Op vlak en niet- of nauwelijks stromend water is een sleepje niet heel ingewikkeld.
Met stroming en zeegang is het belangrijk dat je de sleeplijn niet te kort maakt (voldoende rek en de lengte bij voorkeur een veelvoud van golfafstand). Als je met enig beleid te werk gaat is dat bij normaal weer ook door een doorsnee watersporter te doen.
Wij hebben enkele jaren geleden bij het verlaten van
Alderney (Kanaaleilanden) een veel zwaarder jacht weer naar binnen gesleept omdat hun motor vlak na het uitvaren defect was geraakt. 's Ochtends vroeg wachten op de RNLI reddingboot (van Alderney) was geen optie: eer die uitgerukt zou zijn zou het jacht in de
Swinge (een tamelijk ruig stuk water langs Alderney) op de rotsen zijn gelopen. Er stond te weinig wind om weg te zeilen en met zo'n 35-40 meter water onder de kiel was ankeren op dit sterke getijdenwater ook geen echte optie.
Door de stroming, golven en gewicht van het jacht (ongeveer twee keer zo zwaar als onze Dufour 405) was het nog een aardig klusje. Maar de sleep moest in kort tijdsbestek plaatsvinden dus nadenken over mogelijke schade en hoe dat dan wordt afgehandeld is niet iets waar we op dat moment mee bezig waren. Je verplaatst je toch snel in de schipper van het jacht in gevaar; zelf zou je ook niet aan je lot overgelaten willen worden.
Daarnaast is het zoals hierboven opgemerkt in noodsituaties ook gewoon je plicht om te helpen (als je daarmee jezelf niet in gevaar brengt).