Pas vandaag las ik Zilt 125, eigenlijk vooral voor het artikeltje over de Taeke Hadewych.
Ik trof in dat nummer echter ook dit artikel aan:
issuu.com/ziltmagazine/docs/zi...5?e=1793436/10825843
Een verhaal dat het lezen waard is. Een paar zaken verbaasden me:
1. Het is het kennelijk niet bij iedereen een gewoonte om jezelf bij aankomst voor IJmuiden te melden bij de verkeerpost daar. Bij melding zal de verkeerspost ongetwijfeld aangeven dat er uitvaart is. Als de uitvaart meeluistert, dan was die ook op de hoogte geweest. Melden is de laatste aanbeveling aan het eind van het artikel. Het zou de eerste moeten zijn, naar mijn idee.
Men vermeldt trouwens het verkeerde kanaal. Dit is 61, niet 63. Ook zou ik niet alleen melden bij duisternis of slecht zicht, maar gewoon altijd. Het kost niks, tenslotte.
2. Het bewuste jacht heeft AIS en ziet dus de naam van het tegemoetkomende schip. Beschreven wordt dat men aanvankelijk op paralelle koersen vaart, waarbij men elkaar bij koers houden met 100 m. tussenruimte passeert. Ik vind dat op zulk ruim water en bij nacht nogal weinig. Was het niet wijs geweest als het jacht zijn aanwezigheid alsnog kenbaar had gemaakt aan het schip door dit op te roepen? Men heeft namelijk na het incident wel binnen de kortste keren de loodstender 'aan de lijn'. Die reageert nogal onhebbelijk, en met de verkeerde argumenten. Kennelijk weet niemand precies hoe het moet, daar voor IJmuiden.
Een leerzaam gevalletje. De uitwerking in Zilt had wel wat beter gekund.