12 augustus 2022.
Deel 1.
Het werk ging verder ondanks de barre omstandigheden
In het vooronder heb ik nog twee leggers gemaakt, na nummer 4 werden dat de nummers 7 en 11. Hierbij heb ik een bult aan stuurboord en een deuk aan bakboord in het vlak gecorrigeerd. Technisch was dat makkelijk, want het oude hout is zo zompig als turf, maar het vereiste veel kijkwerk. Meten was vrijwel onmogelijk.
Voorlopig zette ik de drie leggers met zware lijmtangen vast aan de kiel, later heb ik er zware schroefbouten ingezet, waarover verderop meer.
Ik schroefde de oude planken allemaal weer vast aan de nieuwe spanten, gewoon met grote rvs schroeven met flinke ringen onder de kop. Op deze manier hing ik het oude schip als het ware op aan de nieuwe ruggegraat (de kielbalk) en de ribben (de leggers).
Natuurlijk moesten er weer de nodige platen blik/koper verwijderd worden.
In mijn vorig verslag mopperde ik dat de mastkoker via het kolsum op maar 4 of 5 dunne leggertjes steunde. Het bleek nog veel erger. Om legger #11 te vervangen, de voorste onder het kolsum, moest het middenzaadhout verwijderd worden, dat is de midscheepse plank die evenwijdig aan de kiel over de leggers ligt. Toen ontdekte ik dat de middelste drie spanten onder het kolsum geen leggers waren, maar halve leggertjes, onderbroken op de kielbalk. De mast stond feitelijk op maar twee iele leggertjes, wat niet veel sterker is dan wat er in een zestien kwadraatje zit. Ik was verbijsterd.
Er zaten wel wat ijzeren hoeklijnen die waarschijnlijk na de bouw zijn aangebracht. Totaal verrot met dikke pakketten roest. Ik kon ze er moeiteloos uittillen.
Hierna konden de geïmproviseerde stoelen onder het voorschip verwijderd worden, ik zette het weer op de kiel. Dat gaf een hoop bewegingsruimte en stabiliteit.
Met goed geplaatste dommekrachten kon ik de hele kiel zuiver recht stellen waarmee de katterug verdwenen is. Eigenlijk heb ik het oude schip opgehangen aan het samenstel van de nieuwe kiel en de nieuwe leggers.
Dit was het moment om wat zuivere metingen te doen. Met een extra nauwkeurige waterpas (tien keer zo nauwkeurig als een gewone bouw-waterpas) bepaalde ik de exacte ligging van de kielbalk, de oude waterlijn en de stand van de mastkoker, althans, van de bakboords mastkokerwang (want die aan stuurboord was ernstig verzakt).
Tot mijn verwondering bleek de mastkoker zuiver haaks (90,00 graden) op de kielbalk te staan, wat heel ongebruikelijk is bij Nederlandse schepen van een eeuw geleden.
Ik heb ook gemeten aan de bouwtekeningen en het tuigplan uit 1914. Deze waren niet eensgezind, maar gemiddeld was de mastvalling 0,86 graad achterover t.o.v. de kiellijn, wat een vrij normale waarde is.
Ik zal later de nieuwe mastkoker ook zoveel achterover zetten.
Ik krijg regelmatig vragen over welke gereedschappen ik gebruik. De meeste mensen denken dat de lintzaag en vlak/vandiktebank onmisbaar zijn.
Nou, die staan er niet.
Om de simpele reden dat het niet te doen is om zo’n zware klomp hout te hanteren en over zo’n machine te jagen.
En het zou veel ruimte innemen: om een plank van 10 meter door de vandiktebank te jakkeren heb je 21 meter lengte nodig.
Ik gebruik wel veel handmachines. Ik heb ze even geportretteerd.
De schaven vlnr: een gewone Stanley handschaaf, een verstelbare hol/bolschaaf, een gewone makita 82 mm schaaf, een ouwe hitachi 178 mm schaaf en een Mafell 245 mm voor het zware werk.
De cirkelzagen: een onovertroffen kleine Holz-Her, 38 jaar geleden tweedehands gekocht en sindsdien intensief mishandeld, een Makita 100 mm en eentje van 130 mm zaagdiepte.
De andere zagen: een scherpe handzaag, een festool decoupeer, een bejaarde Hitachi recipro en een grote Stihl kettingzaag met extra lang blad. Elektrisch, want ik heb een teringhekel aan die benzine knetterstinkdingen.
Boormachines vlnr, twee lichte accutolletjes, een lichte sneldraaiende Elu, twee Metabo’s van 1000 watt, en de hufterig sterke Swinko met dop 24
De slijpafdeling, een oud Bosch-tolletje met fiberschijf, een zwaardere Bosch met een ruige harde schijf, een hitachietje met dun doorslijpschijfje en de ouwe trouwe Creusen dubbele slijper met fijne witte steen en een hardrubber wetschijf.
En ten slotte de afdeling luchtbehandeling. Een goedkoop compressortje (wat een tyfusherrie maakt dat ding) en een simpele goede stofzuiger.
En verder is er een keur aan handgereedschappen, dommekrachten en vijzels, lijmtangen en meetbenodigdheden, een berg boren en schroefbits en een leesbril om boven het hoofd te kunnen werken.
O ja, en een radio. Thuis op radio 4, in Antwerpen op Klara. Pas sinds kort besef ik dat het de afko is van Klassieke Radio.
Aftekenen? Dat doe ik met Bic-balpennen, nooit met potlood. De echte antieke timmerlui zweren bij een scherp potlood, maar als je een lange lijn daarmee trekt wordt het potlood al snel stomp en de lijn groezelig en breed. Een balpen geeft altijd dezelfde voorspelbare lijndikte.
Vervolg in deel 2