauwe gaatje, nu moet de kop nog rond, twee stootjes met de boegschroef, we liggen bijna goed, nog een meter verder achteruit. Een klapje vooruit met het roer aan boord tegelijk met een por van de boegschroef en hup, een kleine meter dwars uit, nu kunnen de trossen vast. In het logboek zet ik, 15:35 uur afgemeerd op Norderney. Marjanne gaat ons aanmelden bij de Hollandse havenmeester en ikneem een kijkje bij de reddingboot, dat ding kan een klein bootje lanceren vanaf het achterdek. ’s Avonds wandelen we langs een terras, en wie zit daar met zijn vrouwvolk en wie krijgt weer een rooie kop wanneer ik hem vrolijk grijnzend goede avond wens? Ach ja, er zijn zo van die dingen die het leven kleur geven. Die rooie kop van Heinrich gaf vandaag wat kleur aan het mijne. Zondag . 31-08-,08. 06:15 Wind ZO 3 We vertrekken vroeg, dan kunnen we vandaag twee keer van het tij profiteren, we gaan buiten om naar Langeoog. De wind zit in de zuidoost hoek 3bft dat geeft weinig golven boven de eilanden en zo vermijden we het ondiepe wantij onder Baltrum. We varen de haven uit en varen pal langs de boulevard met zijn grote hotels, rond de kop van het eiland. Het is prachtig weer en op het strand, geen honderd meter naast ons, lopen de eerste badgasten naar hun strandstoelen. We liggen bijna pal oost voor maar moeten nu, met de geul mee, een paar mijl de noord in. We komen bij de uiterton en hebben de hele Noordzee voor ons. SB uit ligt Langeoog maar aan BB lonkt Engeland. De verleiding is groot en we overleggen serieus of we het zullen doen. Er zijn twee heel sterke argumenten om BB uit te gaan; De wind zit in de goede hoek en vooral, we willen het zo graag. Er zijn ook twee heel sterke argumenten om SB uit te gaan; Ik heb geen lange termijn weerbericht en daar komt bij, dat we al over de helft van onze vakantie zitten en als ik ergens de schurft aan heb, is het wel aan krap in de tijd zitten als ik straks terug over de haringvijver moet. Het verstand wint het van het hart, met een zucht geef ik de auto pilot een oostelijke koers op en haal de schoten door. De wind is wat geruimd en toegenomen tot ZZO 4 bft. we lopen lekker. Om 08:07 zitten we op 53°45,2’N en 007°15,6’E’. 1,8’ boven Norderney. De wind trekt nog wat aan tot 5 bft. dit is goddelijk zeilen. Zo in het oppertje van de eilanden heeft de zee te weinig aanloop om een hinderlijk zeetje op te bouwen maar staat er genoeg wind waar “Zeebeest” lekker tegenaan kan hangen zonder te moeten reven. Baltrum is klein, daar zijn we zo voorbij. In de verte zien we de verkenningston “Acumer Ee”. Vlak voor de ton start Marjanne de motor en rol ik de zeilen weg Om 09:27 passeren we hem en zoeken de volgende boeitjes naar binnen. Zoals je hier kunt verwachten, liggen ze niet op de posities die de kaart aangeeft. Deze zeegaten kan je zonder “local knowledge” beter niet ‘s nachts of met slecht zicht aanlopen. Ook kunnen hier, afhankelijk van windrichting en kracht, verraderlijke grondzeeën lopen en kan je er bij eb zowat naar binnen wándelen. Marjanne stuurt en ik ben bezig met de volgende ton al te ontdekken voor we voorgaande dwars hebben. Op de banken liggen wat zeehonden die zich door ons niet laten storen, ze kijken ons nog met hun kont niet aan. Zo scharrelen we op ons gemak naar binnen. Om 10:40 liggen we afgemeerd in de haven van Langeoog. Albert |
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.
|
Re: Een zeiltochtje naar Denemarken, Engeland of ..... ? 04 feb 2009 18:43 #57639
|
Albert, wat was ik er graag bijgeweest in de haven. Niks mooier dan mensen die zchzelf buiten spel kunnen zetten
|
mgbgt1975 nog steeds bekend als mgbgt1975
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.
|
Re: Een zeiltochtje naar Denemarken, Engeland of ..... ? 04 feb 2009 19:25 #57648
|
|
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.
|
Re: Een zeiltochtje naar Denemarken, Engeland of ..... ? 04 feb 2009 19:27 #57649
|
Ik kan het kokende bloed bijna ruiken van die vrouwen. :mrgreen:
|
Als je de horizon kunt aanraken is het einde van je reis nabij.
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.
|
Re: Een zeiltochtje naar Denemarken, Engeland of ..... ? 04 feb 2009 19:28 #57650
|
Hier nog een geval van buiten spel en snel aan de overkant.
www.waldnet.nl/wn/fotonieuws/5...oot_bij_Ameland.html |
Groetjes
Ronald
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.
|
Re: Een zeiltochtje naar Denemarken, Engeland of ..... ? 04 feb 2009 19:32 #57652
|
Dat heet : hink....stap......sprong!
|
Als je de horizon kunt aanraken is het einde van je reis nabij.
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.
|
Tijd voor maken pagina: 0.220 seconden