Hans V schreef :
Het lijkt me niet waarschijnlijk dat het performance model wèl betekenisvolle verschillen van 0,1 knoop en 1 graad weet te berekenen in deze complexe fysieke werkelijkheid. Het menselijk brein/zenuwstelsel/intuïtie/ervaring legt het daarin bovendien niet per definitie af tegen computers. Een robot die ook op oneffen terrein stabiel en soepel loopt bleek bijvoorbeeld een enorme opgave.
Had jij die laatste 10 of 5% performance nooit structureel uit je boot gekregen zonder realtime performance berekeningen?
De polar is voor vlak water en steady wind.
Dus alle gekkigheid die dat verstoort (IJsselmeergolven!) zorgen er per definitie voor dat het lastig wordt de 100 te halen. Aan de wind vooral, waar elke graad stuurfout (uit de groove) de voortstuwing halveert.....
Maar op vlak water, lichte wind, werkt het perfect. Daar zie ik de performance 1 % omhoog gaan als er 1 bemanningslid in de kuip van lij naar loef gaat, zo gevoelig is het.
Ik heb de meeste trimclinics van iedereen gevaren hier
En dat heeft me de laatste 10 jaar toch veel bijgeleerd over trimmen, dingen die ik de eerste 50 jaar zeilen niet precies wist of niet goed kon toepassen.
Een standaard voorbeeld elke trimclinic is de doorhang van de voorstag.
De deelnemers zijn het altijd eens dat je met 6 kts wind een bol voorzeil moet hebben, om voldoende druk te hebben. We hebben het over hoog aan de wind, UA varen op de tell tales.
En elke keer weer blijkt de performance dan de 100 niet te halen.
Dat lukt pas als de voorstag een flink stuk strakker gaat en de doorhang veel minder wordt.
De reden zit in de verhouding tussen lift en drag.
Dat diepe zeil genereert wel meer lift maar het heeft ook veel meer weerstand.
De verhouding tussen die twee, dat is de crux. En dat zie je dan gewoon op je metertje gebeuren
van 90 naar 100% met 4 slagen aan de hekstag.
Dat soort dingen zien gebeuren, meteen de terugkoppeling zien van je daden, dat helpt.
Een ander interessant experiment is met sturen. De gemiddelde zeiler zegt dat sturen remt, dus dat moet je met beleid, langzaam en voorzichtig doen.
Ik zeg: je moet snel hard en veel sturen, want dan blijf je in de groove.
Dat proberen we dus ook even bij een trimclinic.
Een langzame, voorzichtige stuurman haalt net aan de 80%.
Veel snel met 2 handen sturen (met 6 kts wind) levert 98%.
De reden: dat langzame sturen zorgt dat je 80% van de tijd veel voortstuwing mist: uit de groove (van 3 graden breed).
Als je eens zou rekenen aan het aantal mogelijke toestanden van tuig en zeilen dan gaat het je duizelen.
10 standen van main val
10 standen van genua val
10 standen van hekstag
30 standen van schootspanning genua
30 van schoot grootzeil
20 standen van leioog
10 van outhaul
10 van neerhouder
10 van overloop
5 van cunningham
Alles onafhankelijk van elkaar, dus vermenigvuldigen.
Dat komt op 4,5 miljard mogelijke combinaties van tuig- en zeilstanden.
En dan ben ik nog zuinig geweest