Ondanks dat m´n vrouw de helft van het jaar aan boord is vaar ik eigenlijk altijd solo. Zomer, winter, meestal om de twee dagen varen.
Enkel onder zeer moeilijke omstandigheden vraag ik haar om hulp, bijvoorbeeld om de laatste tien meter ketting en anker boven te winchen terwijl ik onder zeil een drukke ankerplaats verlaat.
Zeg maar twee keer per jaar vraag ik haar een ogenblik te helpen.
Onze boot is erg low tech, alles is handwerk, zwaar spul, niks voor mijn vrouw. Ze heeft ook vol vertrouwen, ze doet rustig binnen de vaat terwijl ik soms behoorlijk hachelijke zeilstarts maak.
Ik heb echter het voordeel de boot goed te kennen. Ik woon en zeil nu bijna dertig jaar op het scheepje, heb ervaring.
Vier zeilen, enorme kiel, meer onder water als er boven, gigantisch zwaar bootje voor z´n afmetingen. De boot doet precies wat ik wil, een beetje loom, eerder een boeretrekpaard als een renhengst.
Behalve tijdens manoeuvreren stuur ik nooit zelf, dat doet de stuurautomaat, ik doe de zeilen.
Dankzij die enorme kiel en de vier zeilen kan men de boot zo varen dat sturen enkel nodig is bij windveranderingen. Boot loopt op rails. Vaar aan de wind vaak zonder roer te gebruiken, ik stel de zeilen zo in dat de boot zo scherp mogelijk loopt en laat hem dan doen. Soms urenlang, alles vanzelf.
Ook aanmeren, ik doe alles solo. Wel zelden want we ankeren bijna altijd. Ankeren of een mooring oppikken, altijd onder zeil en solo. Tja, dertig jaar samenwerking. ( De boot en ik )
In Nederland is langszij aanmeren gebruikelijk. Ik had ook daarvoor een trucje. Midscheeps aan stuurboord voer ik een lijn door een schootoog. Enterhaak aan die lijn en het losse eind op de kluiverlier. Ik parkeerde de boot met gebruikmaking van het schroefeffect langszij de steiger en gooide nonchalant de enterhaak gewoon over de steiger. Snel aanhalen en met de lier de boot tegen de steiger winchen waarna ik in alle rust de normale landvasten aanbracht.
Ik moest wel zo werken want bij wind kon ik de boot wel prima langszij manoeuvreren, het ging echter mis van zodra ik op die steiger stapte om een voor of achter landvast door die aanmeerringetjes te foemelen. De boot begon af te drijven en z´n gewicht trok je gewoon het water in.
In Zierikzee ging het eens mis. Meerde perfect tegen de lange buitensteiger, pleurde de enterhaak over die drijvende ponton, lierde de boot keihard tegen de steiger en legde dan voor en achterlandvasten, springen. Pas later merkte ik dat mijn enterhaak de water en elektriciteitsleidingen gevonden had. Foutje.