Over takels gesproken.
Vóór ik Coppercoat aanbracht zette ik om de 5 jaar zes lagen zelfslijpende AF. Een oude zware boot als de onze bovenhalen is vooral als je aan boord woont de hel, daarom zo weinig mogelijk werf.
Ik zette twee kleuren, afwisselend rood en blauw. Als de lagen zowat weggesleten waren maakt ik de romp schoon door krabben tijdens het snorkelen.
De waterlijn zag er door mijn Zeeuwse spaarzaamheid bepaald shabby uit, daarom schilderde ik de waterlijn ieder jaar vers met rode AF. Een goed uitzicht van de boot is zeer belangrijk, ons bootje ziet er altijd gelikt uit. Dat de boot er onder water als een gevlekte koe uitziet is niet belangrijk.
Om de waterlijn te schilderen kreng je de boot. Een met water gevulde bijboot aan de uitgeboomde giek hangen heeft bij ons jachtje nul resultaat. Zeer breed, veel vormstabiliteit en de kiel alleen al weegt 3 ton. Dus ik zocht een ankerstek in een rustige baai, legde naast het hoofdanker twee zijankers en bouwde dan een takel naar de bergwand. Gebruikte een val van een der voorzeilen ( Top van de mast ) en een kogelgelagerde zesvoudige takel.
Zo kon ik de boot ver genoeg krengen om tot 20 cm onder de waterlijn een verse mooie cosmetische laag AF aan te brengen. Vanzelfsprekend moest de boot gedraaid worden om de andere zijde te schilderen.
Dat die methode niet zonder gevaren is leerde ik snel. Terwijl ik vanuit de bijboot met rode AF zat te kwasten zag ik een eekhoorn over het krengtouw lopen en halverwege tussen bergwand en masttop begon dat smeerlapje aan mijn val te knagen. Die zoiets absurds niet gelooft, ik heb er een foto van. Stel je voor dat het touw doorknapt en de boot een zwieper maakt. Dat zou een mooie rode zigzag op onze blauwe romp gegeven hebben.
Bij dat krengen kun je de zijkant van de romp schilderen, bij de boeg krengt niks. Dus ik draaide de boot boegspriet naar de bergwand, bouwde een A met behulp van onze 3,5 meter lange roeispanen en gebruikte een takel vanaf de stelling naar punt boegspriet om de boeg te liften. Vooraf het hoofdanker en 70 meter ketting op de bodem laten ratelen zodat ik dat gewicht niet moest hijsen.
Ik had de A stelling onder een hoek staan en gebruikte dan de ankerlier om de boot dichter bij de rotsen te trekken waarbij de boot zichzelf in de kantelende A hees. Zo kun je erorm veel gewicht hijsen.
Op de foto zie je de A ( Eén de roeispanen heb ik moeten spalken want die boog teveel door ) en de toen nog slechts twee meter lange boegspriet.
Op die manier kreeg ik de boeg zo´n 20 cm omhoog. Drogen, kwasten, dan weer drogen en ondertussen siësta gehouden. Word ik anderhalf uurtje later wakker, blijkt het water 25 cm gevallen te zijn. De krachten op de takel waren nu zo groot dat ik de touwklem zelfs met brutaal geweld niet meer open kreeg. Heb dan de takeling die het touw op het hondsvot van het bovenste blok houd doorgesneden. Dat was pas een tewaterlating.
We hebben nu coppercoat, geen acrobatie meer.