3Noreen schreef :
Ik lees mee en probeer te begrijpen welke correcties van belang geacht worden en welke niet. Zo wordt een masthoogte correctie voor de windsnelheid wezenlijk geacht maar andere correcties niet. Kan iemand inzicht geven in de grote van verschillende fout marges ?
Tsja, dat is een lang verhaal
Om te beginnen, uit een e-maildiscussie met Davide Battistin, de VPP-ontwikkelaar van de ORC (dus de maker van alle meetbrieven) werd duidelijk dat de snelheden op een meetbrief niet absoluut zijn (als in: precieze KTS) maar relatief: boten goed vergelijkbaar.
Dus een absoluut target in kts is er eigenlijk niet.....
Als iemand zijn eigen meetbrief maakt wordt het niet beter: je weet nooit zeker of je niet harder had gekund.
Dus niemand weet of 100% ook echt het maximum is.....
Dan correcties.
Masthoogte: in SPD zit een correctie voor masthoogte, omdat meetbrieven uitgaan van de wind op 10 meter. Formule voor deze correctie komt uit de Guide bij de meetbrieven.
Dan is er helling. Helling verlaagt de masthoogte en dus moet er voor helling gecorrigeerd worden naar de wind op 10 meter. Goniometrie.
Helling doet meer: het verkleint de AWA. Een plat liggende boot (die vooruit gaat) heeft altijd AWA = 0. Correctie doet SPD met een formule van Arvel Gentry.
Helling doet nog meer: de windcupjes staan niet meer evenwijdig met de wind. Een 90 graden gekantelde windset zal niet draaien... SPD corrigeert voor helling met een formule uit de windmolenindustrie. Molens staan soms op hellingen en dan komt de wind niet horizontaal aan.
Tot zover 3 correcties op windsnelheid en 1 op windhoek.
Dan is er Upwash. Niet te meten, wel te schatten, met formule van Arvel Gentry (hij weer...)
Belangrijkste variabele is Cl (coëfficent of lift, obv aws en awa). Andere belangrijke is tuigvorm. Upwash verkleint de AWA
En dan is er leeway. Ook niet echt te meten (lijkt het). Wel te schatten aan de hand van snelheid (kiel doet het veel beter met snelheid), helling (kiel kleiner) en K-constante voor onderwaterschip. Alweer een formule van Gentry. SPD schat de leeway met deze formule.
Leeway vergroot de AWA.
ORC en meetbrieven gaan uit van de aanname dat Upwash en Leeway even groot zijn en elkaar dus cancellen (want tegengesteld).
In SPD zijn beide te zien (scherm, log, etc). Kun je zelf kijken of dat een beetje klopt. Eventueel pas je de K aan in een stuurfile.
Leeway is ook een beetje te meten. Een boot beweegt wat naar lij en zal daardoor een wat andere wind ervaren dan er werkelijk is (wat minder, want je waait mee, en een wat andere hoek).
Als je het verschil tussen echte wind (voor stilstaande waarnemer) en bootwind (true wind) weet kun je daaruit leeway uitrekenen. SPD doet dat. Kun je vergelijken of die wat lijkt op de geschatte en de upwash.
Dan yaw... en pitch....
Als een boot rechtop vaart en er zijn wat golven dan stampt hij. Pitch te meten.
Maar als hij plat ligt en stampt is er geen pitch meer.... dat is dan allemaal yaw geworden (draaiing om de 'vertikale' as, de mast.)
Er is dus een verband tussen heel, pitch en yaw. Grotere heel -> minder pitch maar meer yaw.
Wat voor effect dat allemaal heeft op de awa en aws valt nog te bezien.
Gaan we te weten komen als er lekker veel logfiles geanalyseerd kunnen worden.
De eerste uren waarnemingen laten (op de Capolavoro) een heel kleine yaw zien (tienden van graden) bij een helling van rond de 10 graden. Daarmee lijkt yaw niet erg veel invloed te hebben, vergeleken met de eerder genoemde zaken.
Ik vaar nu een jaar of 15 met Tactictool om performance te meten.
Het is belangrijk steeds te bedenken dat 100% niet het doel is; het doel is om trimacties te ondernemen die het percentage hoger maken.
Soms is er 10% verschil aan de wind tussen SB en BB. Kan een niet-aligned windset zijn (die verlopen vanzelf), kan een windshear zijn, kan de golven zijn, etc.
Soms kom je niet boven de 80%. 4 kts echte wind, en oude golven van een halve meter. De bewegingen van de mast verpesten de flow. Maar ook dan geldt: 85% is beter dan 80%....
Enzovoorts. niet blindstaren op 100%.
Zoveel mogelijk realistische correcties doen in de berekeningen,
laten zien of de aannames werken (upwash versus leeway).
En altijd proberen te trimmen om er procentjes bij te krijgen
Voorbeeldje van de laatste 24uurs: weinig wind, warm, afkruisen, vermoeide bemanning.
Toch veel procenten erbij door met 4 man op het voordek te gaan zitten
Die 4 blijkt uit de procenten. 3 en 5 had minder resultaat